Daar waar de zonde en de dood was binnen gekomen, door het eten van de verboden vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad in het hof van Eden en de zonde scheiding bracht tussen God en de mens, daar had God al een volmaakt verlossingsplan in gedachten om de mens weer te verzoenen met Hem. Het begon met een boom en eindigde met een boom, want het is volbracht aan het kruis. Maar wat is volbracht aan het kruis? Wat bedoelde Jezus toen Hij zei, het is volbracht! En vervolgens Zijn hoofd boog en de geest gaf? (Johannes 19:30)
Jesus ging rond weldoende en genas allen
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde (Johannes 3:16-17)
Jezus Christus is aller Heer. Gij weet van de dingen, die geschied zijn door het gehele Joodse land, te beginnen in Galilea, na de doop, die Johannes verkondigde, van Jezus van Nazaret, hoe God Hem met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem (Handelingen 10:37-38)
Jezus; het levende Woord van God kwam naar de aarde in het vlees om Gods verlossingswerk van de gevallen mens (de oude mens) te volbrengen en de mens te verzoenen met God.
Jezus diende Zijn Vader, door te wandelen in Zijn wil en goed te doen. Hij predikte en bracht het Koninkrijk van God tot de mens.
Jezus genas allen, die ziek waren en overweldigd waren door de duivel. Hij stond in de dienst van God, maar Hij diende de mens en gaf wat de mens nodig had.
Jezus was de afspiegeling van God en zei, dat als iemand Hem (Jezus) had gezien, zij ook de Vader hadden gezien.
Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons de Vader en het is ons genoeg. Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader? Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet Zijn werken. Gelooft Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is: of anders, gelooft om de werken zelf (Johannes 14:8-11)
Jezus is de enige Weg
Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader, dan door Mij. Als jullie Mij zouden kennen, zouden jullie ook Mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kennen jullie Hem en hebben jullie Hem gezien (Johannes 14:6-7)
Jezus is de enige weg tot de Vader en tot het eeuwige leven. Er is géén andere weg! Het verlossingsplan van de mens, waardoor de mens toegang heeft gekregen tot het Koninkrijk van God en verzoend is met God de Vader, begon op Golgotha (en eigenlijk begon het al in de hof van Getsemane). Waar Jezus aan het kruis tot zonde werd gemaakt, zodat Hij de mens zou verlossen van de zonde en de zondige natuur, die in het vlees van de mens aanwezig is.
Wij lezen in het oude testament dat de hogepriester eenmaal per jaar tot God mocht komen in het heilige der heiligen.
De hogepriester kon echter niet zomaar tot God naderen, maar moest eerst een stier offeren voor zijn eigen zonden en pas nadat hij gedekt was met dit bloed, mocht hij achter het voorhangsel, van de tent der samenkomst, het heilige der heiligen binnengaan, om met dat bloed verzoening te doen voor het volk.
Zonder het bloed mocht de hogepriester het heilige der heiligen niet binnengaan. Nee, zonder het bloed kon de hogepriester niet tot God naderen (Leviticus 16, Hebrew 9).
Dit was de wijze, waarop er verzoening werd gebracht voor de zonde van Gods volk in het Oude Verbond, dat bezegeld was met het bloed van dieren. Aangezien Gods volk de oude schepping bleef, die gevangen zit in het vlees, waarin de zondige natuur aanwezig is, moest er regelmatig geofferd worden.
Laten wij nu kijken naar de verzoening van de zonde en de zondige natuur van de gevallen mens in het Nieuwe Verbond, dat bezegeld is met het bloed van Jezus Christus.
Het hof van Getsemane
Het verlossingswerk begon al in het het hof van Getsemane, waar Jezus Zijn ziel kruisigde. Jezus moest Zijn ziel kruisigen, voordat Hij in staat was om God’s plan voor Zijn leven te vervullen. Jezus bad tot de Vader en zei: “Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg: doch niet mijn wil, maar de Uwe geschiede!”
Nadat Jezus deze woorden gesproken had, verscheen Hem een engel uit de hemel om Hem kracht te geven.
Jezus werd dodelijk beangst en begon vuriger te bidden. Zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen (Lucas 22:42-44).
Jezus overwon de dodelijke angst, die Zijn vijand (tegenstander) was. Want deze dodelijke angst had Hem kunnen hinderen om het werk van God te volbrengen. Maar Jezus overwon deze dodelijke angst door het volhardend gebed.
