In 1 Korintiërs 15:29 sprak Paulus over de doop voor de doden. Wat bedoelde Paulus met dopen voor de doden? Aangezien er nergens anders in de Bijbel over een doop voor de doden wordt gesproken. Werden de doden gedoopt? Werden de mensen op de begraafplaatsen voor de doden gedoopt? Of werd een levende namens een dode gedoopt? Korinthe was vol afgoderij en occulte praktijken en rituelen, maar doelde Paulus met zijn woorden ook op een heidens occult ritueel, dat werd gepraktiseerd door de gemeente in Korinthe? Het zou kunnen, dat Paulus met dopen voor de doden doelde op een heidens ritueel, dat werd uitgevoerd in de gemeente, aangezien de gemeente in Korinthe vleselijk was en er in de gemeente vele dingen plaatsvonden, die niet naar de wil van God waren. Maar de doop voor de doden zou ook iets anders kunnen betekenen.
Het evangelie van Jezus Christus
Het is belangrijk om ‘dopen voor de doden’ in de context te lezen. Daarom is het belangrijk om te kijken waar Paulus over schreef, toen hij het fenomeen ‘dopen voor de doden’ benoemde.
Ik maak u bekend, broeders, het evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat gij ook ontvangen hebt, waarin gij ook staat, waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zó vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs tot geloof zoudt gekomen zijn.
Want vóór alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften, en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie het merendeel thans nog in leven is, doch sommigen zijn ontslapen. Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; maar het allerlaatst is Hij ook aan mij verschenen, als aan een ontijdig geborene.
Want ik ben de geringste der apostelen, niet waard een apostel te heten, omdat ik de Gemeente Gods vervolgd heb. Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en Zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar de genade Gods, die met mij is. Daarom dan, ik of zij, zó prediken wij, en zo zijt gij tot het geloof gekomen (1 Korintiërs 15:1-11)
In bovenstaand gedeelte sprak Paulus over het evangelie, dat hij aan de heiligen in Korinthe had verkondigd en zij hadden ontvangen en waarin zij moesten staan en waardoor zij behouden zouden worden, indien zij het zo zouden vasthouden, zoals Paulus hen had verkondigd, anders zou hun geloof tevergeefs zijn.
Het evangelie, dat Paulus verkondigde was de dood, begrafenis en opstanding van Jezus Christus en de getuigenis van Zijn verschijning.
Wat als er géén opstanding van de doden is?
Indien nu van Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe komen sommigen onder u ertoe te zeggen, dat er geen opstanding der doden is? Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. Dan blijken wij valse getuigen van God te zijn, want dan hebben wij tegen God in getuigd, dat Hij de Christus opgewekt heeft, die Hij toch niet heeft opgewekt, indien er geen doden opgewekt worden.
Immers, indien er geen doden opgewekt worden, dan is Christus ook niet opgewekt; en indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden. Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren. Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen (1 Korintiërs 15:12-19).
In vers 12 gaat Paulus verder en spreekt de gemeente erop aan, dat alhoewel zij Jezus Christus en de opstanding van Christus uit de dood verkondigden, sommigen aan de andere kant zeiden, dat er géén opstanding van de doden was.
Jezus Christus, die volledig Mens was, was de Eersteling, die uit de dood is opgestaan
Dus als er geen opstanding uit de doden zou zijn, dan zou Christus ook niet uit de dood zijn opgestaan.
En als Christus niet uit de dood zou zijn opgestaan, dan zou (de verkondiging van) het evangelie waardeloos zijn en het geloof zonder inhoud en zonder vrucht zijn (Lees ook: ‘Was Jezus volledig Mens?’ En ‘Een geloof zonder inhoud’).
Als er géén opstanding van de doden zou zijn en Christus niet uit de dood zou zijn opgestaan, dan zouden al diegenen, die het evangelie van Christus verkondigden valse getuigen oftewel leugenaars zijn, die leugens van God verkondigden. Aangezien zij verkondigden, dat God Jezus Christus uit de dood had opgewekt, terwijl God Jezus helemaal niet uit de dood had opgewekt.
Als de doden niet opgewekt worden en Jezus Christus niet uit de dood zou zijn opgestaan, zou hun geloof waardeloos en zonder inhoud zijn en zouden zij nog steeds in hun zonde zijn en zouden diegenen die in Christus ontslapen zijn verloren zijn.
