Vanaf het moment dat de mens de heerschappij, die hij had ontvangen van God, overdroeg aan de duivel, door te zondigen, vestigde de duivel zijn koninkrijk op de aarde. De wet van de duivel; de wet van de zonde en dood, ging vanaf dat moment in werking. De aarde was niet meer gezegend maar vervloekt en de dood en het dodenrijk heerste op de aarde. De mens had God ingeruild voor de duivel. De geest in de mens was gestorven en het vlees (ziel en lichaam) leefde voort. De duivel zou de vader en god zijn over elk vlees, dat geboren zou worden in zijn koninkrijk. De wet, die zijn koninkrijk vertegenwoordigt, is de wet van de zonde en de dood. Lees over de onthullende waarheid van de wet van de zonde en de dood.
Elk mens is onderworpen aan de wet van de zonde en de dood
Elk mens, dat geboren zou worden op aarde, zou automatisch onderworpen zijn aan de wet van de zonde en de dood. Deze wet van de duivel, die zijn wil vertegenwoordigt regeert in elk vlees.
Aangezien de geest van de mens was gestorven op het moment dat de mens zondigde, kon de mens alleen maar naar het vlees leven. De mens was een levende ziel geworden en werd ook aangestuurd vanuit de ziel. De ziel en lichaam van de mens was onderworpen aan de duivel en aan zijn wet. Het vlees van de mens bezat de rebelse zondige natuur van de duivel. Doordat de mens aangestuurd werd door zijn zondige vlees; lichaam en ziel en dus naar het vlees leefde, leefde de mens naar de wet van de duivel. Hierdoor vervulde de mens, die naar het vlees wandelde, de wet van de zonde en de dood.
Overgeplaatst vanuit het Koninkrijk van God naar het koninkrijk van de duisternis
Toen God de aarde en de hemel had geschapen, regeerde Zijn Koninkrijk; het geestelijke Koninkrijk van God, op aarde. De mens, die werd geschapen, bestond uit geest, ziel en lichaam. Adam zijn geest heerste in zijn leven. Zijn ziel en lichaam waren ondergeschikt aan zijn geest.
Voordat Adam rebelleerde tegen het gebod van God en zondigde, regeerde de geestelijke wet van gerechtigheid en leven op aarde. Deze wet van gerechtigheid en leven vertegenwoordigt de wil van God en behoort tot het Koninkrijk van God.
Nadat Adam, die in eerste instantie was aangesteld om het Koninkrijk van God te vertegenwoordigen op aarde, luisterde naar de stem van de duivel en ongehoorzaam werd aan het gebod (wet) van God en Zijn Koninkrijk, stierf de geest, die heerschappij voerde in Adam. Op dat moment werd Adam in de geestelijke wereld overgeplaatst vanuit het Koninkrijk van God naar het koninkrijk van de duisternis.
De mens had vrijwillig gekozen om te luisteren naar – en te geloven in de woorden van de duivel, in plaats van God. De mens koos ervoor om ongehoorzaam te worden aan de woorden van God en de wil van de duivel te doen in plaats van de wil van God.
Zoals in de vorige blogpost ‘De wil van God vs de wil van de duivel‘ besproken, rebelleert de duivel tegen élk woord van God. Daarom staat de wil van de duivel haaks op de wil van God.
De wil van God vertegenwoordigt de wet van gerechtigheid en leven. De wil van de duivel vertegenwoordigt de wet van de zonde en de dood
De wet van de zonde en de dood
De wet van de zonde en de dood bestaat uit o.a. de volgende geboden:
- Je zult de duivel liefhebben boven al en hem dienen en gehoorzamen
- Je zult afgoden hebben en je voor hen neerbuigen
- Je zult overspel plegen
- Je zult God haten en Zijn Naam ijdel gebruiken
- Je zult echtbreken
- Je zult overspel plegen
- Je zult ontrouw zijn
- Je zult liegen
- Je zult moorden
- Je zult rebelleren en opstaan tegen jouw ouders
- Je zult begeren
- Je zult jaloers zijn
- Je zult niet vergeven
- Je zult…
Deze wet vertegenwoordigt de wil van de duivel en behoort tot het koninkrijk van de duisternis. Als je leeft naar het vlees, zul je gebonden zijn aan deze wet van de zonde en de dood en wandelen in zonde. Zolang je naar deze wet blijft wandelen in zonde zal de dood jouw eindbestemming zijn. Want dat is het loon wanneer je leeft naar het vlees in zonde en leeft naar de wet van de zonde en de dood.
Want het loon dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heere (Romeinen 6:23)
God koos een volk uit en zette hen apart
God koos een volk uit en zette hen apart van de andere volken. God leidde Zijn volk uit Egypte en bevrijdde hen uit de slavernij en heerschappij van Farao. Zijn volk was jarenlang onderdrukt geweest door Farao en in slavernij geleefd. Zij waren verweven met zijn wil, de heidense rituelen van Egypte en hun cultuur.
