Wat zegt de Bijbel over de woorden van God?

De Bijbel zegt, dat de woorden van God de waarheid zijn. De woorden van God zijn geest en leven en zijn zowel water als vuur. Gods woord is een lamp en een licht en is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en bevrijdt, geneest. en geeft leven aan een ieder, die gelooft. De hele schepping is geschapen door het Woord van God en getuigt van God. De woorden van God doen zondaren bekeren van hun boze wegen. Degenen. die het Woord gevonden hebben, hebben de Weg, de Waarheid en het Leven gevonden. Voor hen zijn de woorden van God kostbaar, aangezien zij de waarheid zijn en de kennis, wijsheid en het leven van God bezitten. Zij luisteren naar de woorden van God en geloven en gehoorzamen Zijn woorden. Degenen, die van Gods woorden houden, houden van Jezus en de Vader en bewaren Zijn woorden en geboden in hun hart en leven daarnaar, zodat zij in Hem blijven. Zij gehoorzamen Zijn woorden en jagen naar gerechtigheid, omdat zij van de gerechtigheid houden en de zonde en ongerechtigheid haten, net als hun Heere en hun Vader uit Wie zij zijn geboren. De woorden van de Vader zullen voor altijd in de monden van Zijn zonen (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen) zijn. 

Wat zegt de Bijbel over de woorden van God?

De Bijbel is het Woord van God, maar wat zegt de Bijbel over de woorden van God? Hieronder staan enkele van de vele Bijbelteksten, die over de woorden van God gaan.

De woorden van God zijn de waarheid

Heel uw woord is waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig (Psalm 119:160)

Nabij zijt Gij, o Heere, en al Uw geboden zijn waarheid (Psalm 119:151)

Want des Heeren woord is waarachig, al Zijn werk geschiedt in trouw (Psalm 33:4)

Uw gerechtigheid is gerechtigheid voor eeuwig en Uw wet is waarheid (Psalm 119:142)

Heilig hen in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. Gelijk Gij Mij gezonden hebt in de wereld, heb ook Ik hen gezonden in de wereld; en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid (Johannes 17:17-19)

De woorden van God zijn kennis, wijsheid en verstandigheid

Want de Heere geeft wijsheid, uit Zijn mond komen kennis en verstandigheid. Hij bewaart hulp voor de oprechten, Hij is een schild voor wie onberispelijk wandelen (Spreuken 2:6-7)

De wereld is door het woord van God tot stand gebracht

Door het woord des Heeren  zijn de hemelen gemaakt, door de adem van Zijn mond al hun heer (Psalm 33:6)

Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare (Hebreeën 11:3 (Lees ook: Heeft God de hemel en de aarde in zes dagen geschapen?))

Want willens en wetens ontgaat hun, dat door het woord van God de hemelen er sedert lang geweest zijn en de aarde, die uit en door het water bestaat, waardoor de toenmalige wereld is vergaan, verzwolgen door het water. Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen (2 Petrus 3:5-7)

De woorden van God zijn geest en leven

Mijn zoon, sla acht op Mijn woorden, neig uw oor tot Mijn uitspraken; laat ze niet wijken uit uw ogen, bewaar ze diep in uw hart. Want zij zijn leven voor wie ze vinden, genezing voor hun ganse lichaam (Spreuken 4:20-21)

Dan zal ik wandelen op ruime baan, want ik zoek uw bevelen (Psalm 119:45)

En Jezus antwoordde hem: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van elk woord van God (Lucas 4:4)

De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut; de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven (Johannes 6:63)

De woorden van God zijn levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard

Laten wij er dus ernst mede maken om tot die rust in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid te volgen. Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; en geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen (Hebreeën 4:11-13)

De woorden van God Zijn gerechtigheid

Mijn tong zal Uw woord bezingen, want al Uw geboden zijn gerechtigheid (Psalm 119:172)

De woorden van God zijn een lamp en een licht

Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. Ik heb gezworen, en ik zal het gestand doen, dat ik uw rechtvaardige verordeningen zal onderhouden (Psalm 119:105-106)

Het openen van Uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht (Psalm 119:131)

