Was David een man naar Gods hart?

Dat David een man naar Gods hart was wordt vaak door Christenen aangehaald om overspel van Christenen, met name van voorgangers en andere geestelijke leiders, te vergoelijken. De vele andere Bijbelteksten, waarin God overspel veroordeeld, worden vergeten. En ook Jozef, die een vreze had voor God en weigerde om overspel te plegen met de vrouw van zijn naaste, wordt niet benoemd. Nee, het is David en deze ene zin, die wordt gebruikt om anderen tot zwijgen te brengen en ervoor te zorgen dat Christenen kunnen blijven volharden in zonde en voorgangers, die overspel hebben gepleegd, op de kansel kunnen blijven prediken. Maar wanneer en waarom zei God dat David een man naar Zijn hart was? In welke context sprak God deze woorden? Hadden deze woorden van God nog steeds betrekking op David, nadat David overspel met Batseba had gepleegd? Was David een man naar Gods hart gedurende zijn hele leven?

De verandering van richterschap naar koningschap

Na het richterschap van Samuël kwam Gods volk in opstand. Samuël had zijn zonen als richters aangesteld. Maar de zonen van Samuël wandelden niet in de wegen van hun vader, die een man Gods was. De zonen van Samuël gingen hun eigen weg, net als de zonen van Eli. Integenstelling tot hun vader, waren de zonen van Samuël uit op winstbejag en namen geschenken aan en bogen het recht. (Lees ook: De geest van Eli, die actief is in veel kerken).

De oudsten van Israël vergaderden zich en confronteerden Samuël met het gedrag van zijn zonen. Zij maakten bekend dat zij een koning wilden, die over hen zou richten, net als de heidense volken. 

De woorden van de oudsten waren kwaad in de ogen van Samuël. Maar toen Samuël bad tot God, zei God, dat hij moest luisteren naar de stem van het volk. Zij hadden door hun woorden niet Samuël, maar God verworpen, dat Hij niet over hen (als Koning) zou regeren.

Het volk had vanaf de uittocht uit Egypte tot aan die dag God verlaten en andere goden gediend en datzelfde zouden zij met hem doen. 

Samuël deelde de woorden van God met het volk. Hij waarschuwde voor de gevolgen van de verandering van richterschap naar koningschap. Maar het volk wilde niet luisteren en de stem van Samuël gehoorzamen. Het volk bleef bij haar standpunt, waardoor de verandering van het Koningschap van God en Zijn richters naar het aardse koningschap werd volvoerd.

Saul, de eerste koning van Israël, verwierp God

De eerste man, die als voorganger (vorst, koning) over Gods erfdeel (Gods volk Israël) werd gezalfd om Gods volk te richten en te verlossen uit de hand van de Filistijnen, was Saul. Saul werd gezalfd als koning over Gods volk Israël en regeerde 40 jaar over Israël. 

God was met Saul, totdat Saul rebelleerde tegen God en Zijn bevel overtrad en Zijn woorden verwierp. Door de woorden van God te verwerpen, verwierp Saul God (Lees ook: Ongehoorzaamheid aan God).

Heeft de Heere welgevallen brandoffers dan horen naar stem des Heeren 1 samuel 15:22

Saul vreesde de mensen in plaats van God. Hierdoor gehoorzaamde Saul de stem van mensen in plaats dat Saul de stem van God gehoorzaamde.

Saul handelde naar zijn eigen inzicht, in plaats dat hij op God vertrouwde en Zijn geboden (Zijn woorden) gehoorzaamde. 

En zoals Saul de woorden van God had verworpen, zo verwierp God Saul. Zijn koningschap zou overgaan op iemand anders, die God wel zou gehoorzamen en de wil van God zou doen. (Lees ook: Naar welke stem luister jij?). 

Saul was niet eenmaal ongehoorzaam aan de stem van God, maar meerdere malen. Door zijn ongehoorzaamheid werd het koninkrijk van Israël van Saul afgescheurd. Dit gebeurde niet tijdens het leven van Saul. Maar dit gebeurde na Sauls dood en de dood van zijn zoon Isboset, die twee jaar regeerde over Israël (1 Samuël 10-1-16; 13, 15, 2 Samuël 2:8-4:12).

