Bidt en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal opengedaan worden

In Mattheüs 7:7-8 en Lucas 11:9-10 zei Jezus, Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Want een ieder, die bidt, ontvangt, en wie zoekt, vindt, en wie klopt, hem zal opengedaan worden. Jezus beloofde, dat een ieder, die bidt (vraagt), ontvangt en wie zoekt, vindt, en wie klopt, hem (of haar) opengedaan zal worden. Maar waarom ontvangen veel Christenen dan niet waar zij om bidden (vragen), en vinden zij niet waar zij naar zoeken, en blijft de deur gesloten? Wat bidden en zoeken Christenen en aan wiens deur kloppen zij?

God is geen God, die Zich stil en verborgen houdt

Ik heb niet in het verborgene gesproken noch ergens in het land der duisternis; Ik heb tot het nakroost van Jakob niet gezegd: Zoekt Mij tevergeefs. Ik, de Heere, spreek wat recht is, verkondig wat rechtmatig is (Jesaja 45:19)

Nadert tot Mij, hoort dit: Van de aanvang af heb Ik niet in het verborgene gesproken; ten tijde dat het geschiedt, ben Ik daar. En nu heeft de Heere Heere mij met Zijn Geest gezonden: Zo zegt de Heere, uw Verlosser, de Heilige Israëls: Ik ben de Heere, uw God, die u leert, opdat het u welga; die u de weg doet betreden, die gij moet gaan (Jesaja 48:16-17)

Jesaja 45:19 De Heere heeft niets in het verborgene gesproken

God is geen God, die Zich stil en verborgen houdt, maar enkel stil en verborgen is voor diegenen, die Zijn aangezicht niet zoeken.

God heeft Zijn kinderen niet als wezen achtergelaten, maar veel van Zijn kinderen hebben zichzelf tot wezen gemaakt. 

God heeft Zijn Woord en Zijn Heilige Geest gegeven. Maar in wie woont Zijn Woord en Zijn Heilige Geest?

Wie leest en bestudeert de Bijbel en is bekend met wat er staat geschreven in Gods Woord en kent Jezus Christus en de wil van God en volgt de wil van God op in zijn leven?

Wie spendeert tijd met de Vader in gebed? En als iemand bidt, wat bidt die persoon?

Niet Uw wil, maar mijn wil geschiedde!

Neemt de persoon de tijd en bidt de persoon vanuit de Geest overeenkomstig de wil van God? Of bidt de persoon (vluchtig) naar zijn wil, vanuit zijn hoogmoed en onbekeerde hart, overeenkomstig de wensen, lusten en begeerten van zijn vlees? 

Benadert de persoon enkel God om zijn wil aan Hem bekend te maken, zijn verlanglijst door te nemen, en God de opdracht te geven om zijn wil uit te voeren? Want dit is hoe het gebedsleven van veel Christenen eruit ziet.

Veel Christenen benaderen God enkel wanneer zij iets van God nodig hebben, in plaats dat zij van Hem houden en verlangen om tijd met Hem door te brengen in de stilte, zoals Jezus, die veel tijd met de Vader spendeerde in de stilte. Niet om iets te ontvangen, maar omdat Hij van de Vader hield (Lees ook: Het geheime gebedsleven van de gelovige). 

Het gebedsleven van Jezus

Zie, Ik heb Hem tot een Getuige voor de natiën gesteld, tot een Vorst en Gebieder der natiën. Zie, een volk dat gij niet kendet, zult gij roepen, en een volk dat u niet kende, zal tot u snellen ter wille van de Heere, uw God, en van de Heilige Israëls, omdat Hij u verheerlijkt heeft. Zoekt de Heere, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige zijn gedachten en hij bekere zich tot de Heere, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet Mijn wegen, luidt het woord des Heeren. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten (Jesaja 55:4-9)

Jezus was trouw en spendeerde veel tijd met Zijn Vader en zocht Gods aangezicht voortdurend. Jezus zocht Zijn Vader in alles, waardoor Hij bekend was met de wil, de gedachten en de wegen van Zijn Vader.

De gebeden van Jezus draaiden niet om Hemzelf en Zijn aardse leven, maar om God en Zijn Koninkrijk en het doen van Zijn wil. 

Zijn hele leven draaide om onderwerping en gehoorzaamheid aan de wil van de Vader en het vervullen van de wil van God in Zijn leven. 