Maar God’s Koninkrijk was een ander Koninkrijk. Zijn wil was niet gelijk aan de wil van de duivel, die in de mens regeerde. God wilde niet dat Zijn volk nog langer onderworpen zou zijn aan de duivel en de werken van zijn koninkrijk. Want God kon geen gemeenschap hebben met de zonde; de werken van de duisternis. Zijn volk moest gereinigd worden en hun denken moest vernieuwd worden naar Zijn wil.
God maakte Zijn wil bekend door Zijn wet
Daarom maakte God aan Zijn volk Zijn wil en Zijn Koninkrijk bekend door Zijn wet. Aangezien de mens vlees was en God Geest, ‘vertaalde’ Hij Zijn wil en maakte Hij Zijn geestelijk Koninkrijk zichtbaar voor de mens, door het geven van Zijn geboden. Aangezien God gemeenschap met Zijn volk wilde hebben, maar het vlees van de mens zondig was en God geen gemeenschap met de zonde kan hebben, gaf God hen de offerwetten. Door de offerwetten werd er tijdelijk verzoening gebracht voor de zonde van de vleselijke mens.
De wet van de zonde en de dood, die tot het koninkrijk van de duisternis behoort, was al in werking vanaf het moment dat Adam zondigde en de duivel heerschappij kreeg over de mens en de aarde. Vanaf dat moment was zijn (geestelijke) koninkrijk actief. De duivel had alle geestelijke heerschappij in de wereld en over de mens.
Maar God zonderde Zijn volk af van de wereld. Hij openbaarde Zijn wil en Zijn Koninkrijk aan hen, door het geven van Zijn wet. God maakte in feite wat niet zichtbaar voor hen was, omdat zij vleselijk waren, zichtbaar voor hen. Doordat God aan Zijn vleselijke volk Zijn wet gaf, werd de wet van de zonde en de dood, die tot het koninkrijk van de duivel behoort, geopenbaard.
Het vlees van de mens, die onderworpen is aan de wet van de zonde en de dood, maakte de dienst uit en zei: “gij zult stelen, gij zult echtbreken, gij zult begeren, gij zult liegen, gij zult jaloers zijn etc.”. Maar God vertegenwoordigde Zijn Koninkrijk. Daarom zei God: “Gij zult niet begeren, gij zult niet stelen, gij zult niet liegen….. etc.”
De zonde werd geopenbaard door de wet
Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet (Romeinen 7:7)
De wet van de Geest, die tot het Koninkrijk van God behoort staat haaks op de wet van de zonde en de dood, die tot het koninkrijk van de duisternis behoort. Door het geven van de wet van Mozes, openbaarde God de zonde.
De zonde was niet langer meer verborgen, maar werd geopenbaard door de wet. God dwong niemand om Hem te gehoorzamen. Elk mens had een vrije wil gekregen, wat nog steeds het geval is, zodat zij zelf een keuze konden maken, wie zij wilden gehoorzamen God of de duivel. God gaf alleen wel duidelijk aan, dat als iemand Hem niet liefhad en niet wilde leven naar Zijn wet van gerechtigheid en leven en hij/zij ervoor koos om de duivel en zijn wet van de zonde en de dood te dienen, wat de consequenties zouden zijn.
Waarom de doodstraf?
God gaf aan Zijn volk, dat tot Zijn Koninkrijk behoorde, Zijn geboden. Zodra er iemand van Zijn volk rebelleerde en zich niet wilde onderwerpen aan Zijn wil, had dat consequenties. De persoon gaf door zijn rebelse gedrag aan, dat hij niet God en Zijn wet, maar liever de duivel en zijn wet wilde dienen.
Wanneer iemand zich niet wilde bekeren en bleef volharden in rebellie aan de wet van God en de wet van de zonde en de dood bleef gehoorzamen, moest God met de persoon afrekenen naar de wet van de zonde en de dood.
De straf hing echter wel af van de zonde, die de persoon had verricht.
Er was namelijk een onderscheid van zonde; zonde die tot de dood leidde en zonde, die niet tot de dood leidde.
Maar wanneer een persoon moedwillig zondigde, oftewel zondigde met voorbedachte rade en dus door zijn daad (daden) ervoor koos om de wet van de zonde en de dood te gehoorzamen, kreeg de persoon ook het loon van het volgen van deze wet, namelijk de dood.
De persoon werd uit God’s volk verwijderd en overgedragen aan zijn heer en meester: de dood.
Dat was de straf voor iedereen, die ongehoorzaam was aan de wet van God; de wet van gerechtigheid en leven en gehoorzaam was aan de wet van de duivel; de wet van de zonde en de dood.
De wet voert heerschappij zolang de oude mens leeft
Vanaf het moment, dat je op deze aarde wordt geboren, voert de wet van de zonde en de dood heerschappij over jou. De zondige natuur; de natuur van de duivel is aanwezig in jouw vlees. Dat betekent dat jouw vlees onderworpen en gehoorzaam is aan de wet van de zonde en de dood en deze wil uitvoeren. Er is maar één manier om bevrijd te worden van de wet van de zonde en de dood en dat is door de wedergeboorte.