Waarom was David een man naar Gods hart?

En van toen af vroegen zij om een koning en God gaf hun Saul, de zoon van Kis, een man uit de stam Benjamin, veertig jaren lang; en nadat Hij deze verworpen had, verwekte Hij hun David als koning, wie Hij ook dit getuigenis gaf: Ik heb David, de zoon van Isaï, gevonden, een man naar Mijn hart, die al Mijn bevelen zal volbrengen (Handelingen 13:21-23)

Samuël droeg leed om Saul en het berouwde de Heere, dat Hij Saul tot koning over Israël had gezalfd. Maar God had iemand anders gevonden, die wél geschikt was voor het koningschap oftewel het voorgangersschap van Israël, namelijk David een man naar Gods hart. 

David kende de Heere en zijn hart behoorde God toe. David had een vreze voor God en erkende God als de Heere van zijn leven. Hij vertrouwde op God. David raadpleegde en gehoorzaamde God en onderhield Zijn geboden, waardoor David de wil van God deed. En daarom was David een man naar Gods hart.

Want een man naar Gods hart wil niets anders zeggen, dan een man, die in gehoorzaamheid aan God wandelt en doet wat Hij zegt en Zijn geboden onderhoudt en naar Gods wil leeft (Lees ook: Wat betekent gehoorzaamheid aan God?).

David werd door het herderschap van zijn vaders schapen klaargemaakt voor het herderschap van Gods schapen

Tijdens het weiden van zijn vaders schapen werd David onderwezen, getest en klaargemaakt door God om Zijn volk te weiden. De vader van David had de zorg over zijn schapen aan zijn zoon David toevertrouwd. David nam deze verantwoordelijkheid serieus. David zette zelfs zijn eigen leven op het spel voor de schapen, waardoor David zijn liefde, bewogenheid en verantwoordelijkheid voor de schapen betoonde aan zijn vader.

bijbeltekst psalm 118-14 heere is mijn sterkte en psalm

Als er een leeuw of een beer een schaap van de kudde wegnam, liet David de leeuw en de beer niet begaan. David dacht niet, “ach wat maakt één schaapje uit. Ik heb er nog voldoende over.” Nee, zo dacht David niet. 

Zodra er een leeuw of een beer een schaapje wegroofde, ging David met gevaar voor eigen leven de leeuw en ook de beer achterna en sloeg de leeuw en ook de beer en redde het schaapje uit de muil. En als hij zich tegen David keerde, greep David hem bij de baard en sloeg hem dood. 

David wist dat het niet zijn verdienste en zijn werk was, maar Gods werk. Hij wist dat God met hem was. Hij wist dat God hem uit de klauwen van de leeuw en de klauwen van de beer had gered. 

David wist wie hij was in de Heere en dat God zijn kracht was en daarom ging David in Zijn Naam en Zijn kracht uit.

David was onbevreesd en versloeg Goliat

Toen de onbesneden Filistijn Goliat, Saul en het leger van Israël had uitgedaagd om met hem te vechten, was er niemand moedig genoeg om de strijd met Goliat aan te gaan, totdat David kwam. De jonge David bood Saul aan om tegen Goliat te strijden, aangezien David wist, dat God met hem was.

Zoals God met David was bij de leeuw en de beer en David uit de klauwen van de leeuw en ook de beer had gered, zo zou God hem ook redden uit de hand van deze Filistijn.

En zo ging David in de Naam en in de kracht van de Heere en versloeg Goliat. Vervolgens dreef het leger de Filistijnen uit en plunderde de legerplaats van de Filistijnen (1 Samuël 17 (Lees ook: Hoe overwin je jouw Goliat?).

David gehoorzaamde de stem van God en deed Zijn wil

De Heere is mijn kracht en mijn schild; op Hem vertrouwde mijn hart en ik werd geholpen. Daarom juicht mijn hart en loof ik Hem met mijn lied (Psalm 28:7)

David was een dappere held en een krijgsman en verstandig in zaken. David raadpleegde God en gehoorzaamde Gods stem en wandelde naar Zijn wil en deed alles in Zijn kracht. Door zijn gehoorzaamheid was God met David, waardoor David voorspoedig was en overwinningen behaalde. Maar deze overwinningen gingen wel gepaard met vervolging.

