En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen (Efeziërs 6:18)
Wanneer jij de gehele wapenrusting van God aandoet en daarbij bidt met aanhoudend bidden en smeken (smeekbede, (dringend) verzoek, petitie) bij elke gelegenheid in de Geest en wakende blijft, dan zal jij in staat zijn om stand te houden tegen de verleidingen van de duivel en weerstand te bieden in de boze dag en om jouw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden. Want als jij niet de gehele wapenrusting van God aandoet en niet bidt, zal jij ook niet in staat zijn om stand te houden tegen de verleidingen van de duivel, maar zal jij de geestelijke strijd verliezen en het onderspit delven.
Alhoewel het gebed niet wordt benoemd als een onderdeel van de wapenrusting, wordt het gebed wel samen benoemd met de geestelijke wapenrusting om stand te kunnen houden tegen de verleidingen van de duivel en weerstand te kunnen bieden in de boze dag. Want jouw wandel als de nieuwe schepping op aarde valt of staat met het gebed.
Het gebedsleven van de wedergeboren Christen
En ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. En de heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, opdat zij één zijn, gelijk Wij één zijn: Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot één, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt – Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om Mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging der wereld. Rechtvaardige Vader, de wereld kent U niet, maar Ik ken U, en dezen weten, dat Gij Mij gezonden hebt; en Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt en ik zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen (Johannes 17:20-26)
Elke wedergeboren gelovige is verbonden in de Geest met God. Als jij bent wedergeboren leeft de Heilige Geest in jou, waardoor de Vader en de Zoon in jou Hun woonstede hebben gemaakt en Zij in jou leven en jij in Hen.
Indien iemand Mij wil dienen, hij volge Mij, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn (Johannes 12:26)
God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om Zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, – door genade zijt gij behouden -, en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus, om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom Zijner genade te tonen naar (Zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus (Efeziërs 2:4-7)
Als jij bent wedergeboren, ben jij gezeten in Jezus Christus in de hemelse gewesten. Dit betekent, dat jij daar al bent en niet allerlei natuurlijke methoden en technieken hoeft toe te passen en geen natuurlijke middelen hoeft te gebruiken, om daar te komen.
Vanuit jouw positie in Christus, leef en wandel jij naar de Geest in de geestelijke wapenrusting van God op aarde en bid jij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest.
Het gebedsleven van Jezus
Tijdens Zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit Zijn angst, en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden, en toen hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden, door God aangesproken als Hogepriester naar de ordening van Melchisedek (Hebreeën 5:7-10)
Alhoewel Jezus zich vaak fysiek terugtrok om tijd met Zijn Vader in gebed door te brengen, was Jezus in de Geest verbonden met Zijn Vader en bad altijd (o.a. Mattheüs 14:23, Marcus 1:35, Marcus 6:46, Lucas 5:16, Lucas 6:12, Lucas 9:18, Lucas 21:37).
De Vader woonde in Hem en Hij in de Vader door de Heilige Geest en zo vormden Zij de Goddelijke Éénheid (o.a. Johannes 10:30).
Jezus ontving de Heilige Geest tijdens Zijn gebed
En het geschiedde, terwijl al het volk gedoopt werd, dat, toen ook Jezus gedoopt werd en in gebed was, de hemel zich opende, en de Heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem nederdaalde, en dat er een stem kwam uit de hemel: Gij zijt Mijn Zoon, de geliefde, in U heb Ik Mijn welbehagen (Lucas 3:21-22)
Toen Jezus werd gedoopt door Johannes de Doper en in gebed was, ontving Jezus de Heilige Geest en het getuigenis van de Vader, dat Jezus Zijn geliefde Zoon is, in wie Hij Zijn welbehagen heeft.
De Vader verhoorde het gebed van Jezus bij het graf van Lazarus
En Jezus sloeg de ogen opwaarts en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij verhoord hebt. Zelf wist Ik, dat Gij Mij altijd verhoort, maar ter wille van de schare, die rondom Mij staat, heb Ik gesproken, opdat zij geloven, dat Gij Mij gezonden hebt (Johannes 11: 41-43)
Voordat Lazarus uit de dood werd opgewekt, maakte Jezus Zijn verbondenheid en éénheid met Zijn Vader bekend aan diegenen, die in Zijn nabijheid waren en sprak (bad) Jezus openlijk met de Vader en de Vader verhoorde Zijn gebed.
Het aanhoudend bidden en smeken van Jezus
Het aanhoudend bidden en smeken van Jezus ging vooraf aan Zijn woorden en de werken die Hij deed. Alles wat Hij deed kwam voort uit Zijn relatie met de Vader. Jezus sprak de woorden van Zijn Vader en deed de werken, die Hij Zijn Vader had zien doen (o.a. Johannes 8:38, Johannes 10:32-37).
Door het aanhoudend gebed en het smeken in de Geest was Jezus bestand tegen al de verleidingen van de duivel en kon Jezus de lijdensweg van God gaan (Lees ook: ‘De strijd in het hof‘ en ‘De kruisiging van de ziel’).
