De orde en verantwoordelijkheden in de Kerk zijn aan ons geopenbaard door Gods Woord (de Bijbel). In de vorige artikelen heb je kunnen lezen over Gods wil omtrent de orde en de bijbehorende verantwoordelijkheid in het huwelijk, het gezin, en op het werk. In dit artikel zal Gods wil omtrent het Lichaam van Christus en de orde en verantwoordelijkheden in de Kerk behandeld worden. Want handelen en wandelen de lokale kerken nog in onderwerping en gehoorzaamheid aan Jezus Christus; het levende Woord in overeenstemming met Gods wil of zijn zij op zelfverkozen wegen gaan wandelen en handelen zij vanuit hun eigen inzicht, kennis en verstand en hebben de kerk ingericht naar menselijke inzichten, maatstaven en patronen?
God is een God van orde
God de Schepper van de hemel en de aarde en al wat daarin is, is een God van orde, structuur en duidelijkheid. De Allerhoogste is niet vaag, onduidelijk en creëert geen wanorde. Wat God heeft gezegd, en nog steeds zegt, staat voor altijd vast en zal nooit veranderen.

God was duidelijk in het Oude Verbond en stelde leiders, oudsten, en dienaren aan, die ieder een eigen rol en verantwoordelijkheid had binnen het huis Israëls en in het huis van God.
Zo had God o.a. (hoge)priesters, oudsten, profeten, richters, koningen en andere dienaren aangesteld.
Zij waren allen door God aangesteld om Hem te dienen en vertegenwoordigen en de mensen te onderwijzen, richten, vermanen en oordelen overeenkomstig Zijn woord en de Wet van Mozes, die bedoeld was voor de vleselijke mens (die tot het huis Israëls behoorde) en Gods wil vertegenwoordigde.
Iedereen kende zijn plaats en positie en de daarbij behorende verantwoordelijkheid. En iedereen leefde volgens de orde, die God had ingesteld in Zijn huis en het beloofde land en volgens Zijn inzettingen en wetten.
De leiders van het huis Israëls verlieten Gods weg en vertrouwden op hun eigen wijsheid, inzicht en verstand
Maar op een gegeven moment gingen de leiders en oudsten van het huis Israëls hun eigen weg. Zij begonnen op hun eigen wijsheid, inzicht en verstand te vertrouwen. De leiders veranderden hier en daar wat aan de woorden, instellingen en wetten van God.
Het waren geen grote veranderingen, maar kleine veranderingen, zodat het niet opviel bij de mensen.
Door de veranderingen van de leiders en oudsten maakten de woorden, inzettingen en wetten van God plaats voor de woorden, inzettingen en wetten van mensen. De woorden, inzettingen en wetten van mensen werden belangrijker voor hen dan de woorden, inzettingen en wetten van God.
Het gedrag van de leiders en de veranderingen, die zij aanbrachten, betoonden dat zij niet tevreden waren met hun God en dat wat God had gegeven en had ingesteld niet goed was en voor hen niet werkte.
Hun God kon hun wil, begeerten en lusten (van het vlees) niet bevredigen, waardoor de leiders en de andere dienaren overspel pleegden met de wereld. Zij werden ontrouw aan God en gingen anderen goden dienen, die hen wel gaven waar hun onbekeerde hart naar verlangde. En het volk volgde hun voorbeeld.
De leiders plaatsten zich op de troon van God en deden wat wijs en verstandig was in hun ogen, waardoor zij ruimte aan satan gaven om niet alleen te regeren in hun levens, maar door hun levens ook te regeren in de tempel. (Lees ook: Door welke toegangspoort komt de vijand Gods huis binnen?).
Gods volk pleegde overspel en verontreinigde en verbrak het verbond
Gods verbond was verontreinigd en verbroken, niet door God, maar door het gedrag, de goddeloosheid, en de gruwelen van Zijn verbondsvolk. (o.a. Jeremia 3; 31:31-32, Ezechiël 44:7-8).
Gods volk had Gods gedachten en wegen verlaten en zich ingelaten met de onreinheden van de vleselijke mens en de wereld en werd geleid door de overste van de wereld (de duivel), die de god en heerser van de heidenen (de goddelozen) is.
In plaats dat Gods volk trouw was gebleven aan hun Verlosser en Zijn woord gehoorzaamde en door het houden van de Wet van Mozes zich onderscheidde van de heidense volken, had Gods volk overspel gepleegd en was wereldgelijkvormig geworden.
De gruwelen, die de heidenen verrichtten, verrichtte Gods volk ook.