Voordat David koning werd, had hij het niet makkelijk. David had een nomadenbestaan. Hij leefde in spelonken en in bergvestingen in de woestijn en was op de vlucht voor Saul.

Want in plaats dat Saul blij was met David en de overwinningen, die hij behaalde op de Filistijnen, was Saul jaloers op David. Dit kwam, omdat Saul zag dat God met David was. Saul was vol boosheid, dat zich omzette in haat, waardoor Saul David wilde doden.

Maar Gods hand was op Davids leven (door zijn gehoorzaamheid aan Gods woord). Hierdoor kon Saul niets uitrichten in Davids leven.

David werd gezalfd als koning van Juda en koning van Israël

Alhoewel David op jonge leeftijd door Samuël gezalfd was met olie, werd David pas op 30 jarige leeftijd gezalfd (aangesteld) tot koning over Juda. David regeerde vanuit Hebron zeven jaar en zes maanden.

Na 7,5 jaar bezochten de oudsten van Israël David in Hebron. David maakte een verbond met de oudsten van Israël voor het aangezicht des Heeren. Vervolgens werd David door de oudsten van Israël gezalfd tot koning over Israël. 

David regeerde in totaal 40 jaar. David regeerde 7,5 jaar vanuit Hebron over Juda. En David regeerde 33 jaar vanuit Jeruzalem over Israël en Juda (2 Samuel 5, 1 Koningen 2:11).

Waar staat geschreven in de Bijbel dat David een man naar Gods hart was?

Samuël zeide tot Saul: Gij hebt dwaas gehandeld; gij hebt niet in acht genomen het gebod van de Heere, uw God, dat Hij u geboden heeft, anders zou de Heere uw koningschap over Israël altijd bevestigd hebben. Maar nu zal uw koningschap niet bestendig zijn. De Heere heeft Zich een man uitgezocht naar Zijn hart en de Heere heeft hem tot een vorst over Zijn volk aangesteld, omdat gij niet in acht genomen hebt wat de Heere u geboden had (1 Samuël 13:13-14)

Waar lezen wij, dat God zei, dat David een man naar Zijn hart was? Dat David een man naar Gods hart was, lezen wij vóórdat Samuël David zalfde en vóórdat David werd aangesteld als koning over Juda en als koning over Israël. 

Heere heeft zich een man uitgezocht naar Zijn hart en tot vorst gesteld over zijn volk 1 Samuel 13:14

God sprak deze woorden, nadat Saul ongehoorzaam was geworden aan het gebod van God. Saul had (bewust) de woorden en het gebod van God verworpen, waardoor Saul God had verworpen. 

Omdat Saul door zijn ongehoorzaamheid God had verworpen, zou God Saul verwerpen.

Sauls koningschap over Gods erfdeel (het volk Israël) zou niet bestendig zijn. Maar zijn koninkrijk zou door God worden afgescheurd. 

Sauls rebellie en ongehoorzaamheid aan God had consequenties voor zijn leven en zijn zaad. 

God sprak door Samuël tot Saul, dat Hij een man zou uitkiezen naar Zijn hart; naar Zijn wil. Een man, die dus wél de woorden van God zou gehoorzamen en wél de geboden van God zou onderhouden. En dat deed David ook.

Waarom was David een man naar Gods hart?

David was gewillig en onderwiep zich aan God. Hij erkende Hem als de Almachtige God en de Heere van Zijn leven. David raadpleegde de Heere en gehoorzaamde de woorden en geboden van God. En David deed wat de Heere hem opdroeg om te doen, waardoor David leefde naar Zijn wil. 

En als David God niet eerst God raadpleegde en iets deed wat achteraf niet naar de wil van God was, dan had David een diep berouw en verootmoedigde zich meteen voor de Heere en erkende dat hij zwaar had gezondigd en dwaas had gehandeld. David bekeerde zich en droeg de consequenties van zijn dwaasheid en het kwaad dat hij had gedaan en deed het niet weer.

Dit gebeurde bijvoorbeeld bij het terugbrengen van de ark van God, waarbij Uzza om het leven kwam. (Lees ook: Waarom stierf Uzza?). 

