De eerste zoon van God Adam en zijn vrouw Eva waren gevallen voor de woorden van de slang, waardoor zij vielen van hun positie en hun heerschappij en Gods heerlijkheid, waarmee zij bekleed waren verloren. Zij stonden door hun zonde niet alleen naakt, maar ook schuldig voor God. Hun daad van ongehoorzaamheid eiste een offer, aangezien de zonde leidt tot de dood. En zo werd een onschuldig dier het slachtoffer door de zonde van de mens, die schuldig tegenover God stond, en bekleedde God de mens met zijn huid. Dit onschuldige slachtoffer was een heenwijzing naar het offer van de onschuldige Mens, Jezus Christus, die als vlekkeloos Lam werd geofferd door (en voor) de zonde van de schuldige mens en zijn zaad.
God bekleedde Adam en Eva met kleren van huiden
En de Heere God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van huiden en kleedde hen daarmee (Genesis 3:21)
De mens geloofde het woord van God niet en verwierp het woord, waardoor de mens ongehoorzaam werd aan het woord en het gebod van hun Maker en Vader, de Schepper en Koning van de hemel en de aarde, en viel en de heerlijkheid waarmee de mens bekleed was verloor.
De mens stond schuldig en naakt voor God en dacht deze schuld en naaktheid met schorten van vijgenboombladeren te bedekken.
De mens achtte dit geschikt, maar God niet.
Adam en Eva moesten gereinigd en geheiligd worden van hun zonde, waarop de doodstraf stond.
God koos onschuldige dieren uit en slachtte deze dieren door – en voor de zonde van de mens tegen de Allerhoogste en maakte kleren van huiden en bekleedde Adam en Eva daarmee.
Dit was het eerste offer van God voor de verzoening van de mens.
Vanaf dat moment werden er regelmatig offers gebracht door de mens en met de komst van de wet van Mozes, stelde God de offerwetten in onder het Levitische priesterschap.
De offers en het bloed van dieren kon de mens niet tot volmaaktheid brengen met het oog op het geweten
Maar ondanks de vele slachtoffers en het bloed dat vloeide, kon er niets gedaan worden aan de gevallen staat en boze natuur van de gevallen mens. Geen enkel slachtoffer kon de mens tot volmaaktheid brengen met het oog op het geweten (o.a. Hebreeën 9:9).
Met de opzettelijke zonde van de mensen, die behoorden tot het huis van Israel en in het verbond met God leefden, werd afgerekend volgens het woord en het oordeel van God, zoals beschreven in de wet van Mozes. Maar voor de onopzettelijke zonde, die in onwetendheid waren bedreven, werd een zondoffer gebracht, waarbij een onschuldig rein dier werd uitgekozen en geofferd werd voor de zonde van de mensen.
En zo vloeide het bloed van onschuldige dieren, die het slachtoffer werden van de zonde en geofferd werden voor de zonde van de schuldige mens, en werd de zonde (tijdelijk) verzoend.
De verontreinigde offers voor de Heere
Maar naarmate de tijd verstreek en nieuwe generaties opkwamen, die geen ontzag voor God hadden en het daarom niet zo nauw meer namen met de woorden en wetten van God, werden er afwijkende offers aan God gebracht.
Zij brachten offers, die niet overeenkomstig Gods woord waren. In plaats van reine offers voor de Heere, brachten zij verdorven offers, waardoor zij Gods Naam verachtten en verontreinigden.
Blinde, kreupele, zieke en geroofde dieren werden geofferd aan de Allerhoogste, de Heere der heerscharen, terwijl God duidelijk had aangegeven dat er geen dieren met gebreken geofferd mochten worden (Deuteronomium 15:21, Maleachi 1:6-14).
Door de verontreingde (verdorven) offers, betoonde de mens dat God niet de eersteling en het beste waard was, maar het overblijfsel en het allerslechtste.
God bereidde een heilig offer, die Hem welgevallig zou zijn
Totdat God er genoeg van had en de tijd aanbrak, dat God het heft in eigen handen nam en Zelf voor een heilig offer zorgde, dat Hij al voor de grondlegging van de wereld had uitgekozen (o.a. 1 Petrus 18-21).
Dit onbevlekte heilig Lam, dat geofferd zou worden voor de mensheid, was Jezus Christus, Zijn Zoon.

God vervulde Zijn belofte van de Messias en zond Zijn Zoon Jezus Christus, naar de aarde.
God zond Zijn Zoon niet alleen om Zijn Koninkrijk te verkondigen en brengen tot het huis van Israël en de mensen op te roepen tot bekering, de zonde na te laten en het gehoorzamen van Gods geboden, maar ook om voor eens en voor altijd af te rekenen met het zondeprobleem van de mens.
Jezus wandelde naar de Geest in gehoorzaamheid aan de Vader.
In tegenstelling tot de eerste zoon Adam, weerstond Jezus elke verzoeking van de duivel en weerlegde zijn leugens met de waarheid van God.
