In Romeinen 10:9-10 schreef Paulus, Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden: want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Wat betekent met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis? Gaat het hier enkel om het uitspreken van een paar woorden, waardoor jij behouden bent? Of houden deze woorden meer in dan dat? Hoe leef jij, als jij zegt, dat Jezus Heer is en gelooft met jouw hart, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt?
Gebrek aan kennis van God en Zijn gerechtigheid
Hoort naar Mij, gij die de gerechtigheid kent, gij volk, in welks hart Mijn wet is. Vreest niet voor de smaad van stervelingen, wordt niet verschrikt vanwege hun beschimpingen (Jesaja 51:7)
In Romeinen 10:1-10 schreef Paulus, dat het zijn hartewens en gebed was, dat Israël gered zou worden. Alhoewel zij een ijver voor God hadden, hadden zij geen verstand en misten zij de volledige kennis van God.
Zij waren onbekend met Gods gerechtigheid en probeerden hun eigen gerechtigheid te doen gelden, waardoor zij zich aan de gerechtigheid Gods niet onderwierpen. Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft (o.a. Psalm 118:22, Mattheüs 5:17-18, Galaten 3:24-29, 1 Petrus 2:7-8).
De wet was een tuchtmeester tot Christus, Die het einde van de wet is
Want Mozes schreef, De mens die de gerechtigheid naar de wet doet, zal daardoor leven. Maar de gerechtigheid, die uit het geloof voortkomt, spreekt, zeg niet in jouw hart, wie zal naar de hemel opklimmen? Dat is Christus naar beneden brengen. Of, wie zal in de afgrond neerdalen? Dat is Christus uit de doden naar boven brengen (Deuteronomium 30:6-16).
Maar de gerechtigheid, die uit het geloof voortkomt, spreekt, dichtbij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord van het geloof, dat wij prediken, namelijk indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden: want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis (Romeinen 10:1-10).
De gerechtigheid van de wet
Maar Hij, die God heeft opgewekt, heeft geen ontbinding gezien. Zo zij u dan bekend, mannen, broeders, dat door Hem u vergeving van zonden verkondigd wordt; ook van alles, waarvan gij niet gerechtvaardigd kondt worden door de wet van Mozes, wordt ieder die gelooft, gerechtvaardigd door Hem (Handelingen 13:37-39)
En dat door de wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit geloof leven. Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven (Galaten 3:11-12)
Gij zult weer naar de stem des Heeren luisteren en al Zijn geboden volbrengen, die ik u heden opleg. De Heere uw God, zal u in overvloed het goede schenken bij al het werk uwer handen, in de vrucht van uw schoot, in de vrucht van uw vee, in de vrucht van uw bodem, want de Heere zal weer behagen in u hebben, u ten goede, zoals Hij behagen had in uw vaderen – wanneer gij naar de stem van de Heere , uw God, luistert door Zijn geboden en inzettingen te onderhouden, die in dit wetboek geschreven staan; wanneer gij u tot de Heere, uw God, bekeert met geheel uw hart en met geheel uw ziel.
Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het is niet ver weg. Het is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen ten hemel, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? En het is niet aan de onderkant der zee, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? Maar dit woord is zeer dicht bij u, in uw mond en in uw hart om het te volbrengen (Deuteronomium 30:9-14)
Door het geven van de wet, maakte God Zijn wil, Zijn natuur en Zijn gerechtigheid bekend. Het was de taak van het volk om te luisteren naar de woorden en geboden van God en de woorden en geboden van God te overdenken en in hun hart te bewaren, zodat zij zouden leven naar Gods geboden in Zijn wil.
Door de gehoorzaamheid aan de wet, betoonden diegenen, die tot het huis Israëls behoorden, dat zij in God en Zijn woord geloofden en God liefhadden met heel hun hart.
Door zich te houden aan de wet onderscheidden zij zich van de heidenen en wandelden zij in gerechtigheid en getuigden zij van God en verhoogden zij de Heere God, de Almachtige, met hun leven en vestigden zij Zijn gerechtigheid op aarde.
