In Markus 11:22, zei Jezus tot Zijn discipelen, Heb geloof in God. Waarom is het zo belangrijk om geloof in God te hebben? Als je geloof in God hebt, dan kun je bergen verzetten en zal datgene wat jij zegt gebeuren. Maar wat betekent geloof in God hebben volgens de Bijbel en hoe kun je dit krijgen?
Petrus en Johannes hadden geloof in Jezus Christus en gingen uit in Zijn gezag
In een vorig artikel heb je kunnen lezen over de genezing van de verlamde man in Handelingen 3.
De verlamde man zat dagelijks bij de tempel om aalmoezen te vragen en te ontvangen. Toen Petrus en Johannes voorbij kwamen vroeg de man ook hen om een aalmoes. Maar in plaats dat de verlamde man een aalmoes ontving, ontving hij genezing.
In een toespraak gaf Petrus aan, hoe deze verlamde man werd genezen, namelijk, door het geloof in de Naam van Jezus Christus. (Lees ook: Geloof in de Naam van Jezus).
Gewone mensen, die hun eigen leven hadden afgelegd
Petrus, Johannes en de andere discipelen hadden een lange tijd met Jezus doorgebracht. Zij waren dagelijks bij elkaar, waardoor zij Jezus leerden kennen en de wil van God. De discipelen waren geen geleerden, maar het waren gewone mensen, die bereid waren om hun eigen leven af te leggen en Jezus te volgen.
Jezus leerde hen dagelijks over het Koninkrijk Gods, waardoor hun denken werd vernieuwd.
Ook al waren zij nog de oude schepping, die vleselijk is en behoort tot het ongelovig geslacht, en konden zij sommige dingen van het Koninkrijk van God nog niet begrijpen, toch bleef alles hen bij, wat Jezus hen had geleerd en had opgedragen om te doen. (Lees ook: Waarom is het vernieuwen van jouw denken noodzakelijk?).
Op het moment, dat de discipelen werden gedoopt met de Heilige Geest, werden zij opnieuw geboren in de geest.
Hun geest stond op uit de dood en kwam tot leven, door de kracht van de Heilige Geest, en Gods Geest kwam in hen wonen.
Alles werd voor de discipelen duidelijk, omdat zij al vernieuwd waren in hun denken door de woorden en onderwijzingen van Jezus.
Nu zij Gods natuur en Zijn Heilige Geest hadden, konden zij uitgaan en waren zij in staat om de opdracht, die Jezus hen had gegeven, te vervullen.
De discipelen geloofden Jezus
De discipelen waren door de Heilige Geest verbonden met God de Vader en Jezus Christus en luisterden en gehoorzaamden Hen. Zij gingen uit in de Naam van Jezus en deden wat hen was opgedragen om te doen.
Overal waar de discpelen kwamen, kwamen zij in de Naam van Jezus. Zij waren Zijn vertegenwoordigers en kwamen in Zijn gezag en deden datgene, wat zij Jezus hadden zien doen.
Hun hele leven lang deden zij wat Jezus hen had opgedragen om te doen en gehoorzaamden Hem.
De relatie van de discipelen met Jezus hield niet op toen Jezus met Hemelvaart naar de hemel voer en plaats nam aan de rechterhand van God. Maar zij hadden continue contact met elkaar, door de Heilige Geest. Hij was in hen en zij in Hem.
Jezus had geloof in God
Voordat alle macht in de hemel en op aarde aan Jezus was gegeven, had God alle macht. Toen Jezus naar de aarde kwam, kwam Jezus in de Naam van Zijn Vader (God). Alle werken, die Jezus deed, deed Jezus in de Naam van God. Jezus had geloof in God.
Jezus had veel tijd in de hemel doorgebracht met Zijn Vader. En ook op de aarde bracht Jezus veel tijd met Zijn Vader door in gebed. Terwijl iedereen lag te slapen, bracht Jezus in de stilte, tijd met Zijn Vader door. Doordat Jezus veel tijd met Zijn Vader doorbracht, kende Hij Hem door en door. Zij waren één.
Ik ben gekomen in de Naam Mijns Vaders en gij neemt Mij niet aan; indien een ander komt in zijn eigen naam, die zult gij aannemen (Johannes 5:43)
De werken, die Ik doe in de Naam Mijns Vaders, die getuigen van Mij (Johannes 10:25)
Het geloof in God door relatie
Jezus had geloof in God de Vader, omdat Jezus Zijn Vader kende. En omdat Jezus Zijn Vader kende, vertrouwde Jezus Zijn Vader volkomen.