En doordat dit het belangrijkste in het leven van Jezus was en Hij door Zijn gehoorzaamheid, de woorden van de Vader sprak, Zijn geboden onderhield, en de werken en de wil van de Vader deed, was Jezus de afspiegeling van God op aarde en betoonde en manifesteerde Gods heiligheid, Gods gerechtigheid, Gods kracht en Gods liefde aan de mens en vestigde Gods Koninkrijk op aarde.

Was de wil van Jezus altijd gelijk aan de wil van de Vader?

En zij gingen naar een plaats, genaamd Getsemane, en Hij zeide tot Zijn discipelen: Zet u hier neder, terwijl Ik bid. En Hij nam Petrus en Jakobus en Johannes mede. En Hij begon zeer ontsteld en beangst te worden, en Hij zeide tot hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe; blijft hier en waakt. En Hij ging een weinig verder, en Hij wierp Zich ter aarde en bad, dat, indien het mogelijk ware, die ure aan Hem zou voorbijgaan, en Hij zeide: Abba, Vader, alles is U mogelijk, neem deze beker van Mij weg. Doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt (Marcus 14:32-36)

Jezus wist waarvoor Hij naar de aarde was gekomen en sprak meerdere malen over Zijn lijden, sterven en opstanding uit de dood. Ook wist Hij wanneer dit alles zou plaatsvinden en Hij overgeleverd zou worden in de handen van zondaren, aangezien de Vader Hem dit alles had bekendgemaakt. En toch, stelde Jezus de Vader een opmerkelijke vraag.

Voordat Jezus werd verraden door Judas en gevangen werd genomen en vervolgens gegeseld en gekruisigd werd, vertrok Jezus met Zijn discipelen naar Getsemane. Jezus nam Petrus, Jakobus en Johannes met Zich mee om te bidden en begon bedroefd en beangst te worden. 

Mattheus 26:39 Mijn Vader indien mogelijk laat deze beker Mij voorgaan doch niet gelijk Ik wil maar gelijk Gij wilt

Jezus’ ziel was zeer bedroefd tot stervens toe en nadat Hij Zich met het aangezicht ter aarde had geworpen, bad Jezus, dat indien mogelijk, die ure aan Hem zou voorbijgaan. 

Jezus zei, Abba, Vader! Alle dingen zijn U mogelijk; neem deze beker van Mij weg. Doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt.

Na een uur gebeden te hebben, stond Jezus op en liep naar Zijn discipelen, die ondertussen in slaap waren gevallen en niet in staat waren om één uur met Jezus te waken (Lees ook: Het vlees kan niet bidden). 

In plaats dat Jezus na een uur stopte met bidden en met Zijn discipelen vertrok, keerde Jezus terug naar de plek waar Hij had gebeden, aangezien Hij in een geestelijke strijd was verwikkeld, die nog niet voleindigd was (Lees ook: De strijd in het hof). 

Jezus bad wederom dezelfde vraag, dat indien mogelijk de beker aan Hem zou voorbijgaan, doch dat niet Zijn wil maar de wil van de Vader zou geschiedde.

Tijdens Zijn gebed verscheen een engel uit de hemel om Jezus kracht te geven, waardoor Jezus antwoord kreeg op Zijn vraag en vond waar Hij naar zocht. Want het was de wil van de Vader voor Jezus om de beker te drinken. 

Jezus werd daarna dodelijk beangst en bad des te vuriger. Zijn zweet werd als bloeddruppels en vielen op de aarde neer. Zo’n hevige geestelijke strijd tot bloedens toe had Jezus te strijden. Maar uiteindelijk overwon Jezus de strijd tussen de Geest en de ziel. En na de kruisiging van Zijn ziel, stond Jezus op en voerde de wil van Zijn Vader uit (Mattheüs 26:36-46, Marcus 14:32-42 en Lucas 22:39-46 (Lees ook: De kruisiging van de ziel). 

Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiedde!

Jezus bad aanhoudend en was uren in gebed om Gods aangezicht en Zijn wil te zoeken. En de Vader liet Zijn vraag niet onbeantwoord, maar beantwoordde de vraag van Zijn Zoon. Alleen was het antwoord van Zijn Vader niet overeenkomstig de wil van Zijn Zoon, maar overeenkomstig de wil van de Vader. 

In plaats dat Jezus rebelleerde en er tegenin ging en Zijn eigen wil doorvoerde en Zijn eigen weg ging, onderwierp Jezus Zich aan het woord en de wil van de Vader en begon, in gehoorzaamheid aan de wil van de Vader, aan de lijdensweg, die voor Jezus martelingen en de dood betekende, maar tot de verlossing van de (gevallen) mens en de verzoening van de mens met God zou leiden.