Alhoewel de wet heilig, rechtvaardig en goed was, kon de wet niets doen aan de geestelijke gebrokenheid oftewel de (geestelijke) scheiding tussen God en de mens en de gevallen staat van de mens.
Om de geestelijke gebrokenheid en de gevallen staat van de mens te herstellen (genezen) moest Jezus Christus, de Zoon van God en het Levende Woord, in de gelijkenis van de mens, naar de aarde komen, om in Hem, door Zijn offer en Zijn bloed, de nieuwe mens te scheppen (o.a. Johannes 3:16-17, Romeinen 8:3-4, Efeziērs 2:14-18 (Lees ook: De hele schepping is geschapen in Jezus Christus)).
Net zoals God de liefde voor Zijn volk Israël betoonde door het geven van Zijn wet, die vanuit God (vanuit de hemel) kwam en Zijn wil en gerechtigheid bekendmaakte en het volk door haar gehoorzaamheid aan de woorden van God (de wet) zou behoeden voor het kwaad en de vernietiging, en hen zou bewaren en zij zouden leven, zo betoonde God Zijn liefde voor de mens (de wereld) door Zijn Woord, Zijn Zoon Jezus Christus, vanuit de hemel naar de aarde te zenden, om de mens te redden van het kwaad en de vernietiging en eeuwig leven te geven.
God zond niet alleen Zijn Woord voor het huis Israëls, maar God Zijn Woord voor de gehele mensheid, die de wereld toebehoren (Lees ook: Waarom God Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft?).
De gerechtigheid Gods
Wat de wet van Mozes niet kon, kon Jezus de Christus, het Levende Woord, wél. En zo bracht het offer van Jezus en Zijn bloed, voor eens en voor altijd verzoening tussen God en de mens, die in Hem gelooft en wedergeboren is in Hem.
Door het offer van Jezus zijn de offers van dieren (die tijdelijk verzoening brachten voor de zonden en ongerechtigheden van de gevallen mens, die tot het huis Israëls behoorde) verouderd en niet meer van toepassing in het Nieuwe Verbond, aangezien de oude mens, voor wie de offers bedoeld waren, gestorven is in Christus (Lees ook: Wat is het verschil tussen de offers van dieren en het offer van Jezus Christus?).
De nieuwe mens is door het bloed van Jezus gerechtvaardigd en volmaakt (perfect) geschapen in Christus. En vanuit die nieuwe volmaakte staat in Christus, in plaats van de oude gevallen staat, zal de nieuwe mens naar de Geest in gehoorzaamheid aan Gods Woord heilig leven en wandelen in gerechtigheid
Als jij dit gelooft en jij dus gelooft, dat God Zijn Zoon Jezus Christus, die het levende Woord is en de wil van de Vader vertegenwoordigt, naar de aarde gezonden heeft en in het vlees gekomen is en volledig mens was en jouw plaatsvervanger werd en door jouw zonde is gekruisigd en jouw zonde heeft gedragen aan het kruis en door de straf voor jouw zonde, de hel is ingegaan en als Overwinnaar uit de dood is opgestaan en naar de hemel opsteeg en gezeten is aan de rechterhand van God en het Koningschap van het Koninkrijk der Hemelen heeft ontvangen en Hij regeert, dan zul jij Hem gehoorzamen en jou laten dopen in water en met de Heilige Geest, zodat de oude mens sterft en de nieuwe mens kan opstaan, die bestaat uit bloed, water en Geest (o.a. Mattheüs 3:16, Marcus 16:15-18, Handelingen 8:37-38, Romeinen 6:3, 1 Korintiërs 12:13, Galaten 3:27, 1 Johannes 5:7-8).
God heeft Zijn Woord gegeven en door de wedergeboorte in Christus, ben jij de nieuwe mens geworden en heb jij een nieuw hart in jouw binnenste gekregen.
Door de inwoning van de Heilige Geest, leeft Christus in jou en regeert Christus in jouw hart en staat de wil van God en Zijn geboden opgeschreven in jouw hart, daar hoef jij dus niet meer naar op zoek te gaan (o.a. Deuteronomium 30:9-14, Ezechiël 11:19-20; 36:26-27, 1 Korintiërs 2:9-13, Kolossenzen 1:27, Hebreeën 10:16-18).
