Wanneer de mens niet luistert naar de stem van God

De oude mens is hoogmoedig en rebels en vertrouwt op zijn eigen inzicht en wil niet luisteren naar anderen, nog naar de stem van God. Maar wat zijn de gevolgen als de mens niet luistert naar de stem van God? In Jeremia 40-41 lezen wij over Jochanan en de legeroversten, Gedalja waarschuwden en Gedalja probeerden te behoeden voor het kwaad. Maar Gedalja wilde niet luisteren naar hun woorden en verwierp hun woorden. Nu zou je denken, dat Jochanan en de andere legeroversten wel openstonden voor de waarschuwingen en het advies van anderen. Maar aangezien zij ook tot de generatie van de oude mens (gevallen mens, oude schepping) behoorden, zien wij hetzelfde gedrag van Gedalja terug in de levens van Jochanan, de legeroversten en de rest van het volk.

De profeet Jeremia werd benaderd om God te raadplegen

Jochanan en de legeroversten trokken met de rest van het volk weg uit Gibeon. In plaats dat zij terugkeerden naar Juda, gingen zij naar Egypte, omwille van de Chaldeeën. Zij vreesden namelijk voor de Chaldeeën. Aangezien Ismaël Gedalja, die door de koning van Babel was aangesteld als gouverneur over de steden van Juda, had omgebracht.

Onderweg naar Egypte verbleven zij in Gerut-Kimham, dat bij Bethlehem ligt. Vandaar konden zij Egypte binnen gaan.

Zij vroegen aan de profeet Jeremia om voor hen tot God te bidden en Hem te raadplegen welke weg zij gaan moesten en wat zij moesten doen. Zij beloofden dat alles wat God zou zeggen, zij zouden doen. Want als zij naar de stem van God zouden luisteren en de stem van God zouden gehoorzamen dan zou het wel met hen gaan.

Jeremia willigden hun verzoek in en bad tot God. Na tien dagen kwam het woord van de Heere tot Jeremia. Jeremia vergaderde Jochanan, de legeroversten en het volk en zei tot hen:

“Zo zegt de Heere, de God van Israël, tot wie gij mij gezonden hebt om uw smeekgebed voor Hem uit te storten: Indien gij rustig in dit land blijft, dan zal Ik u bouwen en niet afbreken, u planten en niet uitrukken, want Ik heb berouw over het kwaad dat Ik u heb aangedaan.

Weest niet bevreesd voor de koning van Babel, voor wie gij bevreesd zijt, weest niet bevreesd voor hem, luidt het woord des Heeren, want IK ben met u om u te verlossen en u uit zijn macht te bevrijden, en Ik zal u erbarming doen vinden, dat hij zich over u erbarme en u in uw land laat blijven.

Maar als gij zegt: Wij willen in dit land niet blijven, zodat gij niet luistert naar de stem van de Heere, uw God denkende: Nee, maar wij willen naar het land Egypte gaan, waar wij geen strijd zullen aanschouwen, noch bazuingeschal horen, noch naar brood hongeren, en dáár willen wij wonen, nu dan hoort daarom het woord des Heeren, gij overblijfsel van Juda, zo zegt de Heere der heerscharen, de God van Israël; Indien gij inderdaad uw aangezicht richt om naar Egypte te gaan en heengaat om daar te verblijven, dan zal het zwaard waarvoor gij bevreesd zijt, u daar in het land Egypte achterhalen, en de honger waarvoor gij beangst zijt, u daar in Egypte op de hielen zitten en daar zult gij sterven.

Ja, het zal gebeuren, dat al de mannen die hun aangezicht richten om naar Egypte te gaan om daar te verblijven, zullen sterven door het zwaard, de honger of de pest, en geen enkele van hen zal ontsnappen en ontkomen aan de rampspoed die Ik over hen breng.

Want zo zegt de Heere der heerscharen, de God van Israël: Zoals Mijn toorn en gramschap zich over de inwoners van Jeruzalem hebben uitgestort, zó zal Mijn gramschap zich over u uitstorten, wanneer gij naar Egypte gaat, en gij zult een voorwerp van verwensing, van ontzetting, van vervloeking en van smaad zijn en deze plaats zult gij niet weerzien.

De Heere heeft tot u, gij overblijfsel van Juda, gesproken: Gaat niet naar Egypte!

Weet wel, dat Ik u heden ernstig gewaarschuwd hebt; want gij hebt uzelf misleid ten koste van uw leven, toen gij mij tot de Heere, uw God, zondt met de woorden: Bid voor ons tot de Heere, onze God, en boodschap ons overeenkomstig alles wat de Heere, onze God zal zeggen, en wij zullen het doen.

