Wat bedoelde Jezus met de macht om Zijn leven af te leggen en weer op te nemen?

In Johannes 10:17-18 staat geschreven, dat Jezus de macht had om Zijn leven af te leggen en weer op te nemen. Jezus had dit gebod van Zijn Vader ontvangen met de daarbij behorende macht om het gebod van Zijn Vader uit te voeren, maar het was aan Jezus om het gebod van Zijn Vader te gehoorzamen of niet. Want ook Jezus had een keuze om Zijn eigen leven te behouden op aarde of Zijn eigen leven af te leggen. Maar Jezus hield van Zijn Vader en daarom deed Jezus niet Zijn wil, maar de wil van de Vader, zoals Jezus ook bad tijdens de kruisiging van Zijn ziel in het hof van Gethsemane. Door Zijn aanhoudend gebed overwon Jezus deze hevige strijd en ging Jezus de weg van gehoorzaamheid aan God en voerde Jezus het gebod van Zijn Vader uit door Zelf Zijn eigen leven af te leggen en vervolgens weer op te nemen. Hetzelfde gebod, dat God de Vader aan Jezus Christus had gegeven, heeft Jezus aan ieder, die in Hem gelooft en Hem wil volgen gegeven. En dezelfde macht, die God de Vader aan Jezus heeft gegeven, heeft Jezus aan een ieder, die Hem heeft aangenomen, gegeven. Een ieder heeft dit gebod en de macht ontvangen om een zoon van God (dit geldt voor zowel man als vrouw) te worden door zijn eigen oude leven af te leggen en zijn nieuwe leven op te nemen door de wedergeboorte in Christus en het heiligingsproces, waarbij de oude mens wordt afgelegd en de nieuwe mens wordt aangedaan..

Het gebod en de macht, die Jezus van de Vader had ontvangen

Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik Mijn leven afleg om het weder te nemen. Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weder te nemen; dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen (Johannes 10:17-18)

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie Mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de ure komt en is nu, dat de doden naar de stem van de Zoon van God zullen horen, en die haar horen zullen leven. Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven, leven te hebben in Zichzelf. En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is (Johannes 5:24-27)

Als God een gebod geeft, dan verleent God Zijn macht (gezag) en Zijn kracht aan dit gebod door de gehoorzaamheid aan Zijn woorden en Zijn gebod. 

ongehoorzaamheid van één mens

Jezus had niet alléén het gebod van Zijn Vader ontvangen, maar ook de daarbij behorende macht oftewel het gezag, om Zijn leven af te leggen en weer op te nemen.

Niemand nam het leven van Jezus af, maar Jezus lag het Zelf vrijwillig af, om het vervolgens weer op te nemen. 

Het woord ‘macht’ is vertaald vanuit het Griekse woord ‘exousia’ (G1832) en betekent o.a. gezag, jurisdictie (rechtsbevoegdheid), vrijheid, kracht, recht, macht*.

Jezus wandelde in gehoorzaamheid in de wil en het gezag van Zijn Vader (de Naam van God) en in Zijn kracht op aarde en bracht daardoor het Koninkrijk van God tot het huis van Israël.

Jezus was volkomen gehoorzaam aan de woorden van God en deed wat God Hem had opgedragen om te spreken en te doen (o.a. Mattheüs 11:27, Johannes 5:30; 8:38; 10:32).

Aan het leven van Jezus kunnen wij zien, dat het gezag (macht) en de kracht van God en Zijn Koninkrijk groter was dan het gezag en de kracht van de duivel en de duisternis.

De Vader had de Zoon lief door Zijn gehoorzaamheid aan Zijn gebod

Alhoewel de duivel dacht, dat hij de overwinning op Jezus had behaald aan het kruis, op het moment dat God de zonde van de wereld op Hem lag en Jezus tot zonde werd gemaakt en daardoor de duisternis (voor een korte tijd) regeerde over Hem en op aarde, was het Jezus Christus, die door Zijn gehoorzaamheid aan God de Vader de overwinning behaalde, door de opstanding uit de dood (o.a. Marcus 15:33, Lucas 22:53; 23:44). 

Want door Zijn gehoorzaamheid aan het gebod van de Vader, om Zijn eigen leven af te leggen en Zijn leven weer op te nemen, manifesteerde de kracht van God zich in Hem, door de opstanding uit de dood.

Jezus stond op uit de dood en leeft en is nu gezeten op de troon aan de rechterhand van de Vader en boven elke heerschappij, kracht, macht en overheid gesteld (o.a. Efeziërs 1:21, Kolossenzen 1:13; 2:10, 15, 1 Petrus 3:22, Judas 1:25).  

De Vader had Jezus het gebod en de macht gegeven om Zijn eigen leven af te leggen en om Zijn leven weer op te nemen. Door Zijn Gehoorzaamheid aan het gebod had de Vader Zijn Zoon lief.

Jezus betoonde Zijn liefde voor Zijn Vader door Zijn gehoorzaamheid en wist dat God de Vader Hem liefhad door Zijn gehoorzaamheid aan Hem.