En ook bij de telling van Israël, dat kwaad was in de ogen van God. Door Davids ongerechtigheid werd Israël geslagen door God met de pest, die over het hele land Israël kwam en 70.000 man stierf (2 Samuël 6, 1 Kronieken 21).

Maar het bekendste voorval is natuurlijk Davids overspel met Batseba en het plaatsen van haar man, de Hethiet Uria, in het heetst van de strijd, waardoor Uria om het leven kwam. En vervolgens David, na de rouwperiode, Batseba tot vrouw nam en zij hem een zoon baarde. 

Dit alles vond God niet goed, maar dit alles was kwaad in de ogen van God. En ook deze daad van David bleef niet ongestraft (2 Samuël 11,12).

Ondanks het feit, dat God David een man naar Zijn hart had genoemd vóór zijn aanstelling als koning, bleef David niet ongestraft voor zijn overspel en het kwaad, dat David had gedaan.

David had God veracht, waardoor het zwaard nooit meer van zijn huis zou wijken

God zond de profeet Nathan tot David, die hem door een gelijkenis aansprak op het kwaad, dat hij had gedaan. God had David gezalfd als koning over Israël. Hij had David uit de handen van Saul gered en hem zijn huis en vrouwen, het huis van Israël en van Juda gegeven. En als dat te weinig was, had de Heere hem nog meer gegeven. Maar David had de woorden van God (het gebod van God) veracht en gedaan wat kwaad is in Gods ogen. 

Door het verachten van de woorden van God had David God veracht. En doordat David God had veracht en de Hethiet Uria door het zwaard van de Ammonieten had gedood en Uria’s vrouw tot vrouw genomen, zou het zwaard nooit meer wijken van Davids huis.

Door het kwaad dat David had gedaan (Davids zonde), zou God over David een kwaad doen komen uit Davids eigen huis. God zou de vrouwen van David voor zijn ogen van hem weghalen en aan zijn naaste geven en op klaarlichte dag bij zijn vrouwen liggen. 

David had zijn daad in het verborgen gedaan. Maar God zou het doen in tegenwoordigheid van heel Israël in het volle licht (2 Samuël 12:1-12).

In het huis van David droeg zijn eerstgeboren zoon van Batseba de straf van Davids zonde

Wees mij genadig, o God, naar Uw goedertierenheid, delg mijn overtredingen uit naar Uw grote barmhartigheid; was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. Want ik ken mijn overtredingen, mijn zonde staat bestendig vóór mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in Uw ogen, opdat Gij rechtvaardig blijkt in Uw uitspraak, zuiver in Uw geicht (Psalm 51:3-6)

Door het aanhoren van de woorden van God werd David overtuigd van zijn zonde. David erkende, dat hij had gezondigd tegen de Heere. Natan zei, dat God zijn zonde had weggenomen en hij niet zou sterven. 

Maar omdat David door zijn daad de vijanden van de Heere zeer hebt doen lasteren, zou het kind, dat de vrouw van Uria aan David gebaard had, sterven.

En zo sloeg God het kind, waardoor het kind erg ziek werd. En ondanks de gebeden en het vasten van David overleed het kind op de zevende dag, overeenkomstig het woord van God (2 Samuël 12:13-19).

In het huis van David vond incest plaats

David had de vrouw van zijn naaste genomen, wat niet naar de wil van God was. David had overspel gepleegd en het bed verontreinigd, waardoor zijn huis verontreinigd was. En dit bleef niet ongestraft door God.

Het eerste kwaad en seksuele onreinheid, dat plaatsvond in het huis van David was incest. 

Davids eerstgeboren zoon Amnon werd verliefd op zijn zus Tamar, de zus van Absalom en overweldigde, verkrachtte en onteerde Tamar. (Lees ook: Hoe kan liefde in haat veranderen?)

In het huis van David was het zwaard gekomen 

Omwille van Amnons boze daad, haatte Absalom zijn broer Amnon. Na twee jaar zag Absalom zijn kans schoon en bedacht hij een plan en gaf hij de opdracht aan zijn knechten om Amnon te doden (2 `Samuël 13). 

En zo was het zwaard in het huis van David gekomen, overeenkomstig het woord van God.

Davids eerstgeboren zoon Amnon werd omgebracht in opdracht van Absalom, zoals ook Uria in opdracht van David werd omgebracht. 