Want Ik heb het u heden geboodschapt, maar gij wilt niet luisteren naar de stem van de Heere, uw God, namelijk naar alles waarmee Hij mij tot u gezonden heeft. Nu dan, weet wel, dat gij door het zwaard, de honger of de pest zult sterven in de plaats waarheen gij verkiest te gaan om daar te verblijven” (Jer 41:16-42:22).

Sprak Jeremia leugens?

Nadat Jeremia al de woorden van God tot hen had gesproken, beschuldigden Azarja, Jochanan en de legeroversten Jeremia ervan, dat hij leugens had gesproken.

Zij zeiden, dat God Jeremia niet had gezonden met de boodschap om niet naar Egypte te gaan, maar dat Baruch Jeremia tegen hen had opgezet, met de bedoeling om hen in de macht van de Chaldeeën over te geven, ten einde hen te doden en hen in ballingschap naar Babel te voeren.

Jochanan, de legeroversten en het overblijfsel van Juda luisterden daarom niet naar de woorden van Jeremia, maar verwierpen zijn woorden.

Zij kenden God niet en daarom herkenden zij niet Zijn woorden en waren zij niet in staat om te vertrouwen op God en op Zijn woorden, die door de mond van de profeet Jeremia werden gesproken.

En zo luisterden zij niet naar de stem van God om naar Juda terug te keren en daar te verblijven, maar zij verwierpen de woorden van God.

Zij vertrouwden op hun eigen inzicht en besloten hun eigen weg te gaan. En zo reisden zij af naar Egypte met de rest van het volk, inclusief de profeet Jeremia en Baruch en verbleven daar.

God waarschuwde Zijn volk meerdere malen

Tijdens hun verblijf in Egypte sprak God meerdere malen tot de profeet Jeremia. God waarschuwde Zijn volk, maar Zijn volk wilde niet naar de stem van God luisteren. Zij luisterden niet naar de woorden, die door de profeet Jeremia in de Naam van God werden gesproken en zo verwierpen zij telkens weer de woorden van God (Jeremia 44).

vertrouw op de Heere met uw ganse hartHet volk besloot om God te verlaten en offers te ontsteken en plengoffers te brengen aan de koningin des hemels, zoals zij en hun vaderen, koningen en vorsten hadden gedaan, toen zij nog in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem woonden.

Want toen waren zij welvarend en hadden eten in overvloed en waren zij gelukkig en ervaarden zij geen rampspoed.

Maar sinds zij gestopt waren om voor de koningin des hemels offers te ontsteken en plengoffers te brengen hadden zij gebrek en waren velen omgebracht door het zwaard en de hongersnood.

Zij zagen niet dat de rampspoed en het kwaad dat over hen was gekomen door hun eigen goddeloze gedrag en boze wandel kwam, omdat zij zondigden tegen God en niet naar de stem van God luisterden, nog wandelden in Zijn wet en Zijn geboden en Zijn getuigenissen.

Zij waren zelf verantwoordelijk voor de rampspoed en de puinhoop en woestenij van hun land, doordat zij kwaad hadden gedaan tegen God.

In plaats dat het volk tot inzicht kwam, zich verootmoedigde en bekeerde en naar God terugkeerde, deed het volk het tegenovergestelde. Het volk luisterde niet naar de stem van God, maar verwierp de woorden van God en Zijn wet en ging verder met het zondigen tegen God. Hierdoor haalde het volk zelf het onheil over zich heen (Lees ook: ‘Het onheil dat de mens over zich heenhaalt‘).

Gods weg is niet de weg van de oude mens

Jochanan, Azarja en het volk hadden besloten om naar Egypte te gaan en hadden verwacht dat God hun keuze zou bevestigen. Maar hun weg was niet Gods weg. Want God had Zijn volk gezegd om terug te keren naar Juda en op Zijn bescherming te vertrouwen.

God leidt Zijn volk niet op gemakkelijke wegen, waarin alles voor de wind gaat.

Het geloof vinden op aardeMaar God leidt Zijn volk op moeilijke wegen, zodat de mens gevormd wordt en de echtheid van het geloof zichtbaar wordt. Door moeilijke omstandigheden leert de mens op God en Zijn Woord te vertrouwen en gehoorzaam te blijven aan God en Zijn Woord (Lees ook: Een gevangene van omstandigheden).

Al de rampspoed en het leed en de levens, die verloren gingen, hadden voorkomen kunnen worden, als zowel de leiders als het volk hadden geluisterd naar de stem van God en zij de moeilijke weg waren gegaan, waarvan zij een rampscenario in hun denken hadden gecreëerd, die niet op waarheid berust was.

