Wat houdt een bekering in?

In de vorige artikels kon je lezen over de wedergeboorte en wat het betekent om wederom geboren te worden en waarom de wedergeboorte noodzakelijk is. Maar voor de wedergeboorte vindt de bekering plaats. Maar wat is bekering? Wat houdt een bekering precies in? En wat zegt de Bijbel over bekering? Hoe weet je of je bekeerd bent? Wat zijn de kenmerken van een bekering?

Kan er een bekering zonder verandering plaatsvinden?

Veel Christenen zeggen zich bekeerd te hebben tot Jezus, maar hun leven en hun levenswijze is onveranderd gebleven. Zij leven nog net zo, als vóór hun bekering en leven net als de wereld. Maar als er geen verandering plaatsvindt en de persoon nog steeds blijft leven als de wereld, is de persoon dan werkelijk bekeerd? Zo ja, waar heeft de persoon zich dan van bekeerd?

Bekering is een kort proces en niet een levenslang proces. Om dit proces goed te kunnen begrijpen, moeten wij kijken naar wat de Bijbel zegt over de bekering en niet wat de moderne theologen en de leringen en meningen van mensen over een bekering zeggen. Wat gebeurt er als iemand zich bekeert?

Wat betekent het woord bekeren?

Bekering komt van het Griekse woord ‘metanoéõ’ en betekent: anders denken of achteraf, bijvoorbeeld herzien (moreel, wroeging voelen): berouw hebben over, spijt hebben, tot inkeer komen.

Bekeren betekent een verandering, je gaat anders denken. Je hebt berouw over de wijze waarop je leeft en dus bekeer jij je van de wijze waarop jij leeft.

De oproep tot bekering in het Oude Testament

In het Oude Testament, lezen wij vaak over de oproep tot bekering. Het volk van God ging regelmatig haar eigen weg en leefde naar haar eigen wil, in plaats dat zij Gods weg ging en leefde naar Zijn wil. Het volk probeerde naar de inzettingen van God te leven, maar nam daarnaast ook de gewoontes en gebruiken van de heidenen over en pasten deze toe in haar leven. Hierdoor was haar hart verdeeld en niet volledig toegewijd aan God.

Een deel was toegewijd aan de wet van God en het andere deel was toegewijd aan hun vlees; aan hun lusten en begeerten en het willen leven zoals de andere volken, de heidenen, leefden.

God wees Zijn volk vele malen, via de profeten, op haar overtredingen. Hij maakte haar hart bekend aan de profeten, zodat de profeten het volk erop konden aanspreken. God gaf Zijn volk iedere keer weer de mogelijkheid om zich te bekeren tot Hem en de zonden en de afgoden uit haar leven weg te doen en haar levenswijze te veranderen.

Gods weg jouw weg

Het enige wat God wilde was een relatie met Zijn volk hebben.

God wilde hen het leven niet zuur maken, maar Hij wilde niet, dat ook maar één van Zijn kinderen verloren zou gaan.

Vanuit Zijn grote liefde, wees God Zijn volk iedere keer weer op de gesteldheid van haar hart en deed een oproep tot bekering.

Maar Zijn volk was vaak hardnekkig en wilde niet naar God luisteren. Zij vonden het wel voldoende om bepaalde inzettingen (rituelen), die God aan Mozes had gegeven, te onderhouden. Maar daarnaast leefden zij voor zichzelf en deden wat zij zelf wilden (Lees ook: Wie wil er nog luisteren?).

Het hart van het volk was onbekeerd en behoorde God niet toe. Hierdoor leefde Gods volk net als de heidenen en was er geen onderscheid, tussen Gods volk en de heidenen. Gods volk had God afgewezen.

Zo zegt de Heere Heere: bekeert u, keert u af van uw afgoden en wendt u af van al uw gruwelen (Ezechiël 14:6)

Door het hele Oude Testament heen, lezen wij over de barmhartigheid en liefde van God en over Zijn vergevingsgezindheid. Telkens weer gaf God Zijn volk de mogelijkheid om zich te bekeren van haar levenswandel.

God zei niet, “En nu ben ik het zat, jullie kunnen je niet meer bekeren, Ik vergeef jullie niet meer!” Nee, God riep iedere keer weer Zijn volk op, om zich te bekeren. Telkens weer zei God, “Bekeer je”.

Maar de beslissing lag en ligt nog steeds bij de mens. De mens heeft de vrijheid om een keuze te maken: naar God luisteren en te leven naar Zijn wil, of naar de wereld (de duivel) luisteren en leven naar zijn eigen wil (Lees ook: Waar kies jij voor, de hemel of de hel).