Vanuit het hart zijn de oorsprongen des levens
Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens (Spreuken 4:23).
Immers, er is geen goede boom, die slechte vrucht voortbrengt, noch ook een slechte boom, die goede vrucht voortbrengt. Want elke boom wordt aan zijn eigen vrucht gekend. Want van dorens leest men geen vijgen, en van een braamstruik oogst men geen druif. Een goed mens brengt uit de goede schat zijns harten het goede voort en een slecht mens brengt uit de boze schat het boze voort. Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond (Lucas 6:43-45)
Het Woord zegt, dat de woorden en werken van een mens voortkomen vanuit het hart (wat het hart gelooft). Uit het hart komen boze overleggingen (gedachten), moord, echtbreuk, hoererij, diefstal, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, overmoed, onverstand, leugenachtige getuigenissen, godslasteringen (Mattheüs 15:18-20, Marcus 7:21-22).
Dit betekent, dat de woorden, die iemand spreekt en de werken, die iemand doet, bewijzen of iemand werkelijk gelooft in Jezus en wedergeboren is in Christus en een zoon van God (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen) is geworden en Zijn wil staat opgeschreven in het hart of niet (Lees ook: Hoe weet je of Jezus Christus in jou is?).
Want de boom zul je aan de vruchten herkennen. Iemand, die dus zegt te geloven en belijdt dat hij wedergeboren en dus gerechtvaardigd is in Christus, kan niet zeggen dat hij nog een zondaar is. Als hij dit zegt, spreekt hij het Woord tegen en gelooft hij niet, dat hij door het bloed van Jezus gerechtvaardigd is en een nieuwe schepping is geworden.
Wat spreekt en belijdt de mond van een mens en wat doet de mens als hij niet in de kerk is en niet omringd is met Christenen? (o.a. Lukas 6:43-45 (Lees ook: Ben jij nog een zondaar?)
Dienaren van de gerechtigheid
Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? Maar Gode zij dank: gij wáárt slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is; en vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid (dienaren van de gerechtigheid (Romeinen 6:15-18)
De nieuwe mens is besneden in Christus en is niet meer de oude mens, een zoon van de duivel, die in gehoorzaamheid aan de zonde leeft. Maar de nieuwe mens is vrijgemaakt van de zonde en ongerechtigheid in Christus, door het sterven van het vlees, waarin de zonde en de dood heerst, en door de opstanding van de geest uit de dood, waarin de gerechtigheid van God regeert, zal de mens een dienaar van de gerechtigheid zijn en door zijn wandel de gerechtigheid van God laten zien (Lees ook: De wapenen van het licht en Wat betekent de besnijdenis in Christus?).
Het oude hart van steen is vervangen door het nieuwe hart van vlees. Door de verandering van hart zal de mens anders gaan spreken en handelen en dus anders gaan leven, niet meer als zondaar (zoon van de duivel), maar als een rechtvaardige (zoon van God).
De nieuwe mens zal door de verandering van hart Jezus Christus als Heere belijden en Hem erkennen als Verlosser en Heere van zijn leven, in alles.
De rechtvaardige zal uit geloof leven
Want ik schaam mij het evangelie van Christus niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. Want gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven (Romeinen 1:16-17)
De nieuwe mens zal niet zwijgen en zal zich niet schamen voor Jezus en zijn mond houden over het evangelie van Christus en de mensen laten begaan in zonde, in de duisternis op de brede weg, die tot vernietiging en de eeuwige dood leidt.
Maar de nieuwe mens, die gerechtvaardigd is door het geloof in Jezus Christus en de wedergeboorte in Hem, zal vanuit zijn geloof en zijn volmaakte rechtvaardige staat in Christus, in Zijn gezag en de kracht van de Heilige Geest de waarheid van God en het evangelie van Jezus Christus en de weg van redding voor de gevallen mens (zondaar) verkondigen, zodat vele zielen tot geloof komen in Jezus Christus en door het geloof in Jezus gered worden uit de macht van de duisternis en verlost worden van de zonde en de dood (Lees ook: Als Christenen zwijgen, wie zullen dan de gevangenen van de duisternis bevrijden?).
