Vanaf het begin van de schepping wilde God een relatie hebben met de mens en met de mens wandelen. God was trouw aan de mens, maar het was de mens, die ontrouw werd aan God en ongehoorzaam werd aan Zijn gebod en besloot om zijn weg met God te verlaten en een andere weg in te slaan, die beter leek, dan de weg met God. Maar de mens kwam bedrogen uit. De mens viel van zijn positie en werd beroofd van zijn gerechtigheid en zijn heerschappij. De mens werd bevreesd voor God en verborg zich voor Gods aangezicht. Net als zovelen, die zich vandaag de dag uit angst verbergen voor God en niet in Zijn nabijheid kunnen komen. Maar God weet waar de mens zich bevindt, net zoals God allang wist waar Adam zich bevond. En net zoals God riep tot Adam, waar ben je? Zo roept God nog steeds tot de mens, waar ben je? En wacht Hij, totdat de mens uit zijn schuilhoek tevoorschijn komt.
Adam wandelde met God
Toen zij het geluid van de Heere God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de Heere God tussen het geboomte in de hof. En de Heere God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij? (Genesis 3:8-9)
Adam (de mens) wandelde met God tot aan de dag, dat Adam ongehoorzaam werd aan Zijn Schepper, zijn Vader, en luisterde naar de schepping van zijn Vader; de vrouw, die luisterde naar de slang.
Door het luisteren naar de woorden van de slang en het opvolgen van zijn woorden, voer de dood in de mens en stierf de geest van de mens en werd de mens gescheiden van God en verloor de mens zijn heerschappij op aarde. En zo leidde de zonde tot de dood, zoals God had voorzegd (Lees ook: Zul je niet sterven als je blijft zondigen?).
De mens was gevallen van zijn positie en van zijn gerechtigheid beroofd.
Door de daad van ongehoorzaamheid aan het gebod van God was de mens niet langer meer bekleed met gerechtigheid, maar was de mens bevuild door de zonde en naakt geworden.
De mens kon niet meer in vrijmoedigheid God benaderen en in Zijn aanwezigheid verblijven en daardoor verborg de mens zich voor Gods aangezicht.
De mens was een zondaar geworden en aangezien het kwaad in het zaad van de mens zat, zou een ieder, die uit het zaad van de mens geboren zou worden, geboren worden als zondaar en een zondige natuur bezitten, die regeert in het vlees, en de dood in zich dragen (Lees ook: Eens een zondaar, altijd een zondaar?).
Vanaf de zondeval voerde de dood heerschappij in het leven van de gevallen mens, waardoor de mens aangestuurd zou worden door de dood en de vrucht van de dood; de zonde zou dragen.
Aangezien de dood heerschappij voerde in het leven van de mens, zou er een dag komen, dat de dood de zijnen zou halen en zij in zijn rijk (het dodenrijk, Hades) zouden binnengaan.
Adam, waar ben je?
God wist wat er gebeurd was in de hof van Eden. Hij wist wat Adam had gedaan, maar ondanks Zijn wetenschap riep God de mens tot Zich en zei tot Adam, waar ben je?
Wat moet er door God zijn heengegaan, toen Hij Zijn zoon niet aantrof? Hoe moet God Zich hebben gevoeld, toen Hij erachter kwam, dat Zijn zoon Hem had verlaten en Hem door zijn daad van ongehoorzaamheid als Leugenaar had bestempeld en zijn Maker; zijn Vader had verworpen en ingeruild voor een ander?
De zonde, waarvoor God hem uit liefde had gewaarschuwd, had scheiding gemaakt tussen de mens en God en de relatie tussen de mens en God verbroken.
En in deze gevallen natuur en vanuit de gevallen staat en de gebroken relatie met God, zou de mens zijn dagen vol maken op aarde en vervolgens terugkeren naar de aarde; naar het dodenrijk.
Adam kwam uit zijn schuilplaats tevoorschijn
En de Heere God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij? En hij zeide: Toen ik Uw geluid (stem) in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij. En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te eten? Toen zeide de mens: De vrouw, die Gij aan mijn zijde gesteld hebt, die heeft mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten. Daarop zeide de Heere God tot de vrouw: Wat hebt gij daar gedaan? En de vrouw zeide: De slang heeft mij verleid en toen heb ik gegeten. Daarop zeide de Heere God tot de slang: Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij leeft. En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen (Genesis 3:9-15 lees ook: vers 16-24)
Op de roep van Gods stem, kwam Adam tevoorschijn uit zijn schuilplaats en vertelde God, dat hij bevreesd was, toen hij Gods stem in de hof hoorde, en zich verborg.
Was God veranderd of had God iets gedaan, waardoor de mens angstig was geworden voor God en niet meer de vrijmoedigheid had om Hem te benaderen en samen met Hem te wandelen?
Nee, God was niet veranderd en had niets gedaan.
God was niet verantwoordelijk voor de verandering van het gedrag van de mens; dat de mens bevreesd was geworden en zich verborg voor God.