Bidt en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal opengedaan worden

En Hij zeide tot hen: Wie van u zal een vriend hebben, die midden in de nacht bij hem komt en tot hem zegt: Vriend, leen mij drie broden, want een vriend van mij is op zijn reis bij mij aangekomen en ik hebt niets om hem voor te zetten; en dat dan hij, die binnen is, zou antwoorden en zeggen: Val mij niet lastig, de deur is reeds gesloten en mijn kinderen en ik zijn naar bed; ik kan niet opstaan om ze u te geven. Ik zeg u, zelfs al zou hij niet opstaan en ze geven, omdat hij zijn vriend was, om zijn onbeschaamdheid zou hij opstaan en hem geven, zoveel hij nodig heeft. En Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Want een ieder, die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, hem zal opengedaan worden. Is er soms een vader onder u, die, als zijn zoon hem om een vis vraagt, hem voor een vis een slang zal geven? Of als hij om een ei vraagt, hem een schorpioen zal geven? Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden (Lucas 11:5-13)

Jezus bad geen vluchtige gebedjes, maar Jezus bad aanhoudend en maakte dit principe van het volhardend gebed ook bekend aan Zijn discipelen. Ook maakte Jezus de natuur en de wil van de Vader bekend en leerde hen, dat de Vader altijd antwoord geeft, Zich laat vinden en open doet voor al degenen, die tot Hem komen en Zijn aangezicht zoeken en (aanhoudend) bidden, zoeken en kloppen. 

In Mattheüs 7:7-11 en Lucas 11:5-13 had het bidden, zoeken en kloppen betrekking op het ontvangen van de goede dingen, die van boven komen (Jakobus 1:18), en de Heilige Geest.

Het had betrekking op de dingen van Gods Koninkrijk en van Christus en de erfenis, die gelovigen in Christus hebben ontvangen en nodig hebben, om als zonen van God (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen) als de nieuwe schepping te wandelen op aarde, en getuigen te zijn van Jezus Christus, en Gods Koninkrijk te vertegenwoordigen, verkondigen en vestigen op aarde.

De vervulling van de belofte van de Heilige Geest

Jezus had Zijn discipelen beloofd, dat de Vader hen de Heilige Geest zou geven. En voordat Jezus opvoer naar de hemel gaf Hij Zijn discipelen het gebod om in Jeruzalem te blijven en daar te wachten op de belofte van de Vader (a.o. Johannes 14:15-26; 15:26-27, Handelingen 1:4-8).

De discipelen gehoorzaamde het gebod van Jezus en gingen naar Jeruzalem en wachtten in de bovenkamer op de belofte van de Vader. 

In de bovenkamer waren de discipelen eendrachtig en volhardend in het gebed. Zij vroegen, zochten en klopten aanhoudend en door hun gehoorzaamheid aan de woorden en het gebod van Jezus en hun vastberadenheid en volhardend gebed, ontvingen zij de belofte van de Vader en werden zij allen vervuld met de Heilige Geest (Lees ook: Wanneer ontvang je de Heilige Geest?). 

bijbeltekst handelingen 1-8 u zult kracht van de heilige geest ontvangen

Zij hadden de Geest van kracht, liefde en bezonnenheid ontvangen, waardoor zij in staat waren om in vrijmoedigheid het evangelie van de gekruisigde en opgestane Jezus Christus, de Zoon van God, te verkondigen en de mensen op te roepen tot bekering en de werken van de duisternis neer te halen en het Koninkrijk van God te vestigen op aarde.

Zij hadden de kracht van de Heilige Geest ontvangen om getuigen van Jezus te zijn en de opdracht van Jezus en het werk van God te kunnen uitvoeren.

Als iemand de Heilige Geest nog niet heeft ontvangen en de Vader daarom bidt (vraagt), zoekt en klopt, dan zal hij of zij de Heilige Geest ontvangen. Dit heeft Jezus beloofd en Zijn beloften zijn waarachtig en gelden nog steeds.

Ook als iemand in wijsheid te kort schiet (of een ander gebrek heeft) en God daarom bidt (vraagt) in geloof, dan zal hij of zij de wijsheid ontvangen (o.a. Jakobus 1:5-8)

Deze drie elementen van het aanhoudend bidden (vragen), het zoeken en kloppen behoren aanwezig te zijn in de levens van Christenen. Net zoals Jezus aanhoudend bad, Gods aangezicht zocht en net zolang bleef kloppen, totdat er opengedaan werd en Zijn vraag beantwoord werd en Hij ontving waar Hij naar zocht.