In het huis van David vond overspel plaats

Na de incest, vond In het huis van David overspel plaats. Zoals David in het geheim overspel had gepleegd met de vrouw van zijn naaste Uria, nadat hij Batseba vanaf het dak van zijn huis had gezien, zo pleegde Davids zoon Absalom overspel met de tien bijvrouwen van zijn vader David in een tent op het dak van Davids huis voor het oog van Israël (2 Samuël 16:20-23).

In het huis van David werd zijn vierde zoon gedood door zijn zoon

Amnon was niet de enige, die in opdracht van zijn broer Absalom werd gedood.

Nadat Davids zoon Absalom door Joab en zijn tien wapendragers werd gedood, en nadat David was gestorven, werd ook Adonaiah, de broer van Absalom, in opdracht van Salomo gedood (1 Koningen 2:24-25).

De vergelding van God

Davids overspel met de vrouw van zijn naaste Uria, en de opdracht om Uria om te brengen bleven niet ongestraft. Davids zonde had consequenties voor David, zijn koningschap, zijn zaad en het volk Israël. 

David begon goed en leefde in gehoorzaamheid aan God naar Zijn wil. Hij erkende God als de Almachtige God van Israël en de Heere van zijn leven. David aanbad en prees de Heere. Davids hart was toegewijd aan God. Hij spendeerde tijd met God en vertrouwde God in alles en raadpleegde Hem en gehoorzaamde Zijn woorden. 

Elke overwinning kende David aan God toe, aan Zijn Naam, grootheid en kracht. Daarom gaf David altijd God de eer en verhoogde Hem en nooit zichzelf. Want David wist, dat hij zonder God, zonder Zijn woord en zonder Zijn Geest en kracht niets was en niets kon doen. 

En op de momenten, dat David zijn eigen weg ging en vergat om eerst God te raadplegen en daarvoor in de plaats mensen raadpleegde en hun raad opvolgde en afweek van de wil van God, en God David daarop aansprak, was David overtuigd van zijn zonde en toonde berouw en bekeerde zich en droeg de consequenties van zijn gedrag en boze daden.

Want alhoewel God Davids zonden en ongerechtigheden vergaf, bleven zijn zonden niet ongestraft door God. Vanwege Davids zonde kwam ziekte, dood, seksuele onreinheden (incest, overspel) en het zwaard in zijn huis. En het zwaard zou tot in eeuwigheid niet van zijn huis wijken. En dit alles was van God afkomstig.

Veel Christenen gebruiken David om overspel goed te keuren en overspel in het ambt toe te staan

Maar zoals de duivel altijd halve waarheden en de woorden van God gebruikt om de mens te misleiden en te leiden tot zonde; tot rebellie en ongehoorzaamheid aan God, en om de zonde goed te keuren, zo doen zijn zonen hetzelfde.

Er zijn veel voorgangers, die misschien geestelijk en oprecht lijken, maar niet uit God geboren zijn en God niet toebehoren maar de duivel. Zij spreken hun eigen woorden, die voortkomen vanuit de gezindheid van het vlees. Zij halen de woorden van God uit de context en gebruiken deze voor het vlees en doen dezelfde werken als hun vader, met als doel om de mens afvallig van God te maken en hen tot zonde te leiden (Lees ook: Veel herders leiden de schapen naar de afgrond).

Zo gebruiken zij het verhaal van David en Batseba als dekmantel om overspel van Christenen, met name van voorgangers en andere kerkleiders, te vergoelijken en voorgangers en andere kerkleiders aan te laten of na een korte schorsing opnieuw aan te stellen in het voorgangersambt of een andere leidinggevende functie binnen de kerk. 

Zij onderbouwen dit met de woorden, dat alhoewel David een overspeler en moordenaar was, David een man naar Gods hart was, waarmee zij de daad van overspel en andere werken van het vlees (de zonde) vergoelijken en acceptabel maken in de kerk. 

Maar dit is een grote leugen, die helaas wordt geloofd door veel Christenen, die zelf niet de Bijbel bestuderen en daarom geen kennis hebben van Gods Woord, maar afgaan op de misleidende woorden van (bekende) voorgangers, die vaak voortkomen uit hun gevoelens, mening en vleselijk denken (de gezindheid van het vlees (Lees ook: De gemeente gebouwd op de mening van mensen)). 