De gruwel der verwoesting had zich in Gods huis gezet. De tempel was geen gebedshuis meer, maar de tempel was een rovershol geworden, waarin niet meer God maar de mens het voor het zeggen had en werd aanbeden.
Waarom trekt de mens geen lering uit de geschiedenis?
Men zou moeten leren van de geschiedenis, om te voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalt.
Vooral Christenen zouden bekend moeten zijn met de valsheden en dwalingen van Gods vleselijke volk (het huis Israëls) en uit de dwaalwegen en het kwaad dat de mensen van het huis Israëls deden en hun overspel met de wereld en afvalligheid van God, lering moeten trekken om dezelfde fouten en hetzelfde kwaad te voorkomen in de Gemeente van het Nieuwe Verbond, dat bezegeld is met het bloed van Jezus Christus.
Maar de Gemeente, die verlost, gereinigd en gerechtvaardigd is door Jezus Christus en Zijn bloed en is overgedragen aan de heerschappij van Christus, die het Hoofd van de Gemeente is, heeft niets geleerd van het verleden. De Gemeente is dezelfde weg opgegaan en heeft zich ingelaten met dezelfde valsheden, onreinheden en afgoden en is wereldgelijkvormig geworden.
De zonden zijn niet alleen genormaliseerd en toegelaten in de kerk, maar veel kerkleiders hebben ook hun eigen draai gegeven aan de organisatie van- en instellingen in de kerk, in plaats dat zij gehoorzaam zijn gebleven aan Gods Woord en inzettingen, en trouw zijn gebleven aan Hem.
De orde en verantwoordelijkheden in de kerk zijn gewijzigd door invloed van vleselijke mensen, die denken wijs en verstandig te zijn, maar het niet zijn.
Want als jij denkt het beter te weten dan God en Zijn inzettingen vervangt, dan ben je niet verstandig en wijs, maar hoogmoedig en dwaas en zul je in de hoogmoed en dwaasheid van jouw vlees ten onder gaan.
Jezus Christus is Hoofd van Zijn Gemeente
De man is hoofd van de vrouw, de vader en moeder zijn hoofd van het kind en de heere naar het vlees (werkgever) is hoofd van de slaaf (werknemer) en zo is Jezus Christus Hoofd van Zijn Gemeente (de Kerk).
Jezus is het Hoofd en blijft het Hoofd van Zijn Gemeente; Zijn Lichaam op aarde (o.a. Efeziërs 5:23, Kolossenzen 1:18).

Jezus bepaalt en Hij spreekt, bouwt, corrigeert en vermaant de wedergeboren gelovigen door de Heilige Geest, die in de nieuwe schepping woont. Zodat Zijn Gemeente met Hem verbonden is en één met Hem is en bekend is met Zijn gedachten (die afkomstig zijn van de Vader) en wandelt op Zijn wegen (die de wegen van de Vader zijn).
Christenen zijn degenen, die door het geloof in Jezus Christus en de wedergeboorte in Hem een nieuwe schepping zijn geworden, die geestelijk is.
Christenen zijn leden van een geestelijk lichaam in plaats van een vleselijk lichaam.
Jezus leeft voort in Zijn discipelen, die samen het opstandingslichaam van Christus vormen op aarde en door het geloof in hun Verlosser Jezus Christus, leven in Zijn woord en geboden en Zijn getuigen zijn. (o.a. Johannes 8:31; 14:15-23; 15:10; 17:20-23; 2 Timotheüs 2:14, 1 Johannes 4:2).
Christenen worden na de erkentenis van de waarheid en de wedergeboorte niet meer geleid door het zondige vlees en leugengeesten, maar door de geest en de heilige Geest der waarheid
Christenen wonen op aarde en leven in een aards lichaam, maar zij worden niet langer meer aangestuurd door hun verdorven natuur; de wil, lusten en begeerten van het zondige vlees, en de overste van de wereld (de duivel) en de zonde en de dood.
Wedergeboren Christenen zijn tot de erkentenis van de waarheid gekomen en worden geleid door hun nieuwe goddelijke natuur en de Heilige Geest (de Geest der waarheid) en het Woord, die in hen woont. (o.a. Romeinen 8:9-17; 2 Korintiërs 7:1; Efeziërs 2; Kolossenzen 1:21-23; 3:1-17; 1Petrus 3:18; 4:1-2)
Als gevolg van de wedergeboorte en de inwoning van de Heilige Geest en Christus, zullen zij in gehoorzaamheid aan Zijn woorden en geboden in het geloof wandelen in de waarheid, en de wil van de Vader en de Zoon vertegenwoordigen en doen, en een rechtvaardig leven leiden op aarde, dat tot haat en vervolging van de wereld zal leiden, zoals Jezus ons heeft voorzegd.