God was niet verantwoordelijk voor de val van de mens en zijn gebroken staat.
En God was ook niet verantwoordelijk voor het ontnemen van de mens zijn gerechtigheid en heerschappij.
Het was de mens, die veranderd was, door het geloof in de leugen van de slang in plaats van de waarheid van God.
Het was de mens, die verantwoordelijk was voor zijn val, zijn gebroken staat en zijn verandering van gedrag door de woorden van de slang te gehoorzamen.
Het was de mens, die verantwoordelijk was voor het verbreken van de relatie met zijn Vader en de verandering van vaderschap door te buigen voor de slang.
De schuld van de gebroken staat, de gebroken relatie en de verandering van gedrag lag bij de mens zelf, aangezien zij de leugen van de slang boven de woorden van God geloofden en opvolgden en daardoor zondigde tegen God (Lees ook: Verborgen in de schuilplaats van leugens).
Dat is wat de zonde deed en dat is wat de zonde nog steeds doet in het leven van de mens.
Jezus is de Redder, Geneesheer en Verzoener van de mens
Vanaf het begin van de schepping wilde God een relatie hebben met de mens. Dat was Gods wil en dat is nog steeds Gods wil. Maar alhoewel het Gods wil is om een relatie met de mens te hebben, is het niet altijd de wil en het verlangen van de mens om een relatie met God te hebben.
God gaf uit liefde voor de mens Zijn Zoon, die wandelde met Zijn Vader en in gehoorzaamheid aan Zijn Vader en Zijn geboden de lijdensweg van het kruis ging en de zonde van de wereld op Zich nam en in het dodenrijk kwam en vervolgens de dood overwon en als Overwinnaar opstond uit de dood met de sleutels van de dood en het dodenrijk (Lees ook: Wat bedoelde Jezus met de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen?)
Jezus, de Zoon en het Levende Woord van God, werd aan de mens gelijk en kwam om de gevallen mens te verlossen van de macht van de duisternis en zijn natuur, positie en vrede met God te herstellen.
Daarom is Jezus de Redder, Geneesheer en Verzoener van de (gevallen) mens.
Jezus is de Weg van verlossing voor de gevallen mens. Hij is de Weg van verzoening met de Vader en de Weg om de gebroken staat van de mens te herstellen (genezen).
Door het bloed van Jezus is de mens gereinigd van al zijn zonde en ongerechtigheden.
En door het geloof en de wedergeboorte in Christus (de dood van het vlees en de opstanding van de geest uit de dood) is de mens bekleed met Christus en een nieuwe schepping geworden, die verzoend is met God en leeft in vrede met God.
De nieuwe mens is géén zondaar meer en leeft niet meer gescheiden van God als vijand van God en promoter van de zonde, maar de nieuwe mens is gerechtvaardigd, hersteld (genezen) en verzoend met de Vader en leeft in gemeenschap met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
De oude mens is bang en verschuilt zich voor God, maar de nieuwe mens verschuilt zich niet meer voor God en leeft niet in angst en valse nederigheid onder veroordeling. De nieuwe mens is vrijgemaakt in Christus en verzoend met God en wandelt met God en leeft in gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord in Zijn wil en is een getuige van Jezus Christus en zal Hem nooit verloochenen (Lees ook: Belijd jij Jezus voor de mensen of verloochen jij Hem?).
Waar ben je?
Maar ondanks de verlossing van de mens, zijn er veel Christenen, die nog steeds de oude schepping zijn en leven in angst en veroordeling en zich schamen en verbergen voor God. Sommigen kunnen niet in Zijn aanwezigheid zijn en anderen willen niet in Zijn aanwezigheid zijn.
Alhoewel zij naar de kerk gaan en van alles leren over God de Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest, kennen zij Hem niet persoonlijk en wandelen niet met Hem (Lees ook: Religie of relatie?).
Zij zoeken niet de dingen die boven zijn, waar Christus is gezeten aan de rechterhand van de Vader, en spenderen zelf geen tijd in het Woord en in gebed, maar zij zijn te druk met hun eigen leven en besteden hun tijd aan de dingen van de wereld.
In plaats dat zij hun denken vernieuwen met de woorden van God, vullen zij hun denken met de woorden en de ideologie van de wereld, die afkomstig zijn van de duivel en zijn koninkrijk, waardoor zij wereldgelijkvormig blijven en de gezindheid van het vlees behouden en wandelen naar de lusten en begeerten van het vlees en dezelfde vrucht als de wereld dragen.
En als zij door hun wandel corruptie oogsten en in moeilijkheden komen of als de dingen niet zo gaan zoals zij hadden gepland of gewild, dan worden zij boos op God en geven God de schuld en roepen zij tot God, waar bent U!
Terwijl God nog steeds dezelfde is en in al die tijd nergens naartoe is gegaan, maar nog steeds wachtende is op diegenen, die met Hem willen wandelen en in Zijn nabijheid willen verblijven, en antwoord, waar ben jij?
‘Wees het zout der aarde’