Na de strijd in het hof, werd Jezus gevangen genomen en werd voor de raad geleid. Na allerlei verhoringen werd Jezus naar de geselplaats gebracht, waar Jezus vervolgens werd gegeseld.
De geseling
Nochtans, onze ziekten heeft Hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden Hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. En door Zijn striemen is ons genezing geworden (Jesaja 53:4-5)
En door zijn striemen zijt gij genezen (1 Petrus 2:24)
Op het moment, dat Jezus werd gegeseld, droeg Hij jouw (geestelijke) ziekten en al jouw zwakheden en door Zijn striemen, ben jij genezen.
De striemen liep Jezus niet op aan het kruis maar daarvoor, toen Hij op een gruwelijke wijze werd gegeseld. Hij werd zo geslagen, dat het bloed vloeide en Hij bijna geen vel meer op Zijn lichaam had.
De doornenkroon
De doornenkroon, die de soldaten op Zijn hoofd plaatsen, zou kunnen verwijzen naar de mensen, die tegenstanders van God waren oftewel de zonen van Belial. Omdat in het Oude Testament het woord ‘doornen’ gebruikt werd als metafoor en verwees naar de heidense volken, de zonen van Belial, die vijanden van God en Zijn volk waren.
Maar indien gij de bewoners van het land voor uw aangezicht niet verdrijft, dan zullen degenen die gij van hen over laat, tot dorens in uw ogen zijn en tot prikkels in uw zijden zijn en zij zullen u benauwen in het land waarin gij woonachtig zijt (Numeri 33:55)
Dan zullen zij u worden tot een strik en een val, tot een gesel op uw zijden en dorens in uw ogen, totdat gij vergaan zult uit dit goede land, dat de Here, uw God, u gegeven heeft (2 Samuël 23:6)
Doch de nietswaardigen, zij zijn allen als vertrooide doornen; voorwaar, zij worden niet met de hand aangevat (Jozua 23:13)
De kruisiging
Toen kwam het moment, dat Jezus samen met Barabbas voor het volk werd gebracht. Het volk mocht kiezen voor de vrijlating van Jezus of Barabbas. Het hele Joodse volk verkoos Barabbas boven Jezus. En zo viel het lot op Jezus om gekruisigd te worden.
De duivel dacht dat hij slim was. Hij dacht op deze manier van Jezus af te komen en ongestoord verder te kunnen gaan met het bouwen van zijn koninkrijk op aarde. Maar de duivel dacht verkeerd en zat er compleet naast.
Want dit behoorden allemaal tot Gods verlossingsplan voor de gevallen mens.
Jezus werd gekruisigd en onderwierp Zich volkomen aan God, zodat God de zonde van de wereld op Jezus kon leggen.
Jezus, die zonder zonde was werd als Lam geofferd, waardoor er afgerekend werd met het zonde probleem en de mens, die in Hem zou geloven, voor eens en voor altijd verzoend zou worden met God.
Op het moment dat Jezus al de zondenvan de wereld, inclusief die van jou, op Zich nam, riep Jezus met luider stem: “Eloï, Eloï, lama sabachtani”, wat betekent: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?”
Jezus was altijd in gemeenschap met de Vader geweest. Hij was nog nooit gescheiden geweest van de Vader. Totdat het moment kwam, dat God de zonde van de wereld op Jezus lag. Op dat moment verliet God Hem. Dit kwam omdat God een heilig God is en geen gemeenschap met de zonde kan hebben. Omdat God Jezus verliet, werd Jezus van God gescheiden.
Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem (Jesaja 53:5)
Die zelf onze zonden in Zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven (1 Petrus 2:24)
Het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën
Jezus zei, “Het is volbracht”, slaakte een luide kreet en gaf de geest. Op dat moment scheurde het voorhangsel van de tempel in tweeën van boven tot beneden (Marcus 15:33-39).
De straf, die Jezus ontving was eigenlijk voor de gevallen mens bedoeld. Wij hadden dit door onze rebellie en ongehoorzaamheid aan God oftewel de zonden, waarin wij voor de wedergeboorte in bleven volharden, verdiend. Jezus niet! Maar door de grote liefde en genade van God, werd Jezus onze Plaatsvervanger en nam Hij de straf van de zonde, die dus eigenlijk voor ons was bedoeld, op zich en volbracht het werk.
Het is volbracht!
Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten (Mattheüs 12:40)
Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest (Johannes 19:30)
Want daartoe is ook aan doden het evangelie gebracht, opdat zij wel naar de mens, wat het vlees aangaat, zouden geoordeeld worden, doch, naar God, wat de geest betreft zouden leven (1 Petrus 4:6)
Nadat Jezus zei, het is volbracht en stierf aan het kruis, kwam Hij in het dodenrijk terecht. Dit bewijst dat Jezus al de zonden en ongerechtigheden van de wereld op Zich heeft genomen en tot zonde was gemaakt, want anders was Jezus niet in Hades; het dodenrijk terechtgekomen. Aangezien zonde leidt tot de dood.
Jezus was drie dagen in het dodenrijk en verkondigde het evangelie. De dood was echter niet sterk genoeg om Jezus daar te houden. Want na drie dagen stond Jezus door de kracht van God op uit de dood en had de sleutels van de dood en het dodenrijk rechtmatig teruggenomen.
Hij legde zijn rechterhand op Johannes en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk (Openbaring 1:18)
De sleutels
Vanaf het moment dat Jezus de sleutels van de duivel, de dood en het dodenrijk terugnam, had Jezus rechtmatig de heerschappij teruggenomen, die God in het begin aan Adam had gegeven, maar de duivel van hem had geroofd. Jezus had Zijn werk volbracht!
Jezus had de duivel onttroond en had vanaf dat moment geen heerschappij en rechten meer. Echter bleef hij nog wel de mogelijkheid behouden, omdat hij nog niet voor eeuwig in de poel des vuurs en zwavel is geworpen (Openbaring 20:10).
De duivel gaat nog steeds rond als een briesende leeuw. En tot aan de dag van zijn dood, zal de duivel er alles aan doen om de gelovigen passief te maken en te verleiden, zodat hij ongestoord door kan gaan met het bouwen van zijn koninkrijk op aarde.
Verlossing van de gevallen (oude) mens
Door het bloed van Jezus heeft Jezus verzoening gebracht en ben je door de wedergeboorte vrijgemaakt van de zondige natuur, die in het vlees aanwezig is. In Jezus Christus ben je verzoend met God en kun je in eenheid met Hem leven. Door de kracht van het bloed van Jezus is jouw zondige verleden voorbij en bestaat niet meer voor God. Door het bloed mag je in vrijmoedigheid tot de Vader komen en kun je leven in Zijn aanwezigheid.
Door geloof in Jezus Christus en door de wedergeboorte, ben je heilig en rechtvaardig gemaakt en verzoend met God.
De geboorte van de nieuwe mens
Jezus heeft de dood overwonnen! En door de kracht van de Heilige Geest is Hij uit de doden opgewekt. Diezelfde Geest, die Jezus uit de doden heeft opgewekt leeft nu ook in jou (Romeinen 8:11).
Wanneer jij bent wedergeboren en een nieuwe schepping bent geworden, woont de Heilige Geest, die jouw Helper en Trooster is, in jou.
Door de vernieuwing van jouw denken met het Woord van God, zul jij al jouw vleselijke gedachten, die voortkomen uit een werelds en vleselijk denken, afleggen.
Wanneer jij jouw denken vernieuwd met het Woord van God, zal jouw denken overeenkomen met het Woord van God en zul je het denken van Christus krijgen, die God’s weg en God’s gedachten kent.
Als jij het denken van Christus hebt, dan zul jij wandelen in gehoorzaamheid aan God en wandelen naar Zijn wil. Jij zal wandelen zoals Jezus gewandeld heeft in gehoorzaamheid aan Zijn Vader, naar Zijn wil.
Jij zal het evangelie verkondigen en het Koninkrijk van God brengen tot de mens. Jij zal Jezus en de Vader vertegenwoordigen op aarde en jij zal in Zijn gezag en Zijn kracht wandelen.
Jezus is opgevaren naar de hemel en is gezeten op de stoel van genade, aan de rechterhand van God. Het is volbracht! Ja, Zijn werk is volbracht! Jezus leeft en jij mag leven in Hem en Hij in jou.
Hij heeft jou de hele erfenis gegeven, namelijk de Heilige Geest. Zodat jij in staat bent om in Zijn gezag (Zijn Naam) en in de kracht van de Heilige Geest God’s plan te vervullen voor jouw leven, door het verkondigen van het evangelie van Jezus Christus en Zijn Koninkrijk te brengen en vestigen op deze aarde. Wat een volmaakt werk van God!
‘Wees het zout der aarde’
