Waarom is gehoorzaamheid beter dan offers?

Op verschillende plaatsen in de Bijbel staat geschreven, dat gehoorzaamheid beter dan offers is. Maar waarom is gehoorzaamheid beter dan offers? God had toch immers de offerwetten ingesteld? Daarom zou je denken, dat God een welbehagen in offers had. Maar dat was niet altijd het geval. God had niet altijd een welbehagen in de offers van Zijn volk in het Oude Verbond. En ook in het Nieuwe Verbond heeft God niet altijd een welbehagen in ‘de offers’. Er was slechts één offer, dat een element bezat, waaruit het offer was voortgekomen en waarin God een welbehagen had, en wat God nog steeds wil en dat is gehoorzaamheid.

De offerwetten waren door God ingesteld

God had de wet aan Mozes gegeven, waarin de offerwetten stonden beschreven. De offerwetten waren bedoeld voor de gevallen mens, die tot het huis Israëls behoorden. De mensen brachten de offers naar de priesters. En de (hoge)priester(s) offerde(n) de offers aan God naar de Wet. 

De offers waren een geschenk voor de Heere en tot een liefelijke reuk voor de Heere. Met de offers werd o.a. God erkend als de God van Israël, God geëerd, verhoogd en gedankt. Met het bloed van de offers werd er verzoening gebracht voor de zonden en ongerechtigheden van de gevallen mens, die behoorde tot het huis Israëls.

Diegenen, die tot het huis Israëls hoorden, behoorden zich te houden aan de offerwetten, die onderdeel waren van de Wet van Mozes. 

Waarom had God niet altijd een welbehagen in de offers van Zijn volk?

Maar alhoewel God de offerwetten had ingesteld en Gods volk zich moest houden aan de offerwetten, had God niet altijd een welbehagen in de offers van Zijn volk. 

Waarom had God niet altijd een welbehagen in de offers van Zijn volk? Omdat deze offers niet altijd voortkwamen vanuit een gelovig hart en gehoorzaamheid aan God. Dit zien wij o.a. ook bij Saul, die dacht de Heere te behagen met zijn offers. Maar God wilde niet zijn offers, maar gehoorzaamheid aan Zijn stem.

Sauls ongehoorzaamheid aan de stem van God

Maar Samuël zeide: Heeft de Heere evenzeer welgevallen aan brandoffers en slachtoffers als aan horen naar des Heeren stem? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffers, luisteren beter dan het vette der rammen. Voorwaar, weerspannigheid (rebellie) is zonde der toverij en ongezeggelijkheid is afgoderij en dienen van terafim. Omdat gij het woord des Heeren verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat gij geen koning meer zult zijn (1 Samuël 15:22-23)

Samuel had aan Saul de wil van de Heere God bekendgemaakt door het geven van Zijn geboden. Maar Saul was hoogmoedig en dacht het beter te weten dan God.

Heeft de Heere welgevallen brandoffers dan horen naar stem des Heeren 1 samuel 15:22

Vanwege zijn rebelse natuur gehoorzaamde Saul de stem van God niet.

Saul deed niet wat God hem had opgedragen om te doen. Maar Saul deed wat in zijn ogen goed leek om te doen.

Saul dacht de Heere te behagen met zijn offers, maar God had geen welgevallen in de brandoffers en slachtoffers van Saul.

God wilde gehoorzaamheid aan Zijn stem in plaats van offers (1 Samuël 15). 

Toen God (door Samuël) Saul gebood om Amalek te verslaan en alles te vernietigen, rebelleerde Saul en het volk tegen het gebod van God, door Agag, de koning van Amalek en het beste van het geroofde en de schapen en runderen te sparen.

Saul greep niet in toen het volk het beste van het geroofde en de schapen en runderen meenam. Uit vrees voor het volk, liet Saul het volk begaan. 

Door te luisteren naar de stem van het volk en te doen wat goed was in zijn eigen ogen, keerde Saul zich van God en verwierp hij het woord van God. 

Door zijn ongehoorzaamheid, keerde Saul zich van God

Toen Samuel bij Saul kwam, loog Saul ook nog eens tegen Samuël, door te zeggen dat hij het gebod van de Heere had uitgevoerd.

Maar Saul wist niet, dat God in de nacht Samuel op de hoogte had gebracht van het kwaad, dat Saul had gedaan en zijn ongehoorzaamheid aan God. Daarnaast hoorde Samuël het geluid van de schapen en de runderen, dat getuigde, dat hij niet het gebod van God had uitgevoerd. Samuel confronteerde hem met het kwaad, dat hij had gedaan.