Wat zegt de Bijbel over de orde in de kerk?
De orde in de Kerk staat beschreven in de Bijbel. God de Vader, God de Zoon (het Woord) en God de Heilige Geest zijn allen aanwezig en werkzaam in de Kerk (de Gemeente), door de levens van Christenen, die hun eigen leven hebben afgelegd en zich hebben onderworpen aan God en leven in gehoorzaamheid aan Zijn wil.
Alhoewel mensen de naam van hun denominatie vaak belangrijker vinden en daar meer waarde aan hechten dan de Naam van Jezus Christus en het behoren tot Zijn Lichaam, is de waarheid dat er maar één Heerser is en één Lichaam is en geen lichamen zijn.
Natuurlijk zijn er verschillende lokale kerken en zoals wij lezen in het Boek Openbaring voert elke kerk zijn eigen strijd.
Elke kerk heeft met verschillende (territoriale) vijanden te maken, afhankelijk van de demonische machten, die opereren in de levens van mensen en gebieden. Maar zij behoren allemaal de Vader, het Woord en de Geest toe. En zij behoren allemaal overeenkomstig Gods Woord (de Bijbel) en Zijn Geest te handelen.
De kerk behoort op het fundament van Gods Woord te bouwen
Als elke denominatie zijn eigen geloofsleer, mening, bevindingen, ervaringen, en (menselijke) instellingen, regels en wetten, die door invloedrijke (bekende) predikers door de jaren en eeuwen heen zijn ingevoerd, op de schop zou gooien en de Bijbel zou pakken en op het fundament van Gods Woord, op grond van de kennis, geboden en openbaring van Jezus Christus en de Heilige Geest en Zijn kracht, de gemeente zou bouwen, dan zouden er geen verschillende denominaties meer zijn.
Dan zouden de hedendaagse Christenen niet meer de woorden van de Christenen, die in de tijd van Paulus leefden, herhalen en zeggen, ik ben van die gemeente en behoor die voorganger toe, en ik ben van de kerk van … en behoor die voorganger toe, en ik ben van … gemeente en behoor … (vul zelf maar in).
Maar dan zou elke Christen zeggen, ik behoor Jezus Christus toe en behoor tot de Gemeente van Christus (1 Korintiërs 1:10-13)
Dan zouden Christenen de leugens van de duivel niet meer geloven en de werken van de duisternis omarmen en binnenhalen in de kerk en zielen in hun zieke geestelijke staat laten begaan en naar de hel leiden.
Maar dan zou er orde en eenheid zijn in de kerk (de gemeente) en gesproken en gehandeld worden vanuit het Woord en de Geest overeenkomstig Gods wil.
Dan zou er duidelijkheid zijn in de kerk en de orde overeenkomen met de orde, die staat beschreven in de Bijbel, in plaats van door mensen bedachte en ingestelde rollen, titels en benamingen, die bij God niet bekend zijn.
Het machtige leger van Christus
Dan zou het leger van Christus niet meer passief en in retraite zijn, maar zich inzetten voor Gods Koninkrijk en te allen tijde paraat staan en geestelijk actief zijn en de leugens van de duivel weerleggen met de waarheid van Gods Woord, de werken van de duisternis neerhalen en zielen plunderen uit de hel.
Net als in Gods legermacht in de hemel en in de vergadering van Gods vleselijke volk Israël, heeft God ook in Zijn gemeente mensen, die door het geloof en de wedergeboorte in Christus een nieuwe schepping zijn geworden en het Koninkrijk Gods zijn binnengegaan en onder heerschappij van Jezus Christus de Koning vanuit Zijn Koninkrijk spreken, handelen en wandelen, aangesteld in een rol binnen de gemeente.
Er is één Lichaam, één Geest, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader
Als gevangene in de Heere, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen, en u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes: één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen. Maar aan een ieder onzer afzonderlijk is de genade gegeven, naar de mate, waarin Christus haar schenkt (Efeziërs 4:1-7)
Alle gelovigen zijn leden van één lichaam; het Lichaam van Christus. Zij zijn in Christus door Zijn bloed, de doop in water en de doop met de Heilige Geest gereinigd, geheiligd en gerechtvaardigd en behoren God toe.
De gelovigen zijn geboren uit dezelfde God en behoren dezelfde Vader toe en dienen de Vader en Jezus Christus, de Heere van hun leven.
