Zolang je in de duisternis wandelt overeenkomstig de wil van het vlees en de overste van de wereld en het kwade doet en deelneemt aan de zonde, zul je niets te vrezen hebben. Althans, gedurende jouw leven op aarde. Maar zodra je de reddende arm van God aangrijpt en door het geloof je bekeert en wordt wedergeboren in Christus en je afkeert van het kwaad en wandelt in het licht overeenkomstig de wil van God en Zijn woord, maak jij jezelf tot een prooi.
Elk mens, die zich afkeert van het kwaad maakt zichzelf tot prooi
Als jij je afkeert van het kwaad, maak jij jezelf tot prooi voor de overste van de wereld en heerser van de duisternis, de duivel, en de andere overheden, machten, krachten en wereldbeheersers van de duisternis, voor de boze geesten in de hemelse gewesten, die door jouw gedachten en de mensen om jou heen, jou zullen aanvallen, met als doel, dat je bezwijkt voor de wil van de overste van de wereld, de duivel, en concessies doet met het kwaad.
De profeten waren een levende prooi, die verslonden werden door de roofgierige wolven
De profeten in het Oude Verbond waren prooien, die verslonden werden door de roofgierige wolven, die continue op hen aasden, aangezien zij de mensen opriepen tot bekering; het afkeren van het kwaad, het wegdoen van zonde en het gehoorzamen van de woorden van God en het houden van de Wet en opvolgen van Gods geboden.
God wist dat Zijn profeten levende prooien waren voor de goddeloze en gevallen mens. God wist wat het gevolg van hun uitzending zou betekenen voor hun leven.
Maar ondanks deze kennis richtte God hen op en zond hen als levende prooien onder de wolven met de boodschap om afstand te doen van het kwaad en terug te keren tot God.
Maar de afvallige mens waardeerde de woorden van de profeten niet. Zij vonden hun boodschap niet fijn, aangezien de woorden van God hun slechtheid en zonde openbaarde.
Zij dulden deze boodschap van bekering niet en weigerden om zich te bekeren van het kwaad.
In plaats dat zij zich bekeerden van het kwaad, wakkerden zij nog meer het vuur van het kwaad in hen aan door de profeten om te brengen.
Bijna alle profeten in het Oude Verbond werden omgebracht vanwege de woorden die zij spraken en het leven dat zij leidden.
Het bloed van de profeten vloeide rijkelijk en hun bloedschuld werd steeds groter. Het bloed, dat schreeuwde vanaf de aarde en de moordenaars aanklaagde. Maar de tijd van vergelding was nog niet daar.
God zond Zijn Zoon, wetende dat Hij een prooi zou zijn en verslonden zou worden
Na Zijn profeten zond God Zijn Zoon, die als Zijn arm en als Middelaar zou fungeren tussen de gevallen mens en God en zou afrekenen met het kwaad.
God wist wat de komst van het levende Woord zou betekenen voor Jezus en hoe Zijn leven eruit zou zien. Maar vooral, hoe Zijn leven zou eindigen.
Maar ondanks deze kennis zond God Zijn Zoon. Het was nodig om Zijn Zoon te sturen naar de aarde, omdat er verder niemand was die als Zijn arm en middelaar kon optreden (o.a. Jesaja 40: 10-11; 59; Jeremiah 33:14-16).
Niemand was rechtvaardig, nee niet één. Zij waren allemaal zondaren die afgescheiden van God leefden in de duisternis en de boze werken van het vlees deden.
En zo kwam het Licht in de wereld en werden door het Licht de leugens en de boze werken van de duisternis zichtbaar.
Jezus geloofde de leugens van de wereld niet, maar weerlegde de leugens met de waarheid van God. Ook accepteerde Jezus niet de werken van de wereld, maar getuigde dat zij slecht waren en vernietigde de werken van de duisternis.
De ware Herder bracht de verstrooide schapen bijeen en hoedde de kudde met de staf van Gods gerechtigheid
De schapen, die verstrooid waren door de leugenachtige woorden en de boze werken (de zonde) van de schaapherders, werden door de waarheid van de ware Herder bijeengebracht en vervolgens geweid en gehoed met de staf van Gods gerechtigheid (o.a. Jesaja 59; Jeremia 33:14-16; Ezechiël 34; Sefanja 3:1-5).