Saul ging tegen het woord van de Heere in en verdedigde de daad en zijn besluit. Hij gaf een vrome draai aan zijn ongehoorzaamheid, door te zeggen dat het vee bedoeld was voor de offers voor de Heere.

Waarom is gehoorzaamheid beter dan offers?

Samuel vroeg hem, of God evenzeer een behagen had in brandoffers en slachtoffers als aan het gehoorzamen van Gods stem. Aangezien gehoorzaamheid beter dan offers is en luisteren beter dan het vet van de rammen.

Zijn weerspannigheid (rebellie) was gelijk aan de zonde van toverij. En zijn ongezeglijkheid stond gelijk aan de zonde van afgoderij en dienen van terafim. 

Omdat Saul het woord van de Heere had verworpen, had God hem verworpen, zodat hij geen koning meer zou zijn.

Saul beleed dat hij had gezondigd en het bevel van God had overtreden, terwijl hij, voordat Samuel hem confronteerde met datgene wat de Heere hem had laten zien, nog had gezegd, dat hij het bevel van God had uitgevoerd. Saul had het bevel van de Heere overtreden, omdat hij het volk vreesde. En dat was precies de kern van het probleem. 

Vrees voor mensen spant een strik

Saul vreesde het volk in plaats van de Heere God. Hierdoor luisterde hij naar het volk en plaatste daarmee de mens boven God. Dit was niet de eerste keer, dat Saul de mensen vreesde en daardoor ongehoorzaam werd aan het gebod van God.

Toen Saul en het volk in Gilgal waren en Samuël niet op de aangegeven tijd arriveerde en een deel van het volk wegliep, nam Saul het heft in eigen handen. 

Saul gebood de mensen om het brandoffer en de vredeoffers tot hem te brengen, in plaats dat hij wachtte op Samuël. Saul was nog maar net klaar met het brandoffer of Samuël arriveerde.

Spreuken 29-25 Vrees voor mensen spant een strik wie op heere vertrouwt is onaantastbaar

Toen Samuël Saul confronteerde met zijn daad, verdedigde Saul zijn besluit, wat in zijn ogen een logisch en wijs besluit was.

Maar zijn besluit en daad waren niet logisch en wijs in de ogen van God, maar dwaas.

Het was een daad van rebellie en ongehoorzaamheid aan het woord van de Heere. Wat dus gelijk is aan de zonde van toverij en afgoderij.

God had geen welbehagen in de offers van Saul.

God had een welbehagen in Saul gehad, als hij ongeacht de omstandigheden en de druk van mensen stand had gehouden en gehoorzaam was gebleven aan de stem van God en Zijn gebod. Dan was zijn koningschap voor altijd geweest.

Maar door Sauls ongehoorzaamheid aan God werd het koningschap van hem ontnomen en aan een ander gegeven. Een man, die wel naar de stem van God luisterde en de wil van God deed. (Lees ook: Was David een man naar Gods hart?).

Saul was niet de enige, die rebels en ongehoorzaam aan Gods stem was. Ook Gods volk en de leiders van Gods volk wilden niet altijd naar de stem van de Heere God luisteren.

Gods volk was ongehoorzaam aan de stem van de Heere God

Het morele gedeelte van de wet en de woorden van de profeten, werden niet altijd gewaardeerd, gehoorzaamd en onderhouden door Gods volk. Voor sommigen was het onderhouden van de religieuze wetten, rituelen, en feesten belangrijker dan het houden van de (morele) geboden van God en de woorden van de profeten, die Zijn wil vertegenwoordigden en waardoor zij rechtvaardig en heilig zouden leven. Terwijl zij wisten, dat gehoorzaamheid beter dan offers is.

Voor het volk zagen de samenkomsten er goed en gezegend uit. Zij zongen, baden, lazen uit de Torah, brachten reukoffers en andere offers en gingen vervolgens met voldoening in hun hart naar huis, aangezien zij hun verplichtingen hadden voldaan.

Maar God keek niet naar de samenkomsten vanuit het oogpunt van de mens. Daarom was God niet geïmponeerd door de uiterlijke schijn, religieuze inzettingen, handelingen en offers. De vrome meeslepende woorden, die werden gesproken en de mooie liederen, die werden gezongen en hun offers waren voor God geen weldoening. God walgde van hun samenkomsten en kon hun samenkomsten niet luchten. Waarom kon God de samenkomsten niet luchten?