De oproep tot bekering in het Nieuwe Testament

De eerste persoon in het Nieuwe Testament, die uitging om het volk van God tot bekering op te roepen, was Johannes de Doper. Tijdens de besnijdenis van Johannes, op de achtste dag, profeteerde de Heilige Geest door Zijn vader Zacharius en zei over hem:

En gij kind, zult een profeet des Allerhoogsten heten; want gij zult uitgaan voor het aangezicht des Heren, om Zijn wegen te bereiden, om aan Zijn volk te geven kennis van heil in de vergeving hunner zonden, door de innerlijke barmhartigheid van onze God, waarmede de Opgang uit de hoogte naar ons zal omzien, om hen te beschijnen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, om onze voeten te richten op de weg des vredes (Lucas 1:76-79)

God had Johannes apart gezet voor een aparte missie en afgezonderd in de woestijn. Johannes groeide niet op in de wereld, onder zijn volksgenoten, maar Johannes groeide op in de wildernis en werd gesterkt door de Heilige Geest. Hierdoor groeide Johannes op in de zuivere leer van het Woord van God. Johannes wist wat het Koninkrijk van God inhield en was niet aangetast en bevuild door de wereld en de leringen van mensen (Lees ook: Johannes de Doper, de man die niet boog).

Pas toen Johannes zo’n 29 of 30 jaar oud was, kwam het woord Gods tot Johannes en begon Johannes de boodschap, waarvoor hij was geboren en apart was gezet, te verkondigen. Johannes ging uit om de weg van de Heere te bereiden en om Zijn paden recht te maken (Lucas 3:4-6)

“Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen”

Johannes begon te prediken in de gehele Jordaan streek. Hij predikte de doop der bekering, tot vergeving en het wegdoen van zonden.

Johannes sprak gewichtig, met zo’n formaliteit en gezag (autoriteit), dat zij wel naar Johannes moesten luisteren en hem moesten gehoorzamen. 

Johannes sprak geen ‘mooie’ meeslepende woorden, om de mensen te pleasen en te behagen. Maar Johannes sprak de woorden van God, om Hem te behagen en om de mensen een mogelijkheid te geven om zich, zolang het nog kon, te bekeren tot God en de zonden weg te doen uit hun leven.

Wat is de vrucht van bekering?

Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoorden (Mattheüs 3:8, Lucas 3:8)

Hoe wist Johannes, dat de mensen zich nog niet hadden bekeerd? Door de vrucht van hun wandel. De vrucht van hun wandel was namelijk niet in overeenstemming met datgene wat zij beleden (de bekering die zij beleden). Met andere woorden hun gedrag en handelingen kwamen niet overeen met hun woorden. Zij bleven de boze werken doen en bleven volharden in zonde.

Wat zei Johannes de Doper over de bekering?

De bekering hield in, een verandering van gedachten, dat zich uit in spijt hebben oftewel berouw hebben en een verandering van gedrag. Bij een bekering moet een verandering van denken, van gedrag en van leven plaatsvinden.

Tijdens het dopen, beleed een ieder zijn zonden en werd zo gereinigd van het leven als zondaar; het oude leven.

Wat zei Jezus over de bekering?

Na de woestijn periode, begon Jezus te prediken, “Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.” Jezus predikte dezelfde woorden als Johannes de Doper. Jezus bracht dezelfde boodschap, namelijk dat de mensen zich moesten bekeren van hun wandel. En net als Johannes de Doper, sprak ook Jezus gewichtig, met een formaliteit en een gezag, dat zij wel moesten luisteren.

Jezus predikte niet naar de verwende oren van de mens, maar Jezus predikte de waarheid, die vaak bestond uit harde woorden. Hierdoor dropen velen discipelen af en verlieten Hem.

Ik ben gekomen om zondaars tot bekering te brengen

Toen Jezus terugkwam in de steden van Betsaïda en Chorazin, waar Jezus de meeste krachten had gedaan en waar dus de kracht Gods zichtbaar was geworden, verweet Jezus de mensen, dat zij zich niet bekeerd hadden.

Jezus zei tot hen, dat op de Dag van het Oordeel, het voor Tyrus, Sidon en Sodom, draaglijker zou zijn, dan voor hen en dat zij tot het dodenrijk zouden neerdalen (Mattheüs 11:22-23)

Geloofden zij niet in Jezus? Zij zagen de wonderen en krachten van het Koninkrijk Gods, dus zij geloofden wel, maar zij bekeerden zich niet van hun zondige wandel; van hun leven als zondaar.

