Wachten…

Gij (Saul) zult u voor mij (Samuël) uit naar Gilgal begeven, en zie, ik zal tot u komen om brandoffers te offeren en vredeoffers te slachten. Zeven dagen zult gij wachten, totdat ik bij u kom en u te kennen geef wat gij doen zult (1 Sam 10:8)

In 1 Sam 10:1-8 lezen wij dat Saul door Samuël gezalfd werd tot koning. Daarnaast profeteerde Samuël over de dingen, die zouden komen. Hij gaf niet alleen aan Saul een gedetailleerde profetie, maar hij gaf hem ook opdrachten, waaraan Saul zich moest houden.

In het begin klopte de profetie tot in detail. Tot het moment kwam, dat Saul ongehoorzaam werd aan het woord, dat door Samuël was uitgesproken.

Saul’s ongehoorzaamheid

Saul werd ongehoorzaam aan de woorden, die God via Samuel tot hem had gesproken. Maar hoe kwam dit? Wat was de oorzaak? Saul werd ongehoorzaam omdat hij niet kon wachten. Hij vreesde de mensen en vertrouwde niet op het Woord van God.  

Laten wij kijken naar dit stuk in 1 Sam 13, waarin Saul reeds 2 jaar geregeerd had over Israël. De Heere was met Saul, zoals Samuël ook gezegd had. Jonatan, de zoon van Saul, versloeg samen met 1000 man, de Filistijnen in Gibea. De Filistijnen hoorde dit nieuws. Op datzelfde moment liet Saul in het gehele land op de hoorn blazen, want hij wilde, dat de Hebreeën op de hoogte gesteld zouden worden van het feit dat zij de Filistijnen hadden verslagen.

Heel Israël hoorde de boodschap. Hierdoor kwam Israël in een kwaad daglicht bij de Filistijnen te staan. De Filistijnen maakt zich klaar om te strijden tegen Israël. Zij legerde zich te Mikmas.

Het volk werd opgeroepen om Saul te volgen naar Gilgal. Maar toen het volk bemerkte, dat zij in het nauw kwamen, verborg het volk zich in de spelonken, spleten, rotsen, grotten en putten. De Hebreeën gingen over de Jordaan naar het land van Gad en Gilead. Terwijl Saul nog te Gilgal was samen met het volk, dat hem met angst en beven volgde en bij hem bleef.

Saul wachtte 7 dagen

Saul wachtte zeven dagen, tot de tijd die Samuël had bepaald. Maar toen Samuël niet naar Gilgal kwam, begon het volk van hem weg te lopen; daarom zeide Saul: Brengt mij het brandoffer en de vredeoffers. En hij offerde het brandoffer. Nauwelijks was hij gereed met het offeren van het brandoffer, of zie, daar kwam Samuël. Saul ging hem tegemoet om hem te begroeten.

Toen zei Samuël: Wat hebt gij gedaan? Saul antwoordde: Daar ik zag, dat het volk van mij wegliep en gij niet op de afgesproken tijd kwam, terwijl de Filistijnen te Mikmas verzameld waren, dacht ik: nu zullen de Filistijnen op mij afkomen te Gilgal, en ik heb de gunst des Heren nog niet gezocht; toen heb ik mij verstout en heb het brandoffer geofferd.

Samuël zeide tot Saul: Gij hebt dwaas gehandeld; gij hebt niet in acht genomen het gebod van de Here, uw God, dat Hij u geboden heeft, anders zou de Here uw koningschap over Israël voor altijd bevestigd hebben. Maar nu zal uw koningschap niet bestendig zijn. De Here heeft Zich een man uitgezocht naar zijn hart en de here heeft hem tot een vorst over zijn volk aangesteld, omdat gij niet in acht genomen hebt wat de Here u geboden had (1 Sam 13:8-14) 

Saul kon niet wachten

Helaas kon Saul niet wachten. Ondanks het feit dat hij alle profetieën in vervulling had zien gaan. Hij had moeten weten dat God met hem was en dat hij niet naar de mensen moest kijken, die van hem wegliepen. Nog naar de Filistijnen, die op de loer lagen. Saul had moeten vasthouden aan het gebod van de Heere en moeten wachten op Samuël in plaats van het heft in eigen handen nemen. 

Als Saul nog een uur, twee of misschien wel drie uur had gewacht, dan was alles goed gegaan. Maar hij kon niet standhouden tegen de omstandigheden waarin hij verkeerde. Eigenlijk vertrouwde hij God niet volkomen, want als hij dit wel deed, dan had hij gewacht omdat hij wist dat God zijn Beschermer was en dat Zijn Woord waarheid is, dus dan had hij gewacht op Samuël.  

Saul liet zich intimideren door het volk

Maar nee, Saul liet zich intimideren door het volk. Hij zag dat ze van hem wegliepen en Saul raakte in paniek en deed toen iets, wat hij niet mocht doen, namelijk ongehoorzaam worden aan God en de taak van Samuël overnemen, namelijk: het offeren.  

Misschien zul je denken: “maar Saul bedoelde het toch goed? Saul wilde toch de gunst des Heren zoeken en dat is toch goed?

Nee, dit is niet goed, dit is een vroom sausje wat Saul gebruikte, om de ongehoorzaamheid aan God te verdoezelen. Hij had moeten wachten op Samuël, Hij had in die rust moeten blijven en geloven in het Woord van de Heere, dat Samuël zou komen.

Saul werd geregeerd door zijn gevoelens

Maar Saul kon niet wachten. Hij liet zich regeren door zijn gevoelens; zijn angst en werd daardoor ongehoorzaam aan God. Doordat hij niet kon wachten, werd het koningschap overgedragen aan een man die God had uitgezocht, een man naar Zijn hart; David.  

Wij kunnen hieruit leren, dat ook wij behoren te wachten. Soms kunnen wij ons geïntimideerd voelen door mensen en worden wij door hen gedwongen om te handelen of iets te zeggen, waar wij achteraf vaak spijt van hebben. Of dat wij iets doen of zeggen wat tegen de wil van God in gaat. Laat deze intimidatie niet toe en vertrouw op de Heere. Want er is helemaal niets mis met wachten. 

Maak nooit een beslissing op een moment van onrust, van drukte, van beroering, van verwarring. Maar wacht……….. en houd je, in de tussentijd, vast aan Zijn beloften.

Wil je meer lezen over het onderwerp ‘wachten’? Klik dan op de volgende links:

Wacht op de Heere’
Wachten op de belofte’
Wachten op de juiste partner’
Wachten totdat de droom werkelijkheid wordt’
Wachten op de belofte van de Messias’
Wachten op de terugkomst van Jezus’

‘Wees het zout der aarde’

You Might Also Like

    error: Content is protected !!