De kerk gezeten in de duisternis

Op een zondag bezocht ik een grote bekende gemeente. Ik liep naar binnen, maar omdat het licht nog niet was aangedaan, was het overal donker. Ik liep naar voren en ging links vooraan zitten. De voorganger stond op het podium en instrueerde ons om de Bijbel te openen. Maar ik kon niets lezen, omdat het nog steeds donker was. Ik begreep er helemaal niets van en wachtte, totdat iemand het licht zou aandoen. Maar niemand deed iets. Ik keek om mij heen, maar de anderen openden gewoon in gehoorzaamheid hun Bijbel en wachtten totdat de voorganger begon met lezen. Ik vroeg, “kan iemand het licht aandoen?” Maar niemand reageerde. De hele gemeente las mee in de duisternis, maar ik kon niet lezen en liep uiteindelijk de kerk uit. Dit is een droom, die ik ongeveer een jaar geleden heb gehad. Deze droom verontrustte mij zeer en ik vroeg mij af wat dit betekende. Ik vroeg mij af of daadwerkelijk de kerk gezeten is in de duisternis. Denken wij in het licht te wandelen, terwijl dit in werkelijkheid (in de geestelijke wereld) helemaal niet zo is? Is groei of de vele leden, die een kerk heeft, daadwerkelijk een teken dat de kerk goed bezig is en op de goede weg wandelt? Is voorspoed een teken van God? Denken wij, dat wij goede werken doen, die tot eer en glorie van God zijn, terwijl dat niet zo is? Zijn genezingen een teken? Denken wij Jezus te kennen, terwijl in werkelijkheid Jezus ons niet kent? Wat zegt de Bijbel over de kerk gezeten in de duisternis? Zijn er schriftgedeelten, die deze droom bevestigen?

De gemeente van Sardis

Jazeker! Jezus, onze Heere, spreekt hierover in het boek Openbaringen. Enige tijd na deze droom las ik Openbaring 3 en moest meteen terugdenken aan de droom. Jezus zegt het volgende over deze gemeente:

Dit zegt Hij, die de zeven Geesten Gods en de zeven sterren heeft: Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood. Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven, want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor Mijn God. Bedank dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u. Indien gij dan niet wakker wordt, zal Ik komen als een dief, en gij zult niet weten, op welk uur Ik u zal overvallen. Docht gij hebt enkele personen te Sardis, die hun klederen niet hebben bezoedeld, en zij zullen met Mij in witte klederen wandelen, omdat zij het waardig zijn (Openbaring 3:1-4)

Wanneer wij kijken naar de gemeente in Sardis, kunnen wij concluderen, uit de woorden van Jezus, dat deze kerk erg bekend was. Ja, de gemeente in Sardis had een naam onder de mensen en gemeenten.

De gemeente in Sardis deed de werken en dacht God te behagen. De gemeente dacht het leven gevonden te hebben en dat zij in het leven wandelde. Maar de waarheid was dat de gemeente in Sardis niet leefde, maar dood was.

Zij zat niet in het licht, maar de gemeente in Sardis zat in de duisternis. Zij was dood voor Jezus en dood voor God. Van al die werken, die zij deed, was er geen één vol bevonden voor God.

Jezus spoorde de gemeente in Sardis aan om wakker te worden, zodat het overige wat ook dreigde te sterven niet zou sterven maar zou leven.

Vanuit het menselijk oogpunt en volgens de wereldse maatstaven was zij een levende gemeente. Zij was succesvol en was bekend, dus waarschijnlijk had zij ook veel leden. Zij deed vele werken en alles leek haar voor de wind te gaan. Maar vanuit het geestelijk oogpunt was de gemeente in Sardis dood en leefde dus in de duisternis. Zij deed de werken niet vanuit Jezus; vanuit het Licht en vanuit de Geest, maar zij deed de werken vanuit zichzelf; het vlees, dus vanuit de duisternis.

Zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen (Romeinen 8:8)

De Heilige Geest weet wat in het hart leeft

Alleen de Heilige Geest kent de harten van de mens en weet wat er in de mens leeft. De leiders van de gemeente van Sardis wandelde dus niet naar de Geest, al dachten zij van wel. Misschien dachten zij de Heilige Geest te bezitten, maar bezaten zij in werkelijkheid de Heilige Geest helemaal niet. Omdat zij ook niet het onderscheid van geesten en van goed en kwaad bezaten. Want anders hadden zij zich wel bekeerd van hun dode werken en hadden zij ook de werken van hun gemeenteleden kunnen onderscheiden.

Maar de leiders waren verduisterd in hun denken en leefden in duisternis naar het vlees. Hun klederen waren bezoedeld. Waarmee? Door de wereld en de zonde. Want alleen door ongehoorzaamheid aan God, wanneer je blijft leven naar het vlees; in zonden en ongerechtigheden, kunnen de witte klederen bevuild en bezoedeld raken.

Welvarend en succesvol

Zij dachten de Heilige Geest te bezitten en de werken vanuit de Geest te doen, omdat zij dus welvarend en succesvol waren, maar de waarheid was dat zij geestelijk sliepen en dood waren.

duivel gaat rond als brullende leeuwDe duivel komt, samen met zijn handlangers, als een engel des lichts.

Zij doen zich erg mooi voor en zullen ook alles doen om de Heilige Geest te imiteren, zodat de gelovigen zich overgeven aan deze macht(en). De gelovigen, die wandelen naar het vlees en zich laten leiden door hun gevoelens, emoties, denken  etc., die zullen door de duivel verleid worden.