Ontwaak tot gerechtigheid
Komt tot de rechte nuchterheid (ontwaak tot gerechtigheid) en zondigt niet langer, want sommigen hebben geen besef van God. Tot uw beschaming moet ik dit zeggen (1 Korintiërs 15:34)
Een belijdenis met de mond zegt niet zoveel en is van geen enkele waarde voor God zolang de werken en het leven van de mens de belijdenis niet bevestigen.
Iemand is niet behouden, wanneer hij of zij enkel zegt te geloven in Jezus (en zich laten dopen), maar vervolgens leeft zoals de persoon voorheen heeft geleefd, als de oude mens naar het vlees in de duisternis.
Kijk maar naar Simon de tovenaar, die (zogenaamd) tot geloof kwam en zich liet dopen in de Naam van de Heere Jezus, maar zijn hart stond niet recht tegenover God. Zijn woorden waren inhoudsloze woorden en zijn daad had geen betekenis. Simon was slecht en na zijn zogenaamde bekering was hij nog steeds slecht.
Simon de tovenaar geloofde en had zich laten dopen enkel om de tekenen en de grote krachten, die hij Filippus zag doen en begeerde.
Zijn boze hart werd geopenbaard, toen hij zag dat de gelovigen door handoplegging van de apostelen de Heilige Geest ontvingen en hij deze macht oftewel deze gave van God begeerde en wilde kopen, waarop Petrus hem bestrafte en gebood om zich te bekeren en moest bidden of God hem zou vergeven voor de slechte gedachten van zijn hart (Handelingen 8:9-24 (Lees ook: Jezus volgen omwille van de tekenen en wonderen)).
De rechtvaardige zal rechtvaardige werken doen
Jezus zei, acht de boom goed, maar dan ook zijn vrucht, of acht de boom slecht, maar dan ook zijn vrucht, want aan zijn vrucht kent men de boom. Adderengebroed, hoe kunt gij, die slecht zijt, iets goeds zeggen? Want uit de overvloed des harten spreekt de mond. Een goed mens brengt uit zijn goede schat goede dingen voort, en een slecht mens uit zijn boze schat boze dingen. Maar Ik zeg u: Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken zullen zij rekenschap geven op de Dag des Oordeels, want naar uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en naar uw woorden zult gij veroordeeld worden (Mattheüs 12:33-37)
Een rechtvaardig hart zal rechtvaardige werken naar de wil van God voortbrengen en een onbekeerd onrechtvaardig hart zal de zonde en ongerechtigheid voortbrengen.
God kent geen aanzien des persoons, zelfs niet als jij tot het huis Israëls behoort of lid bent van een kerk en jezelf Christen noemt, maar God oordeelt jouw woorden en werken naar het Woord.
Als jij gelooft in Jezus en Hem belijdt als Heere, dan zul jij Hem ook erkennen als Heere (Hoofd, Koning) van jouw leven en jouw vertrouwen op Hem stellen.
Jij zal Hem geloven en tijd met Hem spenderen en jouw denken vernieuwen met het Woord van God en in jouw hart bewaren en het Woord van God spreken tot de mensen om jou heen.
Door het geloof in de woorden van Jezus en het opvolgen van Zijn woorden en geboden en daardoor doen wat Hij zegt en getuigen van Hem, zul jij laten zien dat jij Hem gelooft en Hem liefhebt.
Want aan de woorden en werken van een mens kun je zien of de mens werkelijk gelooft in zijn hart, dat Jezus Heere is en dat God Hem uit de doden heeft opgewekt en kun je zien dat een mens van Jezus houdt.
Want er zijn velen, die Jezus belijden als Heere en zeggen van Hem te houden, terwijl hun hart verre van Hem is en Hem niet toebehoort.
Hoevelen zijn er wel niet, die op zondag Jezus belijden als Heere en zeggen en zingen dat zij van Hem houden en Hem toebehoren, maar de rest van de week Jezus verloochenen met hun leven; door hun woorden en werken.