De woorden van God zijn als vuur

Daarom, zo zegt de Heere, de God der heerscharen, omdat gij dit woord spreekt: zie, Ik maak Mijn woorden in uw mond tot vuur en dit volk tot hout en zal hen verteren (Jeremia 5:14 (Lees ook: Gods Woord is een verterend vuur))

Is niet Mijn woord zó: als een vuur, luidt het woord des Heeren, of als een hamer, die een steenrots vermorzelt? (Jeremia 23:29)

De woorden van God zijn als water

Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb: blijft in Mij, gelijk Ik in u (Johannes 15:3)

Mannen hebt uw vrouw lief, evenals Christus Zijn Gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de Gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet (Efeziërs 5:25-27 (Lees ook: Het wassende water van het Woord)).

De woorden van God zijn zuiver en houden het pad van de gelovige rein

De woorden des Heeren zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd (Psalm 12:7)

Gods weg is volmaakt; des Heeren woord is zuiver. Hij is een schild voor allen die bij Hem schuilen (2 Samuël 22:31, Psalm 18:30)

Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar Uw woord (Psalm 119:9)  

Ik weerhoud mijn voeten van alle boze paden, opdat ik Uw woord onderhoude. Ik wijk niet af van Uw verordeningen, want Gij onderwijst mij. Hoe aangenaam zijn Uw redenen voor mijn verhemelte, meer dan honig voor mijn mond. Uit Uw bevelen heb ik inzicht ontvangen; daarom haat ik elk leugenpad (Psalm 119:101-104)

Uw woord is geheel gelouterd, uw knecht heeft het lief (Psalm 119:140)

De woorden van God doen zondaren terugkeren van hun boze wegen (als de zondaar dit wil)

Ik heb die profeten niet gezonden, toch hebben zij gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken, toch hebben zij geprofeteerd. Maar als zij in Mijn raad hadden gestaan, dan zouden zij Mijn volk Mijn woorden hebben doen horen, dan zouden zij hen hebben doen terugkeren van hun boze weg en van de boosheid hunner handelingen (Jeremia 23:21-22)

De woorden van God brengen verlossing en redding

Hij zond Zijn woord en genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen (Psalm 107:20 (Lees ook: Wat wordt er bedoeld met God zond Zijn Woord en genas hen?)

Dat Uw goedertierenheid over mij kome, o Heere, Uw heil naar Uw belofte (Uw woord); opdat ik mijn smader (belediger) iets hebbe te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord (Psalm 119:41-42)

Keert u tot Mijn vermaning! Zie, Ik wil Mijn Geest voor u uitstorten, u Mijn woorden bekendmaken (Spreuken 1:23)

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie Mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven  (Johannes 5:24 (Lees ook: Gods Woord brengt verlossing)).

De woorden van God geven troost en maken levend

Gedenk het woord tot uw knecht, omdat Gij mij hoop hebt gegeven; dit is mijn troost in mijn ellende, dat uw belofte mij levend maakt (Psalm 119:49-50) 

Ware Uw wet niet mijn verlustiging geweest, dan was ik vergaan in mijn ellende. Nimmer zal ik Uw bevelen vergeten, want door deze hebt Gij mij levend gemaakt (Psalm 119:92-93)

Wat gebeurt er met degenen, die de woorden van God niet geloven? 

Jezus riep en zeide: Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij, maar in Hem, die Mij gezonden heeft; en wie Mij aanschouwt, aanschouwt Hem, die Mij gezonden heeft. Ik ben als een licht in de wereld gekomen, opdat een ieder, die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijve. En indien iemand Mijn woorden hoort, maar ze niet bewaart, Ik oordeel hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, doch om de wereld te behouden. 

bijbeltekst johannes 12-48 Wie mij verwerpt en woorden niet aanneemt

Wie Mij verwerpt en Mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage.

Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en spreken moet.