Als zij op Gods inzicht en Zijn woorden hadden vertrouwd, in plaats van op hun eigen inzicht en hun eigen woorden en Zijn raad hadden opgevolgd was het anders met hen afgelopen.

Zelfs in Egypte betoonde God Zijn genade en Zijn barmhartigheid aan Zijn volk en gaf hen de mogelijkheid om zich te verootmoedigen en te bekeren. Maar in plaats dat het volk terugkeerde naar God en zich verootmoedigde en bekeerde, keerde het volk zich tot de valse goden en bleef haar eigen weg vervolgen.

Een verkeerd beeld en verwachting van God

En zo zijn er velen, die zich Christen noemen, maar nog steeds de oude schepping zijn en een beeld en verwachting van God hebben, die niet overeenkomen met de werkelijke God van Abraham, Isaak en Jacob, die Zijn Zoon Jezus Christus; Zijn Woord en Zijn Heilige Geest heeft gegeven.

Aangezien zij vleselijk zijn en doen wat zij zelf willen, zijn zij onwetend met betrekking tot Gods wegen en Gods gedachten en kennen zij de wil van God niet.

Zij dienen een God, die zij zelf hebben gecreëerd in hun denken en denkt, spreekt en handelt naar hun wil (Lees ook: ‘Een replica Jezus die replica christenen voortbrengt‘).

En zo luisteren velen niet meer naar de stem van God, maar verwerpen de woorden van God uit hun leven en uit de gemeente en vervangen de woorden van God met hun eigen woorden.

Zij beschouwen de woorden van God niet als de waarheid, want anders hadden zij wel naar de woorden van God geluisterd en geleefd. Maar zij beschouwen hun eigen woorden en de woorden van de wereld als de waarheid en leven daar naar.

Doordat zij hun eigen woorden en woorden van de wereld als de waarheid beschouwen, beschuldigen zij door hun woorden en handelingen God ervan, dat Hij een Leugenaar is. Aangezien zij Zijn woorden niet geloven en opvolgen, maar tegenspreken en verwerpen.

Is God een Leugenaar?

Wanneer God zegt, dat Zijn volk bepaalde dingen behoort te doen en zij doen dat niet, dan zijn zij ongehoorzaam. Wanneer God zegt, dat iets verkeerd is en de mensen spreken dat tegen en zeggen dat het helemaal niet verkeerd is en als God zegt dat het uitmaakt hoe je leeft, maar de mensen zeggen dat het niet uitmaakt hoe je leeft, dan verachten zij God en zeggen dus indirect dat God een Leugenaar is en niet de waarheid spreekt.

Vanwege hun woorden en gedrag, krenken (beledigen) zij God en brengen de rampspoed en het onheil over zich heen.

Zij luisteren niet als God door Zijn Woord tot hen spreekt. En daarom lezen vele vleselijke gelovigen niet meer de Bijbel. Aangezien zij aangeklaagd worden door het Woord en dat willen zij niet. Zij willen niet aangeklaagd worden en zich veroordeeld voelen. Zij willen blijven leven zoals zij zelf willen, met het idee dat zij gered zijn van de hel.

Een vals evangelie

En zo is er ruimte gegeven voor een vals evangelie, dat vandaag de dag in vele gemeenten gepredikt wordt, dat voldoet aan de behoeften van de vleselijke mens. Een evangelie, waarin God de mens dient, in plaats dat de mens God dient. Een evangelie van overvloedige genade, voorspoed en welvaart, waarin alles mag zonder consequenties. Want Jezus houdt van jou en zolang je in Hem gelooft is er niets aan de hand en ben je gered van de hel.

Maar zolang de mens blijft rebelleren tegen God en Zijn Woord en zich niet wil onderwerpen aan Hem en Zijn Woord, maar blijft wandelen naar het vlees en blijft volharden in zonde en datgene blijft doen wat voor God een gruwel is, is de mens nog niet gered van de hel.

De mens zit nog steeds in ketenen vast aan de hel. De zonde en de dood regeert nog steeds in de mens. De mens is nog steeds een zoon van de duivel in plaats van een zoon van God.

De natuur van de mens onthult wie de mens toebehoort

Mensen kunnen zeggen dat zij wedergeboren zijn, maar hun leven bewijst of dit waar is of niet. Want als zij nog steeds dezelfde natuur hebben en nog steeds wandelen naar het vlees in dezelfde lusten en begeerten als voor hun bekering, dan zijn zij niet wedergeboren. Er is niets veranderd, behalve dat zij denken gered te zijn.

Maar wij zijn bekend met de kracht en invloed van het denken en hoe de mens zijn denken kan manipuleren. Zolang een mens maar lang genoeg iets denkt, zal de mens er in geloven en als de waarheid beschouwen (Lees ook: ‘Heers over jouw gedachtes, voordat jouw gedachtes gaan heersen over jou‘).