Alhoewel zij zeggen dat zij Hem toebehoren, behoren zij Hem niet toe en daardoor spenderen zij geen tijd met Hem en kennen zij Hem niet en onderwerpen zij zich niet aan Hem en doen niet wat Hij zegt, maar zij behoren de wereld toe en spenderen hun tijd aan de dingen van de wereld en gaan hun eigen weg (o.a. Mattheüs 15:8-9, Lucas 6:46-49).
Zij belijden Jezus als Heere, maar leven als de wereld en blijven de werken van het vlees doen, waardoor zij de kracht van het kruis en de opstanding van Jezus Christus uit de dood en Zijn verlossingswerk, verloochenen en ontkrachten. Want door hun wandel naar het vlees en de volharding in zonde zeggen zij eigenlijk, dat het verlossingswerk van Jezus en Zijn bloed en de wedergeboorte in Hem niet krachtig genoeg is om een mens te verlossen van de macht van de duisternis en te rechtvaardigen en te doen heersen over de zonde en de werken van het vlees af te leggen. Denk je, dat God een welbehagen heeft in de belijdenis van deze mensen?
Geloven is vertrouwen op God
Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden; wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, opdat het zij, gelijk geschreven staat: Wie roemt, roeme in de Heere (1 Korintiërs 1:30-31)
Als jij gelooft, dan zul jij op het Woord vertrouwen, aangezien jij gelooft dat elk woord van God de waarheid is.
Jij zal niet vertrouwen op de wereldse kennis en wijsheid, die voor God dwaasheid zijn, en de woorden van de wereld boven de woorden van God geloven, gehoorzamen en verkondigen en haar technieken, methoden (werkwijze) opvolgen en toepassen in jouw leven of gebruiken voor het leven van anderen, maar jij zal vertrouwen op de woorden, kennis en wijsheid van God, die voor de wereld onlogisch en dwaas zijn en daardoor niet gelooft worden. Want hoe kan bijvoorbeeld het licht door een woord tot stand komen? Hoe kan een mens uit het stof (en vanuit een rib van een mens) geformeerd worden? Dat kan niet, volgens de wereld.
De wetenschap van de wereld heeft een natuurlijke verklaring en bewijs voor de schepping nodig, aangezien de natuurlijke mens een vleselijk denken heeft en het verstandelijk vermogen (intellect) niet toereikend is om de dingen van God te begrijpen, te verklaren en daardoor te geloven.
Omdat God Geest is en Zijn woorden Geest zijn en de hemel en de aarde en al wat daarin is vanuit het niet zijnde (de geestelijke wereld) tot aanzijn is geroepen door God en tot stand is gekomen door het Woord en de Geest, kan de wereld God niet erkennen als Schepper van de hemel en de aarde en al wat daarin is.
Maar door het geloof en de wedergeboorte in Christus, ben jij de nieuwe mens geworden en heb jij het denken van Christus en de Geest van God in jouw binnenste, waardoor jij het Koninkrijk van God kan zien (o.a. Johannes 3:3, 1 Korintiërs 1:18-31; 2:6-16 (Lees ook: Heeft God de hemel en de aarde in zes dagen geschapen en Kunnen de Bijbel en de wetenschap samengaan?))
Met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis
Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren (Openbaring 14:12)
Als jij gelooft en met jouw mond belijdt dat Jezus Heere is en met jouw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, dan zul jij Zijn woorden geloven en deze in jouw hart bewaren en Christus belijden en Zijn woorden spreken en naar Zijn woorden leven, omdat het Woord het hoogste Gezag in jouw leven is.
Jij bent geen zondaar meer, maar jij bent de gerechtigheid Gods in Christus geworden en daardoor zul jij je onderwerpen aan Hem en Zijn woorden gehoorzamen en doen wat Hij jou heeft opgedragen om te doen en zul jij leven in gehoorzaamheid aan Hem, waardoor de gerechtigheid van God zichtbaar wordt door jouw leven.
En zo geloof jij met jouw hart tot gerechtigheid en belijd jij met jouw mond tot behoudenis. Want geloof zonder werken is dood.
‘Wees het zout der aarde’