Je hebt niet, omdat je niet vraagt

Waar jouw hart naar uitgaat, dat is wat jij wilt. En wat jij wilt, zul jij vragen (bidden). Als jij de wereld liefhebt, dan zal jouw hart uitgaan naar de dingen van de wereld en zul jij ook om de dingen van de wereld bidden voor jezelf en niet de dingen van God.

Maar als de liefde Gods in jou is en jij God liefhebt met heel jouw hart, dan zal jouw hart uitgaan naar Hem en de dingen van Gods Koninkrijk en zul jij vragen om de dingen van God, die niet alleen nodig zijn voor jezelf, maar vooral nodig zijn voor anderen, voor de verkondiging van het evangelie en de waarheid van Gods Woord, het redden van zielen, de groei en het behoud van het Lichaam van Christus en Gods Koninkrijk te vestigen op aarde.

Daarom schreef Jakobus, je hebt niet, omdat je niet bidt (vraagt). Of je bidt wel, maar je bidt verkeerd, vanuit de wellusten van het vlees.

Jezus zei, dat je niet bezorgd hoeft te zijn en niet hoeft te vragen voor de dingen, waarnaar de heidenen zoeken. Aangezien de Vader weet wat Zijn kinderen nodig hebben, nog voordat zij Hem erom gevraagd hebben en God zal daarin voorzien, omdat God een Voorziener is (o.a. Mattheüs 6:25-34).

Maar als je nog de oude schepping bent, en niet geestelijk maar vleselijk bent, en leeft zoals de heidenen leven, die niet God maar de wereld toebehoren, dan zul jij ook de dingen willen en om de dingen vragen, die de heidenen willen en waar de heidenen op gericht zijn, en zoeken en begeren (Jakobus 4:1-5).

Als jij bijvoorbeeld een liefde voor geld hebt, zul jij gericht zijn op geld en zul jij vanuit die liefde voor geld en begeerte naar geld en materiële zaken bidden (vragen). Maar als jij een liefde voor Jezus hebt, zul jij gericht zijn op Hem en zul jij vanuit die liefde bidden voor (de dingen van) het Koninkrijk.

De vraag is dus, van Wie of wat hou je, waar ben je op gericht en wat vraag je?

Wat bid je?

De goddeloze immers roemt naar hartelust, de woekeraar spreekt zegenwensen, hij versmaadt de Heere. De goddeloze met zijn neus in de hoogte (denkt): Hij vraagt geen rekenschap; al zijn gedachten zijn: Er is geen God. Zijn wegen zijn voorspoedig te allen tijde. Uw gerichten zijn hem te hoog, hij blaast tegen allen die hem benauwen; hij zegt in zijn hart: Ik zal niet wankelen, ik, die van geslacht tot geslacht niet in rampspoed zal raken. Zijn mond is vervuld van vloek en bedrog en verdrukking, onder zijn tong zijn ongerechtigheid en onheil, hij ligt in hinderlaag bij de gehuchten, in het verborgene doodt hij de onschuldige. Zijn ogen bespieden de zwakke, hij loert in het verborgene als een leeuw in de struiken; hij loert om de ellendige te vangen, hij vangt de ellendige, hem trekkend in zijn net (Psalm 10:3-9)

Als er een verandering van hart heeft plaatsgevonden door de wedergeboorte, dan zal er ook een verandering van gebed plaatsvinden. 

In plaats van zelfzuchtige gebeden vanuit het vlees, die gericht zijn op het aardse en het vervullen van de wil, lusten en begeerten van het vlees, zal er gebeden worden vanuit de Geest en zullen de gebeden gericht zijn op Jezus, en de wil en het Koninkrijk van God. 

Zoekt en gij zult vinden

Vreest de Heere, gij, Zijn heiligen, want wie Hem vrezen, hebben geen gebrek. Jonge leeuwen lijden ontbering en honger, maar wie de Heere zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed (Psalm 34:9-10)

Jouw hart bepaalt jouw leven; wat jij spreekt, wat jij doet en hoe jij leeft. De gesteldheid van jouw hart zal bepalen waar jij op gericht bent en waar jij naar zoekt. 