En Ik weet, dat Zijn  gebod eeuwig leven is. Wat Ik dan spreek, spreek Ik zó, als de Vader Mij gezegd heeft (Johannes 12:44-50 (Lees ook: Gods Woord heeft het laatste woord op de Dag van het Oordeel))

Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet (Psalm 119:155)

Dit boze volk, dat weigert naar Mijn woorden te horen, dat in verstoktheid van hart wandelt, zodat zij andere goden zijn nagelopen om die te dienen en zich daarvoor neder te buigen, dat zal worden gelijk deze gordel, die nergens toe deugt. Want zoals de gordel kleeft aan het middel van een man, zo had Ik het gehele huis van Israël en het gehele huis Juda aan Mij doen kleven, luidt het woord des Heeren, om Mij te zijn tot een volk, tot een roem, een lof en een sieraad; maar zij hebben geen gehoor gegeven (Jeremia 13:10-11 (Lees ook: Gods Woord brengt scheiding)

Wat gebeurt er met degenen, die zich schamen voor de woorden van God?

Want wie zich voor Mij en voor Mijn woorden schaamt in dit overspelig en zondig geslacht, de Zoon des mensen zal Zich ook voor hem schamen, wanneer Hij komt in de heerlijkheid Zijns Vader, met de heilige engelen (Marcus 8:38, Lucas 9:26 (Lees ook: Jezus schaamde Zich niet)

De zonen van God luisteren naar de woorden van God

Hoort naar Mij, gij die gerechtigheid najaagt, gij die de Heere zoekt. Aanschouwt de Rots, waaruit gij gehouwen zijt, en de holte van de put waaruit gij gegraven zijt (Jesaja 51:1)

Luistert naar Mij, Mijn volk, en Mijn natie, neig uw oor tot Mij. Want een wet zal van Mij uitgaan en Mijn recht zal Ik stellen tot een licht der volken. Mijn zege is nabij, Mijn heil treedt te voorschijn, en Mijn armen zullen de volken richten; op Mij zullen de kustlanden wachten en op Mijn arm zullen zij hopen (Jesaja 51:4-5)

Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van God (Romeinen 10:17)

De zonen van God geloven en vertrouwen op de woorden van God

Opdat ik mijn smader iets hebbe te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord (Psalm 119:42)

Leer mij goed onderscheiden en kennen, want ik stel vertrouwen in Uw geboden (Psalm 119:66)

De woorden van God verblijven in de zonen van God

Ik heb u geschreven, vaders, want gij kent Hem, die van den beginne is. Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk en het woord Gods blijft in u en gij hebt de boze overwonnen (1 Johannes 2:14)

Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult Mijn discipelen zijn (Johannes 15:7-8)

De zonen van God houden van de woorden van God en onderhouden Zijn woorden

Uw bevelen zal ik overdenken en op Uw paden zal ik letten. In Uw inzettingen zal ik mij verlustigen, Uw woord zal ik niet vergeten. Doe wel aan Uw knecht, dan zal ik leven en Uw woord onderhouden (Psalm 119:15-17 (Lees ook: De zonen van God wandelen in de waarheid van Gods Woord)

Ik berg Uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondig (Psalm 119:11)

Ik toch verlustig mij in Uw geboden, die ik liefheb; daarom hef ik mijn handen op naar Uw geboden die ik liefheb, en overdenk ik Uw inzettingen (Psalm 119:47-48)

bijbeltekst 1 johannes 2-5 Wie Zijn Woord bewaart liefde Gods volmaakt

De Heere is mijn deel, ik heb beloofd Uw woorden te onderhouden (Psalm 119:57)

Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, opdat ik de getuigenis van Uw mond onderhoude (Psalm 119:88)

Ik haat weifelaars, maar Uw wet heb ik lief (Psalm 119:113)

Mijn zoon, bewaar Mijn redenen en leg Mijn geboden bij u weg. Bewaar Mijn geboden en leef, en Mijn onderwijzing als uw oogappel (Spreuken 7:1-2 ((Lees ook: Gods Woord is een spiegel).

Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. Doe niets aan Zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een leugenaar bevonden wordt (Spreuken 30:5-6)

Hij antwoordde echter en zeide tot hen: Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen, die het woord Gods horen en doen (Lucas 8:21)

Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren (Lucas 11:28)

Jezus antwoordde en zeide tot hem: indien iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord bewaren en Mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen. Wie Mij niet liefheeft bewaart Mijn woorden niet; en het woord, dat gij hoort, is niet van Mij, maar van de Vader, die Mij gezonden heeft. Dit heb Ik tot u gesproken, terwijl Ik nog bij u verblijf; maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in Mijn Naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb (Johannes 14:23-26 (Lees ook: Laat het Woord jouw Rechter zijn))

De zonen van God spreken de woorden van God en schamen zich niet

Geprezen zijt Gij, Heere; leer mij Uw inzettingen. Met mijn lippen verkondig ik alle verordeningen van Uw mond (Psalm 119:12-13)

Neem het woord der waarheid niet geheel van mijn mond, want Uw verordeningen verbeid ik, opdat ik Uw wet onderhoude, voor altoos en immer (Psalm 119:43-44)

Ik heb geloofd, zelfs toen ik sprak; ik ben zeer verdrukt (Psalm 116:10)

Mijn tong zal Uw woord bezingen (ten gehore brengen), want al Uw geboden zijn gerechtigheid (Psalm 119:172)

Ook zal ik voor koningen over Uw getuigenissen spreken zonder mij te schamen (Psalm 119:46)

bijbeltekst johannes 14-10 woorden die ik tot u spreek

En wat Mij aangaat, dit is Mijn verbond met hen, zegt de Heere: Mijn Geest, die op u is, en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, zullen niet wijken uit uw mond noch uit de mond van uw kroost, noch uit de mond van het kroost van uw kroost, zegt de Heere, van nu aan tot in eeuwigheid (Jesaja 59:21)

En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping (Marcus 16:15)

Wie zijn getuigenis aanvaardt, heeft bezegeld, dat God waarachtig is. Want Hij, die God gezonden heeft, die spreekt de woorden Gods, want Hij geeft de Geest niet met mate. (Johannes 3:33-34)

En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid (Handelingen 4:31)

Maar nu wij dezelfde Geest des geloofs hebben, gelijk geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook (2 Korintiërs 4:13)

En neemt de helm des Heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God (Efeziërs 6:17)

En toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis, dat zij hadden (Openbaring 6:9)

En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en (ik zag) de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang (Openbaring 20:4)

De zonen van God verblijden zich in de woorden van God

Ik verblijf mij over Uw woord als iemand die rijke buit vindt. Ik haat en verafschuw leugen, maar Uw wet heb ik lief (Psalm 119:162-163)

In de weg Uwer getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom (Psalm 119:14)

Ja, Uw getuigenissen zijn Mijn verlustiging, zij zijn mijn raadslieden s (Psalm 119:24

Al de woorden van God zullen in vervulling gaan

Want zoals de regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt en daarheen niet weerkeert, maar doorvochtigt eerst de aarde en maakt haar vruchtbaar en doet haar uitspruiten en geeft zaad aan de zaaier en brood aan de eter, 11alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend (Jesaja 55:10-11)

Daarom zeg tot hen: zo zegt de Heere Heere: geen van Mijn woorden zal nog langer worden uitgesteld. Het woord dat Ik spreken zal, zal in vervulling gaan, luidt het woord van de Heere Heere (Ezechiël 12:28)

De woorden van God staan voor eeuwig vast

Heel Uw woord is waarheid, al Uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig (Psalm 119:160)

Van oudsher weet ik uit Uw getuigenissen, dat Gij ze voor eeuwig hebt vastgesteld (Psalm 119:152)

Voor eeuwig, o Heere, houdt Uw woord stand in de hemelen (Psalm 119:89)

De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan (Mattheüs 24:35 Marcus 13:31, Lucas 21:33 (Lees ook: Gods Woord staat voor eeuwig vast))

Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot ongeveinsde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig lief, als wedergeborenen niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God. Want: alle vlees is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras; het gras verdort en de bloem valt af, maar het woord des Heeren blijft in der eeuwigheid (1 Petrus 1:22-25)

De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan (Mattheüs 24:35 Marcus 13:31, Lucas 21:33 (Lees ook: Gods Woord staat voor eeuwig vast))

En zie, Ik kom spoedig. Zalig hij, die de woorden der profetie van dit Boek bewaart!

Openbaring 22:7

‘Wees het zout der aarde’

You Might Also Like

    error: Content is protected !!