David behoorde tot de generatie van de oude mens; de oude schepping

In plaats dat zij de nieuwe schepping; de nieuwe mens zijn geworden en hervormd zijn in de geest van hun denken en geestelijk volwassen zijn en bekend zijn met de wil van God en zij spreken en wandelen vanuit de Geest als de nieuwe schepping, zijn zij nog steeds de oude schepping en spreken en wandelen zij vanuit het vlees als de oude schepping; de oude mens en blijven de werken van het vlees doen en goedkeuren. 

Romeinen 6:6 oude mens medegekruisigd geen slaven der zonde

Zij beschouwen zich als zondaar en halen personen uit het Oude Testament aan, om de werken van het vlees te vergoelijken, hen als voorbeeld te gebruiken, en Christenen met hen te vergelijken, terwijl dat onmogelijk is.

Want de nieuwe mens, die in Christus vrijgemaakt is van de heerschappij van de duivel, de zonde en de dood. De nieuwe mens is overgeplaatst vanuit de duisternis naar het Koninkrijk van Jezus Christus en is verzoend met God. De nieuwe mens kan niet vergeleken worden met de oude mens, die door het vlees in gebondenheid leeft van de duivel, de zonde en de dood en in duisternis wandelt. 

Alhoewel de Geest van God op David was, behoorde David tot de generatie van de oude mens (de gevallen mens), die vleselijk is en zijn geest nog onder heerschappij van de dood leeft. David behoorde niet tot de generatie van de nieuwe mens, wiens vlees is gestorven in Christus en wiens geest is opgestaan uit de dood en de Heilige Geest heeft ontvangen en in de nieuwe mens woont.

David verviel niet in dezelfde zonde van overspel zoals veel Christenen

Nadat David overspel had gepleegd en Uria door het zwaard van de Ammonieten had laten ombrengen en David op zijn zonde werd aangesproken, bekeerde David zich. David betoonde berouw en verviel niet in dezelfde zonde en legde zich bij het rechtvaardige oordeel van God neer.

In tegenstelling tot veel Christenen, met name voorgangers, oudsten en andere kerkleiders, die overspel plegen en na een tijd weer vervallen in dezelfde zonde en blijven leven als de oude schepping en steeds weer dezelfde zonde blijven doen en daardoor niet werkelijk berouw hebben zoals David.

Zolang iemands hart blijft uitgaan naar de zonde en de persoon de zonde liefheeft boven het Woord, en naar Bijbelteksten zoekt, niet om te veranderen, maar om te kunnen blijven zondigen, en de woorden van God subtiel verdraait om de zonde goed te keuren en te kunnen blijven zondigen, dan heeft die persoon zich nog niet bekeerd en is zeker niet wedergeboren in Christus en behoort God niet toe maar de duivel.

God zal nooit de zonde en ongerechtigheid rechtvaardigen.

God zal nooit het kwade goedmaken en daarom zal God nooit de boze werken van zondaren rechtvaardigen.

En David is daarvan een mooi voorbeeld. Dat zelfs een man naar Gods hart geen uitzonderingspositie had (Lees ook: Houd uw geloof vrij van aanzien des persoons). 

Christenen behoren Jezus te volgen en Zijn werken te doen

Laat David, die behoorde tot de oude schepping en in het Oude Verbond leefde, daarom nooit meer aangehaald en gebruikt worden om het kwaad en rebellie en ongehoorzaamheid aan het Woord van God te promoten en te tolereren. Maar laat David aangehaald en gebruikt worden om de rebellie en het kwaad en ongehoorzaamheid aan God te elimineren uit de Gemeente.

Alle Christenen, vooral voorgangers en kerkleiders, behoren niet koning David te volgen, maar de Koning der koningen en de Heere der heerscharen Jezus Christus, die tot aan Zijn dood gehoorzaam was aan de stem van God en in alles verzocht is geweest, doch zonder te zondigen.

Zij behoren Koning Jezus te volgen en Zijn stem te gehoorzamen en Zijn afspiegeling te zijn op aarde.

‘Wees het zout der aarde’

You Might Also Like

    error: Content is protected !!