De Heere Jezus heeft aan de gelovigen allemaal dezelfde opdracht gegeven om Zijn getuigen te zijn op aarde en het evangelie en de bekering en vergeving van zonde te verkondigen. De tekenen, die de gelovigen zullen volgen zijn, dat in de Naam van Jezus zij demonen uitdrijven, in nieuwe tongen zullen spreken, slangen zullen opnemen en als zij iets dodelijks drinken zal het hen geen kwaad doen, zij zullen de zieken de handen opleggen en zij zullen genezen (o.a. Markus 16:15-19, Lucas 24:47-49).
Maar alhoewel Jezus deze opdracht aan alle gelovigen heeft gegeven, hebben de gelovigen ook een specifieke rol, taak en plaats in de Gemeente (de Kerk).
Een lichaam heeft al zijn zintuigen, ledematen en organen nodig om te functioneren en leven
Een lichaam heeft al zijn zintuigen, ledematen en organen nodig om te kunnen functioneren en te leven op aarde. Zo is het ook met het geestelijke Lichaam van Christus, die alle gelovigen nodig heeft in het Lichaam om goed te functioneren en leven op aarde.
Niet iedereen zal de hand zijn en niet iedereen zal de voet zijn. Daarom is het belangrijk om Jezus te volgen, die jouw taak en plaats in Zijn Lichaam zal openbaren door de Heilige Geest.
Wees niet jaloers en afgunstig op elkaar, maar respecteer ieders plaats.
De verschillende gaven, bedieningen en werkingen in de kerk
In de kerk zijn er verschillende gaven, bedieningen en werkingen. Maar alhoewel de gaven, bedieningen en werkingen verschillend zijn, zijn zij afkomstig van dezelfde God; God de Vader, de Heere Jezus Christus en de Heilige Geest.
Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest; en er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Heere; en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt. Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen (1 Korintiërs 12:4-6)
Het Woord zegt, dat de verschillende gave komen van Heilige Geest, de verschillende bedieningen van de Heere Jezus Christus en de verschillende werkingen van God de Vader.
De werkingen van God in de Gemeente
Alles is van God afkomstig. De verschillende werkingen in de Gemeente, zowel de bedieningen als de gaven, zijn door God ingesteld en van God afkomstig.
God heeft sommigen aangesteld in de Gemeente voor Zijn dienst, als eerste apostelen (gedelegeerden van Christus, uitgezondenen met volledig gezag van de Zender*), ten tweede profeten (sprekers van God en predikers van de gerechtigheid) en ten derde leraars (onderwijzers van Gods Woord).
Vervolgens de krachten. Daarna de gave van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen (leiden), en verscheidenheid van tongen.
Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden. En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, (bekwaamheid) om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen (1 Korintiërs 12:27-28)
De verschillende bedieningen van Jezus in de Gemeente
Jezus heeft apostelen, profeten, evangelisten, voorgangers die ook leraars zijn, aan de Gemeente gegeven en stuurt deze bedieningen aan.
Zij zijn de oudsten (geestelijke opzieners) van de Gemeente en vertegenwoordigen Christus in de gemeente en zijn de afspiegeling van Hem en doen alles in Zijn Naam (in Zijn gezag, macht, in Zijn plaats).
Zij zijn aangesteld om de geestelijke orde in de kerk (de gemeente) te handhaven en de heiligen toe te rusten en te volmaken, voor het werk in de bediening en de opbouw van het Lichaam van Christus, totdat de heiligen allemaal komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God tot één volwassen (volmaakte) man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus (o.a. Efeziërs 4:11-13, Romeinen 12:4-9).
En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het Lichaam van Christus, totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus (Efeze 4:11-13)
De gaven van de Geest in de Gemeente
De Heilige Geest geeft wat de persoon nodig heeft om de rol en taak in de Gemeente van Christus te vervullen en de opdracht van Jezus uit te voeren.
Dit geldt voor alle gelovigen, die een nieuwe schepping zijn geworden in Christus en de Heilige Geest hebben ontvangen en geleid worden door de Heilige Geest (de Geest der waarheid). Want het Woord zegt, dat aan een ieder de openbaring van de Geest is gegeven ((o.a. Johannes 14:16-17; 15:26-27; 16:7-15; Handelingen 1:8; 1 Korintiërs 12:7).
Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil (1 Korintiërs 12:7-11)
Dit is de orde in de Kerk (de Gemeente) en dit zijn de verschillende werkingen, bedieningen en gaven in het Lichaam van Christus.
Alle gelovigen vormen samen de Gemeente; het Lichaam van Christus op aarde en bewegen zich in de verschillende werkingen, bedieningen en gaven door de Heilige Geest. Zij doen wat Jezus heeft opgedragen om te doen en zijn Zijn getuigen op aarde.
‘Wees het zout der aarde’
*Strong’s Concordance, Thayer’s Greek Lexicon