Het gebod, dat Jezus aan Zijn discipelen heeft gegeven

Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden (Mattheüs 10:37-39 zie ook Marcus 8:34-45, Lucas 9:23-24)

Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Indien iemand acht Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen, maar ieder, die zijn leven verloren heeft, om Mijnentwil, die zal het vinden (Mattheüs 16:24-25, zie ook Lucas 14:27)

Ieder, die zijn leven zal trachten te behouden, zie zal het verliezen, maar ieder, die het verliezen zal, die zal het vernieuwen (Lucas 17:33)

Jezus had (en heeft nog steeds) aan Zijn discipelen het gebod gegeven om zichzelf te verloochenen en hun kruis op zich te nemen en Hem te volgen. Hij had het gebod gegeven om hun oude leven af te leggen en hun nieuwe leven op te nemen en daarin te wandelen (Lees ook: ‘De oude mens afleggen‘ en ‘De nieuwe mens aandoen‘)

De macht, die Jezus heeft gegeven om zonen van God te worden

Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het Zijne en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht (gezag (G1832)) gegeven om zonen van God te worden (Johannes 1:10-14)

Jezus gaf hen niet alleen dit gebod, maar ook de macht om dit gebod uit te voeren. Maar iedereen heeft een keuze om de woorden van Jezus te gehoorzamen en het gebod van Jezus op te volgen of de woorden en het gebod van Jezus te verwerpen. 

De kenmerken van een zoon van God

Dezelfde macht (gezag), die de Vader aan Zijn Zoon Jezus Christus had gegeven, heeft God de Vader door Jezus Christus aan Zijn discipelen gegeven. 

Aan allen, die geloven in Jezus Christus en Hem hebben aangenomen en door de wedergeboorte in Hem God toebehoren, heeft Hij de macht (gezag ) gegeven om zonen van God te worden. 

Er worden zoveel excuses aangehaald, om maar niet te hoeven veranderen en de oude mens te kunnen blijven. Maar niemand heeft een excuus om de oude mens te blijven en in een slachtofferrol te blijven leven als slaaf van de zonde.

Want Jezus Christus heeft een ieder, die gelooft, vrijgemaakt van de macht van de zonde en de dood.

Hij heeft een ieder, die door het geloof en de wedergeboorte in Hem een nieuwe schepping is geworden, verlost van de macht van de duisternis en overgeplaatst in Zijn Koninkrijk (o.a. Romeinen 6; 8:2-10, 1 Korintiërs 15:34, 2 Korintiërs 5:21, Efeziërs 4:, Kolossenzen 1:13, 1 Petrus 1:16, 1 John 3)

Niemand hoeft een slaaf en een slachtoffer van de zonde en de dood te blijven en de zonde te blijven dienen door de werken van het vlees.  

De macht om de oude mens af te leggen en de nieuwe mens aan te doen

Dit zeg ik dan en betuig ik in de Heere, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid. Maar gij geheel ander: gij hebt Christus leren kennen. Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid (Efeziërs 4:17-24)

Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid. Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij, om welke dingen de toorn Gods komt. Daarin hebt ook gij eertijds gewandeld, toen gij er in leefde. Maar thans moet ook gij dit alles wegdoen: toorn, heftigheid, kwaadaardigheid, laster en vuile taal uit uw mond. Liegt niet meer tegen elkander, daar gij de oude mens met zijn praktijken afgelegd, en de nieuwe mens aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van Zijn Schepper, waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of onbesneden, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus (Kolossenzen 3:1-11)

Jezus heeft aan iedereen, die in Hem gelooft en Hem wil volgen de macht (het gezag) gegeven om de oude mens met zijn werken af te leggen en de nieuwe mens met zijn werken aan te doen en te regeren over onreine geesten, die de duisternis toebehoren (Marcus 1:27; 3:15; 6:7; 13:34, Lucas 10:19.

Als jij bent wedergeboren in Christus, heb jij ook de macht (gezag) ontvangen om weerstand te bieden tegen de zonde en de oude mens af te leggen en de nieuwe mens aan te doen (Lees ook: ‘De waterdoop‘).

Echter gaat het erom of jij de oude mens wilt afleggen? Aangezien jij degene bent, die de oude mens aflegt en de nieuwe mens aandoet. Net als Jezus, die Zelf Zijn eigen leven aflegde en Zijn leven weer opnam.

Jezus Christus heeft het gebod en de macht gegeven om dit te doen, maar de keuze om het gebod te gehoorzamen of te verwerpen ligt bij jou.

Ben jij bereid om de wil en de werken van het vlees af te leggen en het Woord te volgen en gehoorzamen en daardoor de nieuwe mens aan te doen. Ben jij bereid om te doen wat Jezus heeft opgedragen om te doen? Wie behoor jij toe en in wiens dienst sta jij en/of in wiens dienst wil jij blijven staan? Wie regeert in jouw leven als koning? Jezus Christus of de zonde?

Alle macht is aan Jezus gegeven en jij hebt alle macht in Hem ontvangen

Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? Maar Gode zij dank: gij wáárt slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is; en, vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid. Ik zeg dit van menselijk standpunt om de zwakheid van uw vlees.

Want gelijk gij uw leden gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de wetteloosheid tot wetteloosheid, zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging. Want toen gij slaven waart der zonde, waart gij vrij van de gerechtigheid. Wat voor vrucht hadt gij toen? Dingen, waarover gij u nu schaamt; immers, het einde daarvan is de dood. Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven. Want het loon dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus onze Heere (Romeinen 6:15-23)

En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op (de) aarde. Gaat dan heen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld (Mattheüs 28:18-20)

Als jij in dienst van God staat en Jezus Christus toebehoort en dient, dan zul jij Hem gehoorzamen en dus Zijn woorden en geboden gehoorzamen en wandelen in de macht (het gezag), die Hij aan jou heeft gegeven. 

Door jouw gehoorzaamheid aan Hem en Zijn woorden en geboden, zul jij in het gezag van Jezus wandelen op aarde en de oude mens uitdoen en de nieuwe mens aandoen. 

Als de nieuwe mens, als zoon van God, zul jij in de Naam van Jezus (Zijn macht, gezag) en de kracht van de Heilige Geest de grote opdracht vervullen.

‘Wees het zout der aarde’

*Strong’s Concordance

You Might Also Like

    error: Content is protected !!