De goede Herder keek om naar de schapen en zorgde en verzorgde de schapen door ze te leiden op het juiste pad en te doen grazen in de juiste weide. De schapen luisterden naar Zijn stem en volgden Hem (o.a. Johannes 10).
De Herder was betrouwbaar en deed wat Hij beloofde en zette Zijn leven in voor Zijn schapen.
Hij beschermde Zijn schapen tegen de roofgierige wolven door met ze af te rekenen met de waarheid en hun ware aard te onthullen, en ze bij hen vandaan te houden.
Hij liet duidelijk merken, dat deze wolven ongewenst waren.
Zijn woorden en gedrag leidden tot weerzin bij de andere schaapherders, die door de waarachtige woorden en de rechtvaardige wandel en handel van deze Herder geconfronteerd werden met hun leugenachtige woorden en hun boze wandel en handel.
Zijn gerechtigheid leidde tot boosheid en haat en tot de uitvoering van hetzelfde plan als van hun vaders, die de profeten tot zwijgen hadden gebracht door hen om te brengen.
Jezus keerde zich af van het kwaad en maakte Zichzelf tot een prooi
Jezus deed geen concessies en nam geen deel aan het kwaad, maar wederstond en keerde zich af van het kwaad. Omdat Jezus geen concessies deed, maar Zich afkeerde van het kwaad, maakte Hij Zichzelf tot een prooi voor het kwaad van de mens en werd gevangengenomen, gemarteld en gekruisigd.
Omdat zij in de duisternis wandelden, wisten zij niet met Wie zij te maken hadden, Wie er voor hun stond, Wie zij martelden, en Wie zij kruisigden.
Zij hadden geen idee, dat zij de Zoon van God en hun beloofde Messias hadden omgebracht.
God gebruikte het kwaad van de mens om Zijn verlossingsplan voor de gevallen mens te volbrengen
En zo maakte God gebruik van het kwaad en voerde Hij door het kwaad en de slechtheid van de mens Zijn verlossingsplan voor de gevallen mens uit, met dezelfde wetenschap, dat de degenen, die door dit verlossingswerk en het kostbare bloed van Zijn Zoon gerechtvaardigd zouden worden, hetzelfde te wachten stond als de profeten en Zijn Zoon Jezus de Christus.
God wist dit, Jezus wist dit en ook de Heilige Geest wist dit. En doordat de Heilige Geest in de nieuwe schepping woont, weet ook de nieuwe schepping dit. De nieuwe schepping zal in deze kennis en waarheid leven en deze waarheid verkondigen.
Want het is belangrijk om de kosten te berekenen alvorens je een keuze maakt voor Jezus en Zijn offer en bloed accepteert en Hem aanneemt als jouw Verlosser en Hem de Heere van jouw leven maakt. Want deze keuze voor Jezus betekent dat jij Gods Woord gehoorzaamt en volgt en je afscheid van het kwaad en geen deel meer hebt aan de zonde, waardoor jij jezelf tot een prooi in deze wereld maakt. (o.a. Mattheüs 5:10-12; Lukas 14:25-35; 21:12; Johannes 15:18-27; 2 Korinte 4:8-11; 2 Timotheüs 2:8-13; 2 Petrus 3:10-17) .
De gelovigen keren zich af van het kwaad en zijn een prooi in de wereld
Zalig zij die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen (Mattheüs 5:10)
De gelovigen en zonen van God (zowel mannen als vrouwen) behoren Gods Koninkrijk toe en leven volgens de wet van dit Koninkrijk, die door de Heilige Geest die in hen woont staat opgeschreven in hun nieuwe hart.
Zij behoren niet meer de wereld, maar God toe. Zij hebben niet meer de wereld lief, maar God lief. En ook God heeft de Zijnen lief, maar zij zullen door de wereld gehaat worden, omdat Christus in hun leeft.
Zij bidden en verblijven in het Woord en wandelen in gerechtigheid in de waarheid van Gods Woord en scheiden zich daardoor af van het kwaad.
Door hun rechtvaardige wandel naar de Geest in het licht, getuigen zij met – en zonder het gebruik van woorden, dat de werken van de wereld; de werken van het vlees waarin de zondige natuur regeert, slecht zijn.
En door dit getuigenis, door het spreken van Gods woorden en hun wandel dat niet meedoet aan het kwaad en deelneemt aan de zonde en de werken van de duisternis, maken zij zichzelf tot een prooi en blijven een prooi totdat hun tijd op aarde is volbracht.
‘Wees het zout der aarde’