Zij hadden hun huidige leven lief en daardoor konden zij de zonden niet uit hun leven wegdoen. Zij konden geen afstond doen van hun ‘zelf’ en hun eigen wil afleggen. Dus deden zij de zonden niet weg en bekeerden zich ook niet.

Jezus zei, dat indien de mens zich niet bekeert en afstand doet van de zonden en ongerechtigheden, zij zouden omkomen (Lucas 13:5)

Wat zei Jezus over de bekering na Zijn dood en opstanding?

Misschien denk je nu, “Ja, maar dat was voor de kruisiging en opstanding. Nu hebben wij vergeving van al onze zonden door het bloed van Jezus. Wij leven onder de genade.”

Oh ja? Jezus sprak in Openbaring nog steeds dezelfde woorden. In Openbaring sprak Jezus nog steeds over de bekering en het wegdoen van zonde.

Bekeer u dan; maar zo niet, dan kom Ik spoedig tot u en Ik zal strijd tegen hen voeren met het zwaard Mijns Monds (Openbaring 2:16)

De mens, die blijft zondigen, is niet gered en zal geoordeeld worden, door het Woord (Lees ook: Eens gered, altijd gered? en Kun je onder de genade blijven zondigen?).

Wat zeiden de discipelen van Jezus over de bekering?

Ook de discipelen, de volgelingen van Jezus, predikte de oproep tot bekering, voor-en na de kruisiging en opstanding van Jezus Christus. Zij riepen de mensen op tot bekering; om berouw te hebben over de wijze waarop zij leefden en om de zonden weg te doen uit hun leven en zich te bekeren tot Jezus en Hem te volgen (Lees ook: Het volgen van Jezus kost je alles).

Wij lezen in o.a. Marcus 6:6-13 over de uitzending van de twaalf discipelen. Zij gingen de steden in en predikten de boodschap van bekering. Daarnaast dreven zij vele boze geesten uit en zalfden vele zieken met olie en genazen hen.

bekeert u, bekering

In Handelingen hoofdstuk 3, deed Petrus een oproep tot bekering en zei: “Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren.”

Berouw en bekering, betekenen een onmiddellijke verandering van houding en gedrag, zodat de zonden uitgewist worden. Dus als je niet meteen de zonde wegdoet uit jouw leven en erin blijft wandelen, zullen deze ook niet uitgewist worden en zullen deze jou worden toegerekend.

Ook Paulus predikte een boodschap van bekering. Toen Paulus voor koning Agrippa stond, getuigde Paulus van zijn ontmoeting met Jezus.

Paulus getuigde, dat Jezus hem had aangewezen als dienaar en getuige, om het Woord te brengen, om zo de ogen van de heidenen te openen, ter bekering uit de duisternis, tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen, door het geloof in Jezus (Lees ook: De macht van satan wordt gevoed door de zonde).

Paulus vertelde hem, dat hij gehoorzaam was aan de opdracht, die Jezus hem had gegeven. Dat hij eerst hen, die in Damascus waren en in Jeruzalem en in het gehele Joodse land en de heidenen verkondigde, dat zij met berouw zich zouden bekeren tot God en werken zouden doen, die in overeenstemming met hun berouw was. Met andere woorden, dat zij niet meer in zonde zouden leven, maar de zonde zouden wegdoen (Handelingen 26)

Kun je na de bekering dezelfde persoon te blijven?

Staat er in de Bijbel een voorbeeld, van een persoon die geloofde in Jezus en vervolgens tot bekering kwam en zich liet dopen, maar dezelfde persoon bleef? Jazeker, die is er. Laten wij naar het boek Handelingen gaan.

In Handelingen, hoofdstuk 8, lezen wij over Filippus die naar Samaria ging, om Jezus Christus te prediken. In de stad Samaria was er een man, genaamd Simon de tovenaar. Simon de tovenaar praktiseerde magie in de vorm van toverij en bezweringen. Simon betoverde de inwoners van Samaria en hierdoor geloofden zij dat hij groots was. En zij hingen hem aan.

wedergeboren bovennatuurlijke te wandelen

Toen Filippus kwam, om het goede nieuws, inzake het Koninkrijk van God en de Naam van Jezus Christus, te verkondigen, geloofden vele mensen Filippus en op grond van zijn getuigenis lieten velen zich dopen (Lees ook: Wat betekent de doop).

Simon geloofde ook en werd ook gedoopt (de doop van bekering).

Nadat Simon de tovenaar gedoopt was, volgde Simon Filippus.

Maar Simon had meer oog voor de wonderen, dan voor de ware boodschap van bekering.

Simon volgde Filippus en keek met een kritisch en geïnteresseerd oog naar de grote wonderen, die opgewondenheid veroorzaakte en Simon verwonderde zich hierin.