En zo bleef Jezus gehoorzaam aan Zijn Vader tot aan Zijn dood en openbaarde Hij de liefde van God voor de mens door het volbrachte verlossingswerk aan het kruis en stond Jezus als Overwinnaar op uit de dood (Lees ook: ‘De ware betekenis van het kruis‘)
Bid altijd en verslap niet!
Hij sprak een gelijkenis tot hen met het oog daarop, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen (Lucas 18:1)
Jezus gaf het voorbeeld en de opdracht om altijd te bidden. Daarmee bedoelde Jezus, dat jij niet moet verslappen en moet ophouden met bidden, maar dat jij altijd moet bidden en moet blijven volharden in het gebed. Als voorbeeld gaf Jezus de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter (Lees ook: ‘Zal Ik het geloof vinden op aarde?’).
Jezus wist, dat er een tijd zou komen, waarin de mensen de gezonde leer niet meer zouden verdragen en zich naar verdichtsels zouden keren en niet meer vurig, maar lauw zouden zijn voor Hem en de dingen van God en Zijn Koninkrijk en de mensen nauwelijks een gebedsleven zouden hebben.
Jezus wist, dat naarmate het einde van het laatst der dagen zou naderen, de mensen afgeleid zouden worden en meer bezig zouden zijn met de dingen van de wereld en meer zouden vertrouwen op de wereld, dan op God.
Jezus wist, dat er een tijd zou komen, dat de mensen niet meer zouden volharden in het gebed en in het geloof net zolang zouden doorgaan, totdat zij verhoord zouden worden, maar dat zij al snel zouden opgeven en in de wereld op zoek zouden gaan naar een oplossing en de wereld zouden vragen om hulp.
En daarom stelde Jezus de vraag, dat als de Zoon des mensen zal terugkomen, zal Hij dan nog het geloof vinden op aarde? Een geloof, dat volkomen vertrouwt op God en volhardt en niet opgeeft? Een geloof, dat trouw en gehoorzaam blijft aan God en Jezus Christus; het Woord en onder geen enkele voorwaarde compromissen sluit en Hem nooit zal verlaten?
Waakt en bid
Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak (Mattheüs 26:41)
Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen (Lucas 21:36)
Door het gebed in de Geest zal jij wakende blijven en voorkomen dat jij geestelijk in slaap valt.
Door altijd te bidden en wakende te blijven in de Geest, zal jij niet in verzoeking komen, maar zal jij standhouden tegen al de verleidingen van de duivel en zal jij in staat wezen om te ontkomen aan alles wat zal gebeuren en gesteld worden voor het aangezicht van Jezus Christus.
Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen. Al wat de Vader heeft, is het Mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt uit het Mijne en zal het u verkondigen (Johannes 16:12-15)
De Heilige Geest zal jou de weg wijzen tot de volle waarheid. Hij zal tot jou spreken en jou onderwijzen, corrigeren, vermanen, waarschuwen en de toekomst openbaren.
De woorden van de Heilige Geest zullen altijd in overeenstemming zijn met de wil van de Vader en Zijn Woord, aangezien de Heilige Geest spreekt naar wat Hij hoort en daarom zal Hij de woorden van Jezus Christus en de Vader spreken en bekendmaken.
Bid altijd voor de heiligen
Ik bid voor hen; niet voor de wereld bid Ik U, maar voor hen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn van U, en al het Mijne is het Uwe en het Uwe is het Mijne, en Ik ben in hen verheerlijkt (Johannes 17:9-10)
Jezus bad niet voor de wereld, maar Jezus bad voor diegenen, die God Hem op Zijn weg had gegeven. En zo behoren Zijn volgers Zijn voorbeeld te volgen en altijd te bidden voor hun medegelovigen oftewel de heiligen (Lees ook: Het belang van bidden voor medegelovigen‘).
De apostelen volgden het voorbeeld van Jezus. Zij kenden de kracht van het gebed en baden altijd voor de heiligen (o.a. 2 Korintiërs 13:7, Kolossenzen 1:9, Filippenzen 1:9, 3 Johannes 1:2).
Zij baden voor de gemeenten en gaven de opdracht aan de gemeenten om voor de heiligen te bidden, inclusief hunzelf (o.a. Efeziërs 6:1, 1 Tessalonicenzen 5:25, 2 Tessalonicenzen 3:1, Hebreeën 13:18).
De wapenrusting Gods en het gebed
Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden; voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning hebben liefgehad (2 Timoteüs 4:7-8)
Zonder de wapenrusting Gods en het gebed, zullen de gelovigen niet bestand zijn tegen de verleidingen van de duivel en zullen zij geen stand kunnen houden in de boze dag en niet in staat zijn om de goede strijd te strijden en de loop ten einde te volbrengen en het geloof te behouden en het eeuwige leven te grijpen.
Doet daarom de wapenrusting Gods aan en bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen.
‘Wees het zout der aarde‘