Gods volk vertrouwde niet op Gods woorden, maar op valse woorden, die geen nut deden

God zag geen heilige natie en samenkomst van Zijn kinderen, die in Hem geloofden, van Hem hielden, en Hem gehoorzaamden en daardoor heilig en rechtvaardig leefden naar Zijn wil. Maar God zag een zondige natie (zondig volk) beladen met ongerechtigheden.

Hij zag een samenkomst van goddelozen, van rebellen, die zich vroom gedroegen in de samenkomst en de wetten, inzettingen en rituelen van de wet van Mozes netjes opvolgden en zongen en offerden voor de Heere, maar in hun dagelijks leven weerspannig waren aan de geboden van God en met een hart vol ongeloof en boosheid in zonde en ongerechtigheid wandelden.

In plaats dat zij op God en Zijn woorden vertrouwden, vertrouwden zij op valse woorden, die geen nut deden.

Zij waren dieven, moordenaars, overspelers, leugenaars, afgodendienaars. Aangezien zij steelden, moorden, overspel pleegden, logen en andere goden dienden, die geen goden waren.

In de samenkomst, kwamen zij voor het aangezicht des Heeren en beleden zij verlost te zijn. Maar waren zij verlost om gruwelen te bedrijven? (Lees ook Is de kerk een rovershol geworden?).

Een volk, dat offers bracht, maar ongehoorzaam was aan de stem van de Heere God

Gods volk was een volk, dat trouw offers bracht, maar in het dagelijks leven ongehoorzaam was aan de stem van de Heere God. En daarom was God hun offers zat en had Hij geen lust aan het bloed. God had geen welgevallen aan de brandoffers en de spijsoffers, en het vredeoffer wilde Hij niet aanzien.

Hij gebood hen om niet langer huichelachtige offers te brengen, die voor Hem gruwelijk reukwerk waren.

God kon hun samenkomsten en feesten niet verdragen

God kon de nieuwe maan, de sabbat, het bijeenroepen van de samenkomsten niet meer verdragen, omdat het onrecht met feestelijke vergadering was. Zijn ziel haatte hun nieuwemaansdagen en feesten en waren tot een last voor Hem en kon Hij niet luchten. De Heere was moe geworden, die te dragen. 

En als zij hun handen uitbreidde, verborg Hij Zijn ogen voor hen. Ook hoorde God hun gebed niet, omdat hun handen vol bloed waren. 

God gebood hen om het getier van hun liederen weg te doen. Hij wilde het getokkel van hun harpen niet horen.

Psalm 4-5-6 zondigt niet- breng offers van gerechtigheid

De Heere God was niet blij met hun offers, maar wilde gehoorzaamheid aan Zijn stem.

God wilde, dat zij Zijn stem gehoorzaamden en openstonden voor correctie en de waarheid zouden spreken. Want voor God was gehoorzaamheid beter dan offers.

Maar alhoewel zij wisten dat gehoorzaamheid beter dan offer is, gehoorzaamden zij niet Gods stem. Zij namen geen correctie van Hem aan. En de waarheid was verdwenen (uit hun mond).

Zij hadden de waarheid en het recht verwijderd en hun gruwelen geplaatst in het huis, waarover de Naam van de Heere was uitgeroepen, om dat te verontreinigen.

Maar God wilde, dat zij zichzelf wasten en reinigden en de boosheid van hun handelingen, oftewel hun zonden en ongerechtigheden, wegdeden en ophielden om kwaad te doen.

Hij wilde, dat zij leerden om het goede te doen, het recht te zoeken, de geweldenaars in toom te houden, recht aan de wezen te doen, en de rechtszaak van de weduwe verdedigde. 

God confronteerde de vorsten van Israël met hun wandel

En de vorsten van Israël hadden geen bijzondere positie, waarin zij vrijgesproken werden. Want God sprak ook de leiders aan, die verantwoordelijk waren voor de gemeente en haar wandel. 

De vorsten waren afvallig (opstandelingen) en metgezellen van dieven. Zij hadden geschenken lief en jaagden beloningen na.

De wezen deden zij geen recht en de rechtszaak van de weduwen vond bij hen geen gehoor. 

Hierdoor zou de Heere Heere der heerscharen, de Machtige Israëls wraak oefenen op Zijn tegenstanders en wreken op Zijn vijanden. God zou rechters en raadsheren aanstellen, als voorheen, die wél Zijn stem zouden volgen. Zodat het recht en de gerechtigheid weer zou terugkeren (o.a. Jesaja 1, Jeremia 7). 