Ervan uitgaande dat de hoop op Christus enkel gedurende het leven op aarde zou zijn, dan zouden zij van al de mensen de ellendigste en het meest te betreuren zijn.
Kort samengevat, als er géén opstanding van de doden zou zijn, dan:
- Is Jezus Christus niet uit de dood opgewekt en is Jezus Christus nog dood,
- Heeft Jezus niet de sleutels van de dood en het dodenrijk
- Is er geen vergeving van zonde,
- Is het niet mogelijk om gerechtvaardigd en geheiligd te worden,
- Blijven zondaars voor altijd zondaars, omdat zij onderworpen blijven aan de dood en slaaf van de zonde blijven,
- Is het niet mogelijk om wedergeboren te worden en het Koninkrijk van God binnen te gaan,
- Is de positie van de gevallen mens niet hersteld,
- Is de mens niet verzoend met God en geen zoon van God geworden,
- Is het niet mogelijk om de Heilige Geest te ontvangen en te wandelen naar de Geest,
- Blijven de doden de doden
- Zijn diegenen, die ontslapen zijn in Hem verloren,
- Is er géén hoop, want eenmaal gestorven blijft de mens dood
Dus waarom zou een mens zich laten dopen, als de mens dood blijft? Waarom zou een mens zich laten dopen voor de doden?
Maar wat als er wél een opstanding van de doden is?
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als Eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een Mens. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als Eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij Zijn komst; daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.
Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al Zijn vijanden onder Zijn voeten gelegd heeft. De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood, want alles heeft Hij aan Zijn voeten onderworpen. Maar wanneer Hij zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd, die Hem alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.
Wat zullen anders zij doen, die zich voor de doden laten dopen? Indien er in het geheel geen doden opgewekt worden, waarom laten zij zich nog voor hen dopen?
Waarom zijn ook wijzelf van uur tot uur in gevaar? Zowaar als ik, broeders, op u roem draag in Christus Jezus, onze Heere, ik sterf elke dag. Indien ik te Efeze, naar de mens, met wilde dieren gevochten heb, wat baat het mij? Indien er geen doden worden opgewekt, laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij.
Misleidt uzelf niet; slechte omgang bederft goede zeden. Komt tot de rechte nuchterheid en zondigt niet langer, want sommigen hebben geen besef van God. Tot uw beschaming moet ik dit zeggen (1 Korintiërs 15:20-34)
Vervolgens gaat Paulus verder over de opstanding van de doden en spreekt in 1 Korintiërs 15:20-over het opstandingslichaam.
In bovenstaand gedeelte schreef Paulus, dat door één mens de dood was binnengekomen en dat ook door één Mens de opstanding van de doden is. Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.
Dit begint al tijdens het leven op aarde met de wedergeboorte. Want als een mens niet in Christus wedergeboren wordt, blijft de mens onder heerschappij van de dood leven en zal geestelijk dood blijven en niet het Koninkrijk van God zien nog binnengaan, maar in het koninkrijk der duisternis blijven leven, die de gemeente der doden vormt (Lees ook: ‘De wijnstok van Sodom’).
Wat is de betekenis van de waterdoop
In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt. Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold, door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen; Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd (Kolossenzen 2:11-15)
De doop is niet alleen een schoonwassen van zonde en is niet een Christelijk ritueel, dat steeds opnieuw gedaan behoort te worden. Nog is de doop bedoeld om demonen uit te drijven en mensen vrij te zetten. De doop is een eenmalige keuze van een ieder, die gelooft in Jezus Christus, de Zoon van God, en bereid is om zijn of haar eigen leven in Jezus Christus af te leggen en Hem te volgen.
Het is onmogelijk om de doop te ondergaan voor anderen, laat staan voor mensen, die gestorven zijn. (Lees ook: ‘Wat is de betekenis van de waterdoop?’ En ‘Is de kinderdoop hetzelfde als de volwassendoop?’)
De doop staat voor de dood, begrafenis en opstanding in Christus. Als jij je laat dopen, dan identificeer jij jezelf met de dood, begrafenis en opstanding van Jezus Christus; de oude mens (vlees) sterft in Hem en wordt begraven en de nieuwe mens (geest) staat op uit de dood in Hem. De nieuwe mens is bekleed met Christus en verbonden met Hem, door de doop in Zijn Naam, en niet meer verbonden aan de dood (o.a. Handelingen 19:5, Romeinen 6:3-4, 1 Korintiërs 1:13-17; 12:13, Galaten 3:27).