Alléén wanneer jouw vlees sterft in Jezus Christus, word je verlost van jouw zondige natuur en van de wet van de zonde en de dood, die heerst in jouw vlees. Vanaf het moment dat je sterft in Christus ben je verlost van deze wet, die jou naar de eeuwige dood leidde.
Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods (Rom 8:2)
Het is net als in een huwelijk waar man en vrouw gedurende hun leven op aarde door de wet aan elkaar zijn verbonden. De vrouw is aan haar man gebonden, gedurende haar leven op aarde.
Maar als de echtgenoot komt te overlijden is de vrouw verlost van de wet, die haar aan haar man bond. Als zij echter gedurende zijn leven overspel pleegt en met een ander trouwt is zij een overspeelster. Alleen wanneer één van beiden komt te sterven wordt het huwelijksverbond vernietigd en is de ander niet meer gebonden maar vrij (Romeinen 7:2-3).
Sterven in Jezus Christus
Zo is het ook met een ieder, die tot geloof in Jezus Christus komt. Als jij je bekeert en Jezus aanneemt als jouw Verlosser en Hem Heer maakt van jouw leven, dan leg jij jouw eigen leven in het vlees; de oude mens, af in Hem.
Op dat moment dat jij je laat dopen, ben jij, samen met jouw vlees, in de geestelijke wereld gestorven in Jezus Christus.
Aangezien jouw zondige vlees gestorven is, ben je niet meer gebonden aan de wet van de zonde en de dood.
Door het sterven van jouw vlees heeft de wet van de zonde en de dood geen macht meer over jou. In Jezus Christus ben je verlost van deze wet, die in het vlees regeert.
Door de doop met de Heilige Geest wordt jouw geest opgewekt uit de dood.
Vanaf dat moment leeft jouw geest in jou en voert de wet van gerechtigheid en leven oftewel de wet van de Geest, die behoort tot het Koninkrijk van God, heerschappij in jou.
Jezus vertegenwoordigde de wet van de Geest
Stellen wij dan door het geloof de wet buiten werking? Volstrekt niet; veeleer bevestigen wij de wet (Rom 3:31)
Jezus vertegenwoordigde de wet van de Geest, die behoort tot het Koninkrijk van God, op deze aarde. Daarom zei Jezus: “Gij zult…. “ aangezien Jezus sprak vanuit de wet van de Geest. Jezus wist, dat de wet van Mozes de wil van God en Zijn Koninkrijk vertegenwoordigde en dat deze wet gegeven was aan de mens, die naar het vlees wandelt.
Maar aangezien Jezus niet naar het vlees wandelde, maar naar de Geest, werd Hij ook niet geregeerd door het vlees. Jezus dacht niet bij alles wat Hij deed: “Ik mag niet jaloers zijn, Ik mag niet begeren, Ik mag niet dit, ik mag niet …..”.
De natuur van God en Zijn wil leefde door de Heilige Geest in Jezus. En aangezien Jezus de wet van de Geest en het Koninkrijk van God kende, leefde Hij naar deze wet.
Door te blijven wandelen naar de Geest, hield Jezus Zich aan de wet. Jezus vervulde automatisch de wet, die God aan Mozes had gegeven.
Jezus gaf geen enkele voet aan Zijn vlees. Want Hij wist, dat als Hij zou toegegeven aan de lusten en begeerten van Zijn vlees, Hij automatisch de wet van de zonde en de dood zou gehoorzamen en uitvoeren. Daardoor zou Hij overgeplaatst worden vanuit het Koninkrijk van God naar het koninkrijk van de duivel, net als Adam. Ja, Hij zou dan door Zijn daad van ongehoorzaam aan God, de duivel tot Zijn vader maken en tot het koninkrijk der duisternis behoren.
Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? (Rom 6:16)
Het verlossingswerk van Jezus Christus
Maar Jezus kende het verschil tussen de twee geestelijke koninkrijken en de twee wetten, die bij deze koninkrijk behoorden. Jezus maakte door Zijn daden en Zijn wandel de keuze, wie Hij wilde toebehoren: Zijn Vader; de God van de hemelen en de aarde of de duivel; de god van deze wereld.
Door naar de Geest te blijven wandelen bleef Jezus Zijn Vader volkomen gehoorzaam. Hij vertegenwoordigde en bracht Hij het Koninkrijk van God op de aarde. Door Zijn gehoorzaamheid aan God kon Hij het verlossingswerk van de (oude) mens volbrengen.
Alléén door Jezus Christus en door te sterven en op te staan in Hem, is het mogelijk om onder de banden van de zonde, die tot de dood leiden, uit te komen. Alleen door de wedergeboorte, wanneer jouw vlees sterft in Hem, ben je verlost van de wet van de zonde en de dood. Eerder niet!
Door te sterven in Jezus Christus word je overgeplaatst vanuit het koninkrijk van de duisternis; het koninkrijk van deze wereld, naar het Koninkrijk van God. Door te wandelen naar de Geest in Jezus Christus; het Woord, zul je automatisch de wet van God, die tot het Koninkrijk van God behoort, vervullen en je zult trouw en gehoorzaam blijven aan Hem.
‘Wees het zout der aarde’