God had aan de vaders van Israël geen gebod gegeven om te offeren, maar om naar Zijn stem te horen 

Zo zegt de Heere der heerscharen, de God van Israël: voegt uw brandoffers bij uw slachtoffers en eet vlees; want Ik heb tot uw vaderen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde, niet gesproken noch hun een gebod gegeven ter zake van brandoffer en slachtoffer, maar dit gebod heb Ik hun gegeven: Hoort naar Mijn stem, dan zal Ik u tot een God en zult gij Mij tot een volk zijn, en wandelt op de ganse weg die Ik u gebied, opdat het u welga. Doch zij hoorden niet, noch neigden hun oor, maar zij wandelden naar de verstokte overleggingen van hun boos hart en keerden zich achterwaarts en niet voorwaarts, van de dag af dat uw vaderen uit het land Egypte gingen tot op deze dag (Jeremia 7:21-24)

Toen God de vaders van Israël uit Egypte had geleid, had God niet tot hen gesproken, nog een gebod gegeven, aangaande brandoffer en slachtoffer. Maar God had hen geboden om naar Zijn stem te horen.

Als zij Zijn stem zouden gehoorzamen, dan zou Hij tot een God zijn en zouden zij Hem tot een volk zijn. En als zij op Zijn weg zouden wandelen, dan zou het goed met hen gaan.

Maar zij wilden niet naar de stem van God luisteren. Zij verwierpen de kennis dat gehoorzaamheid beter dan offers is. In plaats dat zij naar de stem van God luisterden, wandelden zij naar de verstokte overleggingen van hun boos hart en keerden achterwaarts in plaats van voorwaarts. (Lees ook: Terug naar het Oude Verbond?))

Alhoewel Gods volk Hem had verworpen, gaf God het volmaakte Offer om geofferd te worden

God had met een hoogmoedig, rebels en goddeloos volk te maken, die haar eigen weg ging en niet naar Hem wilde luisteren. 

Toen de bestemde tijd was aangebroken, zond God Zijn Zoon Jezus Christus naar de aarde. Zijn Zoon, die van Zijn Vader hield en bereid was om Zijn leven op te geven en de prijs te betalen voor de gehoorzaamheid aan Zijn Vader en de ongehoorzaamheid van de (gevallen) mens.

God zond Zijn Zoon, die door Zijn liefde voor de Vader trouw aan Hem bleef en gehoorzaam was aan het gebod van Zijn Vader.

Een Zoon, Wiens Geest onderworpen was aan de wil van de Vader, wat zichtbaar werd door Zijn gehoorzaamheid aan het gebod van de Vader. Het gebod van de Vader was het gehoorzamen van Zijn stem en Zijn wil te doen.

“Zie, hier ben Ik, om Uw wil, o God, te doen”

Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid; in brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad. Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik – in de boekrol staat van Mij geschreven – om Uw wil, o God, te doen (Hebreeën 10:5-7)

In tegenstelling tot de vaders van het huis Israëls, onderwierp Jezus zich wél aan de Vader. Hij gaf Zijn leven om de wil van de Vader te doen. Jezus kwam te midden van rebellen, die goddeloos leefden. Hij had te maken met huichelaars, die samenkwamen in het huis van Zijn Vader en zich vroom voordeden en de religieuze inzettingen, rituelen en gebruiken van de Wet in acht namen, terwijl zij ondertussen in rebellie en ongehoorzaamheid aan God in zonde leefden. 

Gehoorzaamheid van Één velen rechtvaardig Romeinen 5:19

Maar Jezus gaf het juiste voorbeeld en luisterde naar de stem van Zijn Vader en bleef gehoorzaam aan Hem.

En door het juiste voorbeeld te geven en Zijn gehoorzaamheid aan God, werd Jezus gehaat, vervolgd, verbannen, verraden door Zijn eigen volk en overgedragen aan zondaren om als volmaakt Slachtoffer geofferd te worden voor de zondaren, die door hun gevallen staat van nature niet in staat zijn om naar de stem van God te luisteren en de wil van God te doen.

Het bloed van dieren kon de zonde niet wegnemen, maar wel de verontreinigden heiligen, zodat zij naar het vlees gereinigd werden. 

In tegenstelling tot het bloed van Jezus Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, en ons bewustzijn reinigt van dode werken, om de levende God te dienen. 