De dood, begrafenis en opstanding in Christus
God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om Zijn grote liefde, warmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, – door genade zijt gij behouden -, en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus, om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom Zijner genade te tonen naar (Zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. Want Zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen (Efeziërs 2:4-10)
Jij bent met Christus begraven door de doop in de dood. Door het sterven en begraven van het vlees ben jij bevrijd (verlost) van de wet de zonde en de dood, die werkzaam is -en regeert in het vlees en ben jij gestorven voor de zonde en geen slaaf meer van de zonde en de dood.
Aangezien Christus niet dood is gebleven, maar door de majesteit van de Vader opgewekt is uit de dood, zo is jouw geest ook opgewekt uit de dood en zul jij in nieuwheid des levens wandelen.
Hierdoor voert de wet van de zonde en de dood géén heerschappij meer over jou, aangezien de wet van de zonde en de dood regeert in het vlees en het vlees gestorven is in Christus, maar regeert de wet van de Geest in jou en laat jij je hierdoor leiden.
Doordat jouw geest uit de dood is opgestaan en jij de nieuwe mens, een zoon van God, bent geworden en een nieuwe natuur hebt ontvangen, zul jij wandelen in gehoorzaamheid aan de wil van de Vader en rechtvaardige werken doen.
Gij daarentegen zijn niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe. Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, die in u woont (Romeinen 8:9-11)
Door de opstanding van de geest uit de dood en de inwoning van de Geest van God, ben jij niet langer meer geestelijk dood, maar ben jij levend geworden voor God.
En als de Geest van God, die Jezus uit de dood heeft opgewekt in jou woont, dan zal Hij ook jouw sterfelijke lichaam levend maken door Zijn Geest, die in jouw woont en zul jij de dood niet zien.
Alhoewel jij de natuurlijke dood ondergaat, zul jij de dood niet zien en de dood niet ingaan, maar het leven (Johannes 8:51).
Als de doden niet worden opgewekt, waarom laat jij je dan dopen voor de doden?
Maar… als er niet geloofd wordt in de opstanding van de doden en daardoor niet geloofd wordt in de opstanding van Jezus Christus uit de dood, dan is Jezus Christus nog dood.
Het hele evangelie, dat draait om de dood, begrafenis en opstanding van Jezus Christus en de verlossing van de gevallen mens en de heelmaking van de mens, die vanuit de dood het leven ingaat door de wedergeboorte, zou een grote leugen zijn, aangezien Christus niet zou zijn opgestaan uit de dood, maar nog steeds dood is.
Als Christus niet is opgestaan uit de dood, dan ben jij nog steeds een zondaar en zijn jouw zonde niet vergeven en weggedaan en ben jij nog steeds geestelijk dood door jouw verbondenheid en onderwerping aan de dood en jouw ongerechtigheden en zonde.
Als er géén opstanding van de doden plaatsvindt, waarom laat iemand zich dan voor de doden dopen?
Als de geestelijke doden op aarde niet geestelijk tot leven komen, waarom wordt er dan gedoopt?
Waarom laat jij je dopen in Christus, die dood is en voor de (geestelijke) doden, als er geen opstanding van de doden is? Wat heeft de doop voor zin, als er géén opstanding van de doden plaatsvindt. Jij, die geestelijk dood bent, laat je dan dopen in Zijn dood en blijft begraven in Zijn dood.
Als er géén opstanding van de doden is en Jezus nog dood is, waarom zou jij dan gedurende jouw leven op aarde gehaat en vervolgd willen worden? Waarom zou jij zoveel leed ondergaan, als jij toch na het leven op aarde dood blijft?
Waarom zouden Paulus en de anderen hun eigen leven, omwille van Christus, hebben opgegeven en zich continue in gevaar hebben gebracht, door wat zij predikten, als het niet waar zou zijn? Waarom zouden zij zoveel moeite hebben gedaan en zo hard gewerkt hebben en hun leven voor het evangelie hebben gegeven, als er toch geen opstanding uit de dood zou zijn (zowel tijdens-als na het leven op aarde).
Paulus stierf dagelijks en werd voortdurend vervolgd omwille van het evangelie, dat hij verkondigde en een kracht Gods is. Een evangelie, dat zo krachtig is, dat het de doden levend maakt in Christus, zowel tijdens – als na het leven op aarde.
‘Wees het zout der aarde’