Jezus had Zijn Vader vele tekenen en wonderen zien doen, die opgeschreven staan in het Oude Testament. En Jezus deed dezelfde dingen, die Hij Zijn Vader had zien doen:
Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen; want wat deze doet, dat doet ook de Zoon evenzo. Want de Vader heeft de Zoon lief en toont Hem al wat Hij zelf doet, en Hij zal Hem grotere werken tonen dan deze, opdat gij u verwondert (Johannes 5:19.20)
Jezus deed al die wonderen en tekenen, omdat Hij geloof in God had. Dit zegt Jezus in Markus 11:22, En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Heb geloof in God.
Wanneer je geloof in God hebt, dan is alles mogelijk.
Jezus had geloof in God, omdat Hij wist wie God was.
Jezus kende de Vader door en door, doordat Hij tijd met Hem spendeerde.
Hij wandelde in de wil van Zijn Vader en onderhield Zijn geboden.
De discipelen kenden Jezus, omdat zij tijd met Hem spendeerden. Zij hadden hun eigen wil afgelegd en voerden nu de wil van Jezus uit, omdat zij van Jezus hielden.
Doordat de discipelen Jezus kenden, hadden zij geloof in Jezus en deden zij dezelfde wonderen en tekenen die Jezus deed. De discipelen deden alles, wat zij Jezus hadden zien doen. Net zoals Jezus alles deed wat Hij Zijn Vader had zien doen.
Hoe kun je wandelen met Jezus?
Door tijd met Jezus (het Woord) te spenderen en door Hem te leren kennen. Door het Woord, leer je God de Vader kennen.
Wanneer jij God en Zijn woord en werken leert kennen, dan pas kun je God vertrouwen. Als je God vertrouwt, zul je God geloven.
Geloof heeft alles met vertrouwen te maken en jij kunt niet iemand vertrouwen, die jij niet kent.
Jouw bekering begon ook door het horen van Jezus Christus en te geloven in het verlossingswerk van Jezus Christus.
De Heilige Geest overtuigde jou van jouw zondige staat. Jij vroeg vergeving en geloofde in het verlossingswerk, dat Jezus voor jou had volbracht aan het kruis. Jij geloofde in de Naam van Jezus. Daar begon het allemaal mee.
Geloof in de daad van Jezus aan het kruis
Op het moment, dat jij tot geloof kwam, kende jij Jezus alleen op basis van één daad, namelijk het kruis. Na de bekering is het tijd om Jezus echt te leren kennen en tijd met Hem te spenderen. Dit doe je door middel van Gods Woord te lezen en te bestuderen en door tijd in gebed met Hem door te brengen.
In principe houdt het gebed nooit op en ben je continue in gemeenschap met Jezus en de Vader. Maar desondanks is tijd apart zetten en je terugtrekken in de stilte om te bidden essentieel.
Je kunt niet iemand leren kennen, door geen tijd met die persoon door te brengen. Dan denk je die persoon te kennen, maar in werkelijkheid ken je die persoon helemaal niet. Jij vult het karakter van die persoon in naar de wensen en behoeften van jouw hart. Dus vorm jij diegene naar jouw wil.
Is de God, waarin je gelooft en Wie jij dient de waarachtige God of een denkbeeldige God?
Kijk maar naar kinderen. Hoeveel kinderen zijn er niet, die een denkbeeldig vriendje of vriendinnetje hebben gecreëerd? Dit kan zijn in de vorm van een pop, knuffelbeest, een personage, die zij in hun hoofd hebben gecreëerd en noem maar op. Voor hen is dat vriendje of vriendinnetje een realiteit en bestaat echt. Maar de waarheid is, dat dit vriendje of vriendinnetje niet echt is, maar een fantasie. Zij hebben deze gecreëerd aan de hand van hun eigen behoefte.
Zo is het ook met de mens, die zich een eigen godsbeeld van Jezus en God vormt buiten het Woord om. (Lees ook: Een replica Jezus, die replica Christenen voortbrengt).
De enige manier om Jezus en de Vader werkelijk te leren kennen is door Gods Woord (de Bijbel). Er is géén andere manier. Wanneer jij de Vader leert kennen door Zijn Woord, pas dan kun je werkelijk geloof in God hebben.
‘Wees het zout der aarde’