Daarom is Jezus de Middelaar van een Nieuw Verbond. Omdat, nu Hij de dood had ondergaan om te bevrijden van de overtredingen onder het eerste verbond, de geroepenen de belofte der eeuwige erfenis ontvangen zouden (Hebreeën 9:15).

De overeenkomsten tussen de samenkomsten in het Oude Verbond en de samenkomsten in het Nieuwe Verbond?

Maar helaas zien wij hetzelfde fenomeen in de Gemeente van Christus. De samenkomsten en wandel van veel Christenen in het Nieuwe Verbond verschillen niet zoveel van de samenkomsten en wandel van het huis Israëls in het Oude Verbond.

Christenen komen samen, zingen uit volle borst en loven en prijzen de Heere met opgeheven handen. Zij bidden een kort gebed, luisteren naar een motiverende preek, geven hun offer (collecte), fellowshippen en keren met een voldaan gevoel terug naar huis, waar zij vervolgens hun dagelijkse leven oppakken en de wil en werken van het vlees doen.

Velen denken met hun bezoek aan de kerk Jezus te behagen en God te dienen. Maar God heeft geen welbehagen in samenkomsten, waarin mensen zich vroom voordoen, terwijl zij de rest van de week als goddelozen in zonde leven en steeds het bloed van Jezus als een vergunning gebruiken om te kunnen blijven zondigen. (Lees ook: Kun je onder de genade blijven zondigen?).

Net als in het Oude Verbond, belijden zij verlost en vrij te zijn door het bloed van Jezus. Maar zijn zij verlost om kwaad te doen en gruwelen te bedrijven? Heeft God hen vrijgemaakt om de wil, lusten en begeerten van het vlees te gehoorzamen en de duivel te dienen?

God had geen welbehagen in offers, maar in gehoorzaamheid aan Zijn stem

God had géén welbehagen in offers en God heeft nog steeds geen welbehagen in offers, die uit een hoogmoedig en boos hart vol ongeloof komen.

De Heere God had geen welbehagen in offers, waarmee zij dachten de Heere te behagen, en offers, die steeds de zonden en ongerechtigheden van Zijn volk moesten verzoenen, terwijl zij niet echt berouw hadden en hun rebelse gedrag onveranderd bleef en zij door hun ongehoorzaamheid aan God telkens weer dezelfde zonden bedreven. 

God wilde, dat Zijn kinderen zich van hun boze wegen bekeerden. Hij wilde, dat zij in Hem geloofden en van Hem hielden, zodat zij naar Zijn stem zouden luisteren en Zijn woorden en geboden zouden onderhouden. En dat is nog steeds het geval. Aangezien Gods natuur en Zijn wil niet veranderd zijn.

Jezus wil een Gemeente, die luistert naar Zijn stem en Hem gehoorzaamt

Jezus heeft geen welbehagen in een Gemeente, die niet gelooft in Hem en daardoor niet luistert naar Zijn stem. maar de woorden van de wereld gelooft en luistert naar de wereld en daardoor overspel met de wereld pleegt en in zonde leeft.

Hij wil geen vleselijke Gemeente, die wekelijks samenkomt met een bevuild onrein denken, en met onreine handen Hem verhogen en bidden, en offers brengt, en iedere week vergeving vraagt voor dezelfde zonden, om vervolgens weer te vervallen in dezelfde zonden.

Jezus wil een geestelijk Lichaam, waarvan Hij het Hoofd is en Zijn Geest bezit en Hem volgt. Een Lichaam, dat zich onderwerpt aan Hem en luistert naar Zijn stem en doet wat Hij zegt en Zijn wil uitvoert, zodat het offer van Zijn Lichaam Hem welgevallen is.

Wie is bekend met de wil van God en wie is bereid om zijn of haar leven te geven om Zijn wil te doen? Wie zegt, net als Jezus, Zie, hier ben ik Heere, om Uw wil te doen, zend mij. Ik weet dat u geen welbehagen in offers heeft en alle religieuze inzettingen, maar dat U gehoorzaamheid aan Uw stem wil. En hier sta ik, bereid, om Uw wil te doen. Ongeacht de omstandigheden, de weerstand, de haat, de vervolging, de verwerping, en alle andere gevolgen, die het mij zal kosten om u te volgen. Ik heb Uw waarlijk lief Heere Jezus, met heel mijn hart. U heeft Uw leven voor mij gegeven, en nu geef ik mijn leven aan u, door Uw stem te gehoorzamen en Uw wil te doen.

‘Wees het zout der aarde’

Deel het artikel

You Might Also Like

    error: Content is protected !!