Jezus betoonde door Zijn leven, dat het mogelijk is om vanuit de volmaakte staat te wandelen in gehoorzaamheid aan God en elke verzoeking te weerstaan.
Er lag geen enkele schuld op het leven van Jezus; Jezus stond schuldeloos voor God.
Jezus’ gehoorzaamheid betoonde Zijn vreze en liefde voor Zijn Vader
Tot aan Zijn dood, betoonde Jezus Zijn vreze en liefde voor Zijn Vader door trouw te blijven aan het woord en het gebod van de Vader, waardoor Hij de wet vervulde en in staat was om de zonde en schuld van Gods eerste zoon en zijn zaad op Zich te nemen en de lijdensweg van het kruis te gaan en als vlekkeloos Lam geofferd te worden door – en voor de rebellie en ongehoorzaamheid van Adam en zijn zaad.
En zo lag God de schuld van Zijn ongehoorzame zoon op Zijn gehoorzame Zoon en stierf de onschuldige Jezus voor de schuldige Adam en al zijn zaad, en rekende voor eens en voor altijd af met de zonde en ongerechtigheid van de gevallen mens (o.a. Jesaja 53, Romeinen 5, 2 Korintiërs 5:21, Hebreeën 3-10).
Nochtans, onze ziekten heeft Hij op Zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden Hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Heere heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen neerkomen. Hij werd mishandeld, maar Hij liet zich verdrukken en deed Zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open
Jesaja 53:4-7
Het offer van Het Lam van God behaagde God
Het offer van Jezus, het Lam van God, behaagde God, aangezien Jezus opstond uit de dood en een leeg graf achterliet en vervolgens opsteeg naar de hemel en plaatsnam aan de rechterhand van de Majesteit en God Zijn Heilige Geest gaf aan Zijn nieuwe zonen (zowel mannen als vrouwen), die door het geloof en de wedergeboorte in Jezus Christus gerechtvaardigd, genezen en geheiligd waren en bekleed waren met Zijn Zoon.
Het allerhoogste offer was door God verricht. Er was en is nog steeds geen hoger offer dan het offer van Jezus Christus; het Lam van God.
Jezus kende geen zonde, maar is voor jou tot zonde gemaakt
Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem (2 Korintiërs 5:21)
Jezus kende geen zonde, maar Hij heeft jouw rebellie, hoogmoed en manier van leven in zonde en ongerechtigheid op Zich genomen.
Hij is voor jouw ongehoorzaamheid aan God gestraft op de geselplaats en voor de straf, die op jouw zonde staat, gedood aan het kruis.
Jezus is voor jou de dood ingegaan en heeft de dood overwonnen, waardoor het verbond tussen jou en de dood en de hel is verbroken.
Deze straf heeft Jezus op Zich genomen. Want dit is de straf, die op de zonde staat voor ieder mens.
Ieder mens draagt de schuld van Adam en is een zondaar en zal gestraft worden voor zijn ongeloof en ongehoorzaamheid aan God en Zijn Woord.
Hoe kom je onder het oordeel van God uit?
Er is maar één weg om van deze schuld af te komen en het oordeel van God en de straf, die op de zonde staat, te ontlopen en dat is door het geloof in Jezus Christus en de rechtvaardiging door Zijn offer en bloed.
Jezus heeft deze straf, die op de zonde staat op zich genomen, zodat een ieder, die gelooft in de Zoon van God en Jezus aanneemt als zijn persoonlijk Verlosser en de Heere van zijn leven maakt, hersteld (genezen) wordt en bekleed wordt met Christus, waardoor de mens volmaakt is geworden en recht staat tegenover God en daardoor zal wandelen in gehoorzaamheid aan God.
Als je bekleed bent met Christus, dan heb je Gods natuur en zul je wandelen als Christus in gehoorzaamheid aan God (o.a. 2 Korintiërs 5:21; Efeziërs 2:1-22; 4:21-24; Kolossenzen 3:9-11).
Je zult jouw lichaam stellen tot een levend, heilig en welbehaaglijk offer voor God, net als Jezus,
Je zult luisteren naar Zijn stem en Zijn woorden gehoorzamen en Zijn geboden onderhouden, waardoor je de wil van de Vader doet en Hem verhoogt en behaagt.
Doe je dit niet en blijf je halsstarrig en in rebellie naar God toe in ongehoorzaamheid aan Zijn woorden en geboden wandelen, en opzettelijk zondigen nadat je de kennis van de waarheid hebt ontvangen, dan blijft er geen offer meer voor de zonde over, maar een vreselijk vooruitzicht van het oordeel en de hitte van het vuur, die alle tegenstanders van God zal verslinden (o.a. Hebreeën 10:23-31).
De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts! Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, niet in twist en nijd! Maar doet de Heere Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt
Romeinen 13:12-14
‘Wees het zout der aarde’