Zolang Christenen het Woord niet lezen en bestuderen en hun denken niet vernieuwen met het Woord van God, blijven zij onwetend en kan de duivel hen van alles wijsmaken en hen ongestoord blijven voeden met zijn leugens. Want zij hebben door het gebrek aan kennis van God’s Woord geen onderscheid van goed en kwaad en zullen dus in zijn leugens geloven en zijn leugens als de waarheid aannemen.

Zonen van God vs zonen van de duivel

Kinderkens, laat niemand u misleiden. Wie de gerechtigheid doet, is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is; wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad (Gods) blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren. Hieraan zijn de kinderen Gods en de kinderen des duivels kenbaar: een ieder, die de rechtvaardigheid niet doet, is niet uit God evenmin als wie zijn broeder niet liefheeft (1 Joh 3:7-10)

Gods Woord is de waarheid en zegt, dat de zoon de wil van de vader doet, aangezien een zoon dezelfde natuur als de vader heeft (Joh 8:44, 1 Joh 3:7-10).

Bijbel 1 Johannes 3:6 in Hem is geen zondeEen zoon van God heeft dezelfde natuur als zijn Vader en houdt niet van de dingen, waar zijn Vader van gruwelt en die Hij haat en Hem niet behagen (Lees ook: ‘Wat haat Jezus?‘)

Een zoon van God is in Jezus Christus overgeplaatst vanuit het koninkrijk der duisternis naar het Koninkrijk van God. Daardoor wordt een zoon van God niet langer aangestuurd vanuit de hel, maar vanuit het Koninkrijk van God.

Een zoon van God houdt van zijn Vader en luistert naar de correcties en tuchtigingen van zijn Vader. Aangezien de zoon weet, dat zijn Vader van hem houdt en het beste met hem voor heeft, waar de zoon ook doorheen gaat.

Dit zien wij ook in het leven van Jezus. Jezus luisterde naar de Vader en leefde naar Zijn wil en volgde Zijn weg. Geen enkel moment rebelleerde Jezus naar Zijn Vader en verwierp Zijn woorden. Nee, Jezus onderwierp Zijn leven aan Hem. En door Zijn gehoorzaamheid aan Zijn Vader, volbracht Jezus het plan van God op aarde.

Wanneer de mens niet luistert naar de stem van God

Wanneer de mens niet luistert naar de stem van God en de woorden van God verlaat, zal het leven van de persoon een puinhoop en woestenij worden en een schuilplaats voor duivelen (demonen, boze geesten) zijn.

Als de kerk of gemeente niet luistert naar de stem van God en de woorden van God verlaat, zal de kerk of gemeente een puinhoop en woestenij worden en een schuilplaats voor duivelen zijn.

Wanneer een land niet luistert naar de stem van God en de woorden van God verlaat, zal het land een puinhoop en woestenij worden en een schuilplaats voor duivelen zijn.

Helaas heeft bovenstaande de afgelopen jaren plaatsgevonden en zijn de levens van mensen, gemeenten en vele natiën een puinhoop en woestenij geworden en een schuilplaats van demonische machten.

Het antwoord op de chaos en de problemen in de levens van mensen, gemeenten en natiën

Er is maar één antwoord op deze chaos en de problemen in de levens van mensen, de gemeenten en de natiën, die door mensen, door de invloed van boze geesten, is veroorzaakt en dat is Jezus Christus; het Woord.

Wanneer mensen terugkeren tot God, zich bekeren en wedergeboren worden in Jezus Christus en hun leven onderwerpen aan Hem en zich toewijden aan God en naar Zijn wil leven in gehoorzaamheid aan Zijn woorden, dan zal de duivel vluchten en zal de woestenij een vruchtbare plaats worden, waar de vrede en vreugde van God zal zijn. Omdat Jezus; het Woord van God regeert in het leven, de gemeente en de natie.

Luisteren naar de stem van God

De Bijbel; het Woord is de stem van God. Diegenen, die God liefhebben met heel hun hart, ziel, verstand en kracht zullen van Zijn Woord houden en daarom tijd spenderen in het Woord.

Zij zullen naar de stem van God luisteren en de stem van God gehoorzamen. Zij zullen de woorden van God niet als leugens beschouwen en verwerpen, zoals Jochanan, Azarja en het volk, die tot de generatie van de oude mens behoorden. Maar zij zullen Zijn woorden geloven en zich onderwerpen aan Zijn Woord en Zijn woorden opvolgen in het leven en het eeuwige leven beërven.

‘Wees het zout der aarde’

Deel het artikel

You Might Also Like

    error: Content is protected !!