Wanneer een Christen niet vast blijft staan in het Woord van God, maar zich openstelt voor de geestelijke wereld vanuit de ziel, dan zullen deze duistere machten de gelovige verleiden en bezit van hem of haar nemen.

Deze duistere machten hebben ook de macht om de toekomst te voorspellen (profeteren), om verborgenheden van hun naasten te ontbloten, visioenen te geven, in andere tongen te spreken, om bovennatuurlijke krachten te geven, ja, zelfs om te genezen (kijk maar reiki, massages, toverdokters, accupunctuur etc).

De gemeente van Sardis was dood

De gemeente van Sardis was dood. Er was geen leven in deze gemeente, al dachten zij van wel. Zij hadden de waarheid ontvangen, maar doordat zij waarschijnlijk water bij de wijn hadden gedaan en vele leugens hadden toegelaten, was deze waarheid geen waarheid meer. Het was geen evangelie van God meer, maar het was een menselijk evangelie geworden (Lees ook: De wijn vervangen door druivensap).

Zij waren niet wakende, maar zij sliepen. Zij waren niet met de Hoofdzaak bezig, maar met bijzaken. Die bijzaken waren helemaal niet relevant voor het Koninkrijk van God. Daarom waren zij in slaap gevallen en waren zij niet meer wakende.

Er waren slechts enkele leden van deze gemeente, die wandelde in de wegen van de Heere; in heiligheid en gerechtigheid en waarvan de klederen niet waren bezoedeld. Zij wandelde waardig voor de Heere.

Jezus spoorde de gemeente aan om wakker te worden en om zich te bekeren. Want wanneer zij niet wakker zouden worden en zich niet zouden bekeren, dan zou Jezus komen als een dief en zij zouden niet weten op welk uur de Heere hen zou komen overvallen. Wanneer zij zich niet zouden bekeren, dan zouden zij de eeuwige dood ingaan in plaats van het eeuwige leven.

Leringen van mensen

Ook in deze tijd zijn veel kerken en gemeentes dood. De meeste Christenen zijn gefocust op zichzelf, op succes, welvaart, voorspoed, financiën, zegeningen en noem maar op, in plaats dat zij bezig zijn met het Koninkrijk van God en met de verloren zielen van de mens en het prediken van het kruis. In veel kerken en gemeentes zitten veel verloren zielen. De herders zijn slapende en zien niet, dat vele schapen op weg zijn naar de afgrond. Zij waarschuwen de schapen niet meer, maar laten ze begaan. De liefde is verdwenen, al denken zij dat zij in de liefde wandelen door alles te tolereren.

De viervoudige bediening is niet meer aanwezig in vele kerken en gemeentes, de gelovigen worden niet meer onderwezen in het Woord en groeien niet meer op naar het evenbeeld van Jezus (wat de taak is van de viervoudige bediening), maar blijven baby’s.

Het Woord heeft plaats gemaakt voor leringen en bevindingen van mensen. Vele humanistische, filosofische, wetenschappelijke en new age leringen zijn de kerken en gemeentes binnengekomen.

De mensen willen fellowshippen, socializen, aandacht, lekker praten en eten met elkaar, in plaats dat zij het woord onderzoeken, daders worden van het Woord, in gebed samen komen en huilen om de staat van het Lichaam van Christus.

De mens staat centraal
en de voorgangers zijn entertainers geworden

Het is duidelijk, dat in de veel moderne kerken de mens centraal staat; in de prediking de lofprijs en noem maar op, in plaats dat Jezus centraal staat. Preken worden ingekort en gebedsdiensten worden geschrapt of omgezet naar lofprijs bijeenkomsten, waar wederom de mens centraal staat.

De predikers (dominees, voorgangers en pastors) zijn entertainers, cabaretiers, komieken en motiverende sprekers op het podium geworden. Zij proberen zo intellectueel en daarnaast zo grappig mogelijk en gevat over te komen, zodat zij verhoogd, aanbeden en bevestigd worden door de mensen.

Vee mensen hebben de wereld en de werken van de wereld liever dan God en kunnen daar geen afstand doen. Daarom hebben zij het Woord aangepast, zodat ook de Christenen kunnen blijven leven als de wereld en blijven wandelen in zonden en ongerechtigheden.

Het Woord (Jezus) en De Heilige Geest zijn de kerk (gemeente) uitgezet en de kerk heeft zijn deuren geopend voor de wereld. Hierdoor zit de wereld in de kerk en daarmee zit de duivel in de kerk. Dit is eigenlijk niets nieuws, aangezien Jezus dit al aangekondigd heeft, toen Hij sprak over de gruwel der verwoesting in het einde der tijden.

Veel kerken zitten in de duisternis

Er zijn veel kerken die gezeten zijn in de duisternis en waarvan de Heere de kandelaar heeft weggenomen. Doordat zij in de duisternis zitten zijn zij (geestelijk) dood.

Ook al hebben kerken of gemeenten een naam en hebben zij veel leden en zijn zij bekend over de hele wereld en hebben veel boeken geschreven, spreken mooie woorden, doen goede werken en worden er mensen genezen, toch kunnen die kerken of gemeenten in de duisternis zitten.

Zij denken dichtbij Jezus te leven en belijden Zijn naam, maar de werkelijkheid is, dat zij ver zijn afgeweken van Jezus; het Woord en de wil van de Vader.

In de volgende blogposts zal dit onderwerp verder behandeld worden, aangezien er momenteel veel dingen gaande zijn en de Heere Jezus iedere keer heel nadrukkelijk zegt “Bekeer je, nu het nog kan!” Het wordt tijd, dat de kerk zich bekeert en terugkeert naar Jezus; het Woord.

‘Wees het zout der aarde’ 

You Might Also Like

    error: Content is protected !!