Toen de apostelen hoorden, dat de inwoners van Samaria het Woord aangenomen hadden, gingen zij er naar toe, om de mensen te dopen met de Heilige Geest.

Zodra de apostelen hun handen op de mensen legden, ontvingen zij de Heilige Geest. Toen Simon, die gefocust was op de wonderen, dit zag, bood hij de apostelen geld aan en vroeg hen, om hem ook deze macht (deze autoriteit) te geven, zodat hij ook zijn handen op de mensen kon leggen en zij de Heilige Geest zouden ontvangen.

De Heilige Geest onthulde Simons hartgesteldheid

Maar Petrus zag Simons hartgesteldheid. De Heilige Geest onthulde aan Petrus de slechtheid van Simon. Daardoor wist Petrus dat Simon niet recht tegenover God stond en zich niet had bekeerd van zijn oude leven (zijn oude manier van leven). Dus Petrus antwoordde Simon:

Uw geld zij met u ten verderve, daar gij gemeend hebt de gave Gods voor geld te kunnen verwerven. Gij hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet recht voor God. Bekeer u van deze uw boosheid en bid de Heere, of deze toeleg van uw hart u moge vergeven worden; want ik zie, dat gij gekomen zijt tot een gal van bitterheid en een warnet van ongerechtigheid (gebondenheid van ongerechtigheid)

vrucht voortbrengen van bekering

Simon had zich niet bekeerd en kende Jezus niet persoonlijk. Want toen Petrus hem met zijn slechtheid confronteerde, vroeg Simon aan Petrus om namens hem vergeving aan God te vragen.

Simon geloofde en was gedoopt, maar Simon had zich niet bekeerd.

Hij had géén berouw van zijn leven als zondaar en de wijze waarop hij leefde en deed dus ook niet de zonden weg uit zijn leven.

Simon had enkel oog voor de wonderen en tekenen, in plaats dat hij oog had voor Jezus Christus, en Zijn verlossingswerk, en de Vader en de Heilige Geest.

Want Simon de tovenaar vroeg niet aan de apostelen, om ook de doop met de Heilige Geest te ontvangen, maar Simon wilde macht hebben, zodat hij de Heilige Geest kon geven, aan wie hem daarom vroegen.

Simon wilde macht en aanzien van mensen. Hij wilde verhoogd en geprezen worden door mensen, in plaats dat hij zijn eigen leven wilde afleggen en zou leven naar de wil van God (Lees ook: Wat is de wil van God?).

Simon bleef dezelfde persoon, zelfs nadat hij gedoopt was.

Uit dit verhaal kunnen wij opmaken, dat wanneer je gelooft in Jezus en je laat dopen, je niet automatisch gered bent. Redding vanuit jouw leven als zondaar, draait om bekering; berouw hebben, een verandering van denken, het wegdoen van zonde uit jouw leven, een verandering van gedrag, kortom een verandering van levenswijze.

Wat houdt een bekering in?

Wanneer je in Jezus Christus, de Zoon van God en het levende Woord, gelooft, zul jij Hem aannemen en zal er een bekering plaatsvinden.

Wat houdt een bekering in? Een bekering houdt in:

  • de zonde wegdoen uit jouw leven,
  • een verandering van denken
  • een verandering van gedrag

Bij een bekering moet er dus een verandering van denken, gedrag en leven plaatsvinden. Je kunt niet de oude persoon blijven, die je voorheen ook was. Dat kan gewoon niet! Want elk mens is geboren in zonde en is dus een zondaar, er is niemand uitgezonderd. Iedereen moet zich bekeren van zonde. 

Wanneer jij je bekeert tot Jezus, zul je als eerste de zonde uit jouw leven wegdoen. Jij zult jouw oude leven afleggen door middel van de waterdoop (het sterven van het vlees) en jouw geest zal opstaan uit de dood door de kracht van de Heilige Geest en jij zult de Heilige Geest ontvangen.

Als jij geboren bent uit water en Geest, ben jij uit God geboren en een nieuwe schepping geworden. Als de nieuwe schepping zul jij leven en wandelen naar de wil van het Woord en de Geest in de wil van God (Lees ook: Het pijnlijke proces dat sterven heet).

Zolang jij nog blijft wandelen in zonde en de ongerechtigheden blijft doen, wil dat zeggen dat jij je nog niet hebt bekeerd van jouw zondige wandel en dat je geen nieuwe schepping bent, want het Woord zegt:

Een ieder, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren (1 Johannes 3:9)

‘Wees het zout der aarde’

You Might Also Like

    error: Content is protected !!