Mijn hart zegt tot U Gij zegt Zoek Mijn aangezicht ik zoek Uw aangezicht o Heere Psalm 27-8

Als Jezus in jou is en jouw hart God toebehoort en jij God met heel jouw hart liefhebt en een vreze voor Hem hebt, dan zul jij Gods aangezicht zoeken. Want jouw hart verlangt naar God en wil Gods aangezicht zoeken.

Jij zult de dingen zoeken, die boven zijn, waar Christus is gezeten aan de rechterhand van de Vader. 

Maar als jij nog niet wedergeboren bent en jouw hart de wereld toebehoort en jij jezelf en de wereld liefhebt, dan zul jij de dingen zoeken, die op de aarde zijn en dezelfde dingen willen en begeren als de heidenen, die God niet kennen en Hem niet toebehoren.

Als jij in Christus bent en Christus in jou is en jij gericht bent op de dingen die boven zijn en Gods aangezicht zoekt, dan zul jij vinden waar jij naar zoekt (Lees ook: Hoe weet je of Christus in jou is?).  

Klopt en er zal opengedaan worden

Een onzekere opgeef mentaliteit heeft nog nooit winst geboekt. Maar zekerheid en vastberadenheid wél. 

Geloof geeft niet op, maar handelt vanuit -en in vertrouwen in Jezus en de Vader en is vastberaden en volhardend en blijft net zolang kloppen totdat er opengedaan wordt.

En dit geloof en deze vastberadenheid ontbreekt vaak in de levens van Christenen, omdat de belangrijkste factor, die nodig is ontbreekt en dat is, het kennen van God.

Als jij de persoon kent en weet waar de persoon woont en er zeker van bent dat de persoon thuis is, dan zul jij aan de juiste deur kloppen en net zolang blijven kloppen totdat er opengedaan wordt. 

Bidt en u zal gegeven worden zoekt en gij zult vinden klopt en u zal opengedaan worden Lucas 11-9

Maar veel Christenen zijn vaak niet zo zeker van hun zaak.

Zij zijn twijfelachtig en vragen zich af of God überhaupt hun gebeden hoort, laat staan verhoort, als zij niet binnen een dag of een week antwoord krijgen. 

Sommigen weten zelfs niet tot Wie zij eigenlijk (moeten) bidden, zij weten niet bij welke deur zij moeten wezen en daarom kloppen zij in het wildeweg op alle deuren, die zij tegenkomen, in de hoop dat er iemand open doet. 

Zij bidden niet vanuit Christus, vanuit het Woord, vanuit openbaring en onderwijzing van de Heilige Geest, maar zij bidden vanuit aangeleerde woorden, voorgeschreven gebeden en gebedstechnieken van hun voorganger, predikers en/of christelijke boeken. Hierdoor bidden zij vanuit het geloof in het (voorgeschreven) gebed en de woorden die zij uitspreken en de technieken, die zij toepassen oftewel zij bidden vanuit geloof in het middel, in plaats dat zij bidden vanuit hun geloof in God (Lees ook: Een technisch geloof).

En daarom wordt er niet meer volhardend gebeden, gezocht en geklopt, omdat dit alles niet vanuit de zekerheid van het geloof in Jezus Christus en God de Vader wordt gedaan.

Jezus stelde de vraag of Hij nog het geloof, dat vastberaden en aanhoudend is en niet (voortijdig) opgeeft, zal vinden, als Hij terugkomt op aarde. Het geloof, waarin Jezus en ook Zijn discipelen in wandelden en elke Christen; elke zoon van God (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen) en discipel van Jezus Christus in behoort te wandelen (Lees ook: Zal Ik het geloof vinden op aarde?).

Elke Christen behoort te bidden, zoeken en kloppen

Jezus wandelde in geloof in God en was vastberaden en bad volhardend en gaf niet op. De apostelen en gelovigen van de eerste gemeente wandelden in geloof in God en geloof in de Naam van Jezus en waren vastberaden en baden volhardend en gaven niet op. 

En zo behoren ook de gelovigen in deze tijd in geloof in God en geloof in de Naam van Jezus te wandelen en vastberaden te zijn en te volharden in het gebed en niet op te geven.

Die vastberadenheid kun jij alleen hebben als jij een nieuwe schepping bent geworden en weet wie jouw God en Maker is, Wie jou heeft verlost uit de duisternis en Wie in jou woont en jou leidt.

‘Wees het zout der aarde’

You Might Also Like

    error